Een paar weken geleden was het kerstfeest. God zond Zijn eniggeboren Zoon naar deze wereld vol zondaren. Wat een wonder. „Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.”
Het gaat om ons behoud. Er zijn maar twee mogelijkheden: of u gelooft in Hem en wordt behouden, of u gaat eeuwig verloren. De evangelist Johannes is vervuld met verwondering als hij over deze dingen schrijft. De Heere Jezus is het Woord, Hij is het Leven en het Licht. Vol eerbied schrijft hij: „En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.” Deze Jezus heeft alles wat wij missen. Hij is „vol van genade en waarheid”, wij mensen vervuld met zonde. Wij staan met lege handen voor God.
Wij beantwoorden niet meer aan het doel waarvoor wij werden geschapen. Het gevolg is verschrikkelijk. Als er niets verandert, gaan we eeuwig verloren, sterven we zonder God en komen we in de hel terecht. „Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.” We moeten verlost worden van onze zonden, om zonder vrees voor God te kunnen verschijnen.
Zalig worden is mogelijk, het is nog de genadetijd. God zond Zijn Zoon naar deze wereld om te betalen voor de zonde. U die zonder Hem leeft en sterft, hoor wat Hij zal zeggen: „Deze mijn vijanden, die niet hebben gewild dat ik over hen koning zou zijn, brengt ze hier en slaat ze hier voor mij dood.” De weg geweten, maar niet gewild.
Wat is het wonder van liefde en genade groot. De Heere Jezus is „vol van genade en waarheid.” God de Vader ook. Mozes hoort het zelf: Ik ben de „Heere Heere, God, barmhartig en genadig; lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.” God zendt Johannes: „Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.” De mensen komen uit Jeruzalem, uit Judea en heel het land rondom de Jordaan. Ze komen om hun zonden te belijden voor God. De Heilige Geest werkt. Ze weten dat ze zondaar zijn, maar daar stopt het niet. Johannes wijst op Jezus. „Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.” We moeten weten van ellende, verlossing en dankbaarheid.
„Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.” Wat een wonder van genade. Er is verlossing mogelijk voor ieder mens. Zondaren kunnen worden gered. Zondaren moeten terechtkomen aan de voet van het kruis, dáár druppelt het bloed en worden de zonden vergeven. M’Cheyne schrijft: „Toen vluchtte ik tot Jezus! Hij heeft mij gered; Hij heeft mij verlost van het vonnis der Wet; Mijn heil en mijn vrede en mijn leven werd Hij: Ik boog me, en geloofde, en mijn God sprak mij vrij.” Alleen bij de Heere Jezus Christus is vergeving van de zonden mogelijk.
Door het geloof in Hem worden onze zonden vergeven en zien we ze nooit meer terug. Dan volgt de dankbaarheid ook. „Mijn God, U zal ik eeuwig loven, omdat Gij ’t hebt gedaan.” Het wonder van genade. Blijdschap in het hart en in de hemel, „over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.”