Terwijl het basis- en voortgezet onderwijs deze week weer hun deuren openden, zitten studenten van het mbo, hbo en wo thuis. En dat valt velen zwaar.
Stress en onzekerheid beheersen studenten, ziet Joanne de Jong van het Hoornbeeck College in Rotterdam. „Nu ziet het leven er zo uit, maar vanavond kan de politiek iets beslissen en dan zit ik weer thuis. Jongeren vragen zich af: hoe manoeuvreer ik me hier doorheen?” De coördinator van het zorgteam op de mbo-school krijgt een toenemende vraag naar hulp. Die stijging is wellicht niet alleen aan corona toe te schrijven, zegt ze. De afgelopen zes jaar meldden zich steeds meer studenten met problemen.
In het algemeen lijden studenten onder de lockdown. Corona versterkt volgens haar de problemen van een groep die al kwetsbaar was. Ze ziet verder dat veel studenten zich zorgen maken over deze tijd. „Je weet niet wanneer het stopt. Of de wereld ooit weer normaal wordt. En als corona voorbij is, heb je het klimaat en de overspannen huizenmarkt nog. Het voelt voor jongeren als crisis na crisis, ze overzien het niet meer.”
Ja, er zijn ook studenten die zich goed door de crisis heen slaan. „Sommigen kunnen zich zelfs beter concentreren. Introverte jongeren die moeite hebben met prikkels, gedijen vaak beter bij corona.” Wel vraagt ze zich af of het thuiszitten voor die groep op lange termijn helpend is. „Na een schoolsluiting ben je misschien nog prikkelgevoeliger of heb je nog meer stress over het naar school gaan. Sociale vaardigheden ontwikkelen zich thuis minder en daar maak ik me zorgen over.”
Achterstanden
Een dichte hogeschool „ondergraaft het welzijn van studenten”, zegt ook bestuurder Jan Hol uit Ede. Onderzoeksresultaten liegen er niet om. Bijna de helft van de CHE’ers voelde zich in de lockdown belemmerd in de professionele ontwikkeling. Zo’n 18 procent geeft aan levensmoe te zijn geweest – de wens om te gaan slapen en niet meer wakker te worden. Landelijke cijfers uit datzelfde onderzoek liggen nog hoger.
„De jonge generatie ondervindt amper gezondheidsschade van corona zelf, maar wel vanwege de beperkingen door het virus”, zegt Hol. Vooral hun professionele identiteitsontwikkeling lijdt eronder. „Verpleegkundestudenten kunnen nu bijvoorbeeld niet in een fysieke ruimte praten over wat ze meemaken in het vak. Stel dat er op stage iemand onder je handen sterft, dan is het voor je vorming belangrijk om zulke ervaringen te delen. Online levert dat gewoon veel minder op.”
Vallen de achterstanden nog in te halen? Dat is een kwestie van jaren, denkt Hol. „Op het voortgezet onderwijs en in het mbo doet zich hetzelfde probleem voor. Dat merken wij aan instromers. Studenten kunnen er niets aan doen dat ze niet alles geleerd hebben of zijn ontwend om goed samen te werken. Wij zullen daar extra aandacht voor moeten hebben.”
Schade
Door de lockdownmaatregelen bouwen jongvolwassenen naast een kennisachterstand vooral een sociale achterstand op, betoogt Arne Popma, voorzitter van de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. „Jongvolwassenen zijn in ontwikkeling tot hun vijfentwintigste levensjaar. Tot die tijd vormen ze sociale netwerken, leren ze van voorbeeldgedrag van mensen om zich heen, gaan ze relaties aan en lossen ze problemen op waar ze gezamenlijk tegenaan lopen. Al die facetten zijn cruciaal om je tot een gezonde volwassene te ontwikkelen, met een eigen identiteit.”
Juist in die ontwikkelingsfase zijn jongeren het meest kwetsbaar voor psychische problemen, zegt Popma. „Normaal gesproken begint driekwart van alle psychische problemen voordat iemand 25 is. Met de coronamaatregelen van nu, het beperken van sociaal contact en het sluiten van de scholen, nemen we een onderdeel weg uit de levens van jongeren dat wezenlijk is voor hun ontwikkeling.”
Daarom is het zo belangrijk dat de mbo’s, hogescholen en universiteiten weer opengaan, vindt Popma. „Jongeren geven zelf aan dat ze er baat bij hebben als ze elkaar kunnen ontmoeten op de onderwijsinstellingen. Daar kunnen ze steun vinden bij elkaar, uitwisselen hoe ze met de pandemie omgaan, makkelijker om hulp vragen en perspectief houden op de toekomst. Op dit moment stapelen alle negatieve effecten van de sluiting zich op. Jongeren worden somberder, eenzamer en soms zelfs levensmoe. Hoe langer de scholen dicht zijn, hoe meer effecten zich opstapelen”, waarschuwt de psychiater, „en hoe groter de kans op levenslange schade.”
Uitzichtloos
Arjan van ’t Zelfde, mentor van de studentenkring van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam, hoort „niet echt verhalen van studenten die in zak en as zitten. Maar dat kan ook het gevaarlijke zijn. Onze tweejaarlijkse conferenties gingen niet door en dat zijn wel de weekenden waarin je een band opbouwt en diepe gesprekken hebt.” Nu is daar minder ruimte voor. De kring organiseert nog wel lezingen, maar activiteiten buiten de kerkzaal en de borrels na afloop zijn gesneuveld. „Voor het welzijn van studenten is het juist van belang elkaar te ontmoeten.”
Hoornbeeck-docent De Jong ziet uit naar fysieke lessen, zoals tussen september en de Kerst. „Die waren zo leuk. Studenten waren onwijs betrokken op elkaar, meer dan voor corona. Ze vonden het zo fijn om weer naar school te komen en hadden echt iets in te halen.” Als lockdown op lockdown volgt, wordt het wel uitzichtloos, denkt ze. „Het zou beter worden met het vaccin, maar het is niet beter. Studenten begrijpen dat niet, want in de tijd dat de school open was, ging het best goed. Nu vragen ze zich af: is dit m’n leven, alleen achter de laptop op m’n kamer?”
We hebben elkaar nodig om deze tijd door te komen, zegt ze. „Je hoeft geen psycholoog te zijn, maar wees wel een goede buur. Iemand die even vraagt hoe het met je gaat.”