Het debat over een ruimere abortuswet heeft behoefte aan een beraadtermijn
Na een week vol ophef beëindigde deradicaliseringsexpert Soumaya Sahla woensdag haar adviserende functie in de VVD. Ze had in zestien jaar tijd nooit publiekelijk spijt betuigd voor haar oude rol in een verboden, terroristische organisatie en volgens een verklaring van de partij was dat de belangrijkste reden voor die rigoureuze stap.
Dat was de doorzichtigheid ten top: iedereen had door dat de VVD vooral beducht was voor het aanhoudende tumult dat ene G. Wilders rond Sahla’s persoon had kunnen veroorzaken. De partij voerde kortom een dubieuze argumentatie, een drogreden, aan.
Eveneens deze week verdedigde D66, samen met nog drie partijen, in de Tweede Kamer een plan voor het schrappen van de vaste beraadtermijn in de abortuswet. Die verplichte denkpauze zou –een enkele uitzondering daargelaten– bevoogdend, betuttelend en vrouwonvriendelijk zijn. Inderdaad blijft het diep beschamend en ook woest makend hoe de maatschappij veel vrouwen nog altijd in hun eentje voor de ingrijpende gevolgen van een onbedoelde zwangerschap laat opdraaien. Toch rijst ook hier de vraag of het genoemde argument niet geheel of gedeeltelijk een drogreden is.
Artsen mogen de bedenktijd schrappen zodra dit geboden is om een dreigend gevaar voor het leven of de gezondheid van vrouwen af te wenden. Cijfers laten zien dat ze dat ook geregeld doen; de huidige beraadtermijnbepaling is dus niet 100 procent dwingend. Ook relevant is: voor een overtijdbehandeling, een vroege zwangerschapsafbreking, geldt geen minimale denkpauze van vijf dagen. Maar uitgerekend daarvoor koos in 2020 bijna 40 procent van de vrouwen onverplicht en dus vrijwillig voor een beraadtermijn die nog een dag of zelfs meerdere dagen langer was.
Alles bij elkaar roept dit op z’n minst de vraag op of de gewraakte passage in de abortuswet zo problematisch functioneert als wordt gesuggereerd. Ligt dat niet genuanceerder? En zo ja, waarom wordt een minder disproportioneel voorstel, zoals het verduidelijken of verfijnen van de genoemde uitzonderingsgrond, hier al op voorhand afgeserveerd?
De vraag hoe wordt bewaakt dat kwetsbare vrouwen straks nog genoeg ruimte krijgen voor een zorgvuldige afweging houdt confessionele en seculiere partijen bezig, bleek deze week. Het antwoord van de initiatiefnemers daarop reikt vooralsnog niet verder dan: dat laten we over aan de arts. Maar als die daar in de herziene wet geen handvatten meer voor krijgt, ligt het er wel heel dik op dat politieke scoringsdrift en het doordrijven van een ideologische agenda hier belangrijke nevendoelen zijn. Dat zijn bedenkelijke drijfveren; net als het willen provoceren van CU en CDA.
De initiatiefnemers van dit plan doen er wijs aan een beraadtermijn in te lassen. Het is echt onbesuisd om een zorgvuldigheidswaarborg, die al veertig jaar in de wet staat, bij de eerste de beste gelegenheid bij het grofvuil te zetten; zonder enig alternatief.