In hoeverre is een demente ouder nog wilsbekwaam?
We willen vaders huis verkopen, kan hij een handtekening zetten? De relatie met mijn zus is slecht, kan moeder haar testament nog aanpassen? Dit soort vragen krijg ik regelmatig. Gewoonlijk kan iemand zelf een handtekening zetten of een testament aanpassen. Maar dit verandert wanneer die persoon dement wordt. Dan is hij of zij niet meer wilsbekwaam.
Nu is wilsbekwaamheid niet alleen afhankelijk van de hiaten in ons brein, maar ook van de moeilijkheidsgraad van de beslissing. Anders gezegd, voor een simpele beslissing is een eenvoudig brein al voldoende. Maar voor het opstellen van een testament is meer denkkracht vereist. Zo kan een demente vrouw goed aangeven dat ze koffie wenst en geen thee. Op dat punt is ze dus wilsbekwaam. Maar de verkoop van haar woning kan ze niet zelfstandig regelen. Dat zullen anderen voor haar moeten doen.
Maar met het aanwijzen van die ”anderen” ontstaan soms nieuwe problemen. Want stel dat een broer en zus ruzie hebben en totaal verschillende visies nastreven, wie van de twee mag dan namens de demente ouder beslissen? Recent werd ik met dit probleem geconfronteerd.
Advocaat
Een advocaat stelde mij de vraag of ik een demente vader in een naburig verpleeghuis wilde beoordelen. De advocaat vroeg dit namens de dochter van meneer. Ze wilde namelijk zijn geld beheren.
Op zichzelf is dat een nobel doel. Het is mooi als kinderen hun ouders helpen wanneer die dat zelf niet meer kunnen. Maar ik word wantrouwig wanneer een advocaat die vraag stelt. Dan is er meestal iets aan de hand.
Dat bleek hier ook het geval. De zoon regelde namelijk alles voor zijn vader, maar dat was niet naar de zin van zijn zus. Ze wilde die taak overnemen en had daarvoor een advocaat in de arm genomen. En die stelde mij de vraag om de wilsbekwaamheid van de vader te beoordelen.
Ik heb daarin toegestemd en bezocht meneer in het verpleeghuis. Tussen haakjes, dit heb ik pas gedaan na het inwinnen van juridisch advies bij artsenorganisatie KNMG.
Ik trof een vriendelijke oude man. Hij bood me koffie aan en praatte honderduit over het verleden. Op mijn vraag welke dag het was moest hij het antwoord schuldig blijven. Ook zakte hij voor de geheugentest, net als voor de concentratievragen. Kortom, de diagnose was duidelijk en hij woonde terecht in een verpleeghuis.
Egoïst
Maar toen bracht ik zijn dochter ter sprake. De man veranderde op slag. Hij noemde haar een egoïst („als kind al”) en wilde niets met haar te maken hebben. Ze was enkel op zijn geld uit, aldus meneer. Hij illustreerde dit met enkele voorvallen.
Ik heb de advocaat een vriendelijk briefje teruggeschreven: „Meneer is wel dement, maar voldoende wilsbekwaam om iemand aan te wijzen die zijn zaken mag behartigen.” De advocaat was er niet blij mee.
De auteur is specialist ouderengeneeskunde bij verpleeghuis Salem in Ridderkerk