„Boosterprik zorgt voor meer én betere antistoffen”
Nederland zit in lockdown. Een belangrijke reden is om tijd te kopen voor de boostercampagne, legde minister De Jonge zaterdag uit. Acht vragen aan immunoloog prof. Ger Rijkers.
„Boosteren helpt enorm. Dat is wat perspectief biedt”, zei De Jonge zaterdagavond tijdens de persconferentie. Hij beloofde dat alle 18-plussers uiterlijk 7 januari een uitnodiging krijgen voor een oppepprik.
Prof. Rijkers vindt dat Nederland aan de late kant is met de boostercampagne, maar is blij dat die nu toch op stoom begint te raken. „De extra prik zorgt voor meer én betere antistoffen”, verklaart de immunoloog van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg.
Leg dat eens uit. Wat doet de boosterprik precies?
Rijkers: „Bij boostervaccinatie maakt het lichaam niet alleen meer antistoffen aan, maar die worden ook beter. In het echte leven is het vaak: hoe meer, hoe slechter. Maar in de immunologie geldt een algemeen principe: hoe meer, hoe beter. Dat is inmiddels ook aangetoond voor de derde coronaprik.
Tijdens een afweerreactie is er een competitie tussen de antistoffen die aan de viruseiwitten binden, de zogenaamde antigenen. Als er weinig antigenen in je lijf zijn, zullen de antistoffen die het meest specifiek zijn daaraan hechten. De krachtigste antistoffen blijven daardoor het langst in het bloed aanwezig na een prik. Bij de boosterprik selecteer je in feite voor de beste antistoffen, die in het lichaam zijn overgebleven na de eerdere prikrondes.”
Waarom zijn twee prikken niet genoeg?
„Na twee prikken heeft je lichaam antistoffen die wel een beetje binden aan omikron, maar zeker geen volledige bescherming geven. Daardoor zien we in Afrika opvallend veel doorbraakinfecties.
Een boosterprik vermindert het risico op een doorbraakinfectie en helpt zo de verspreiding van omikron tegen te gaan.”
Hoe goed beschermen twee prikken tegen ernstige ziekte?
„Dat weten we nog niet. De komende weken zal dat duidelijk worden. De verwachting is dat twee prikken bij de nieuwe variant nog steeds goed beschermen tegen ernstige ziekte, maar wel iets minder goed. De bescherming na de derde prik zal ook geen 100 procent zijn, maar wel beter dan na twee prikken. Op bevolkingsniveau kan de boosterprik daarom veel ziekenhuisopnames schelen.”
De Gezondheidsraad zei eerst dat er zes maanden moeten zitten tussen de tweede en de derde prik. Nu is dat drie maanden. Maakt dat nog uit?
„Drie maanden vind ik lang genoeg. Die termijn van zes maanden was omdat mensen een halfjaar na vaccinatie of een infectie nog veel en goede antistoffen hebben.
Vanwege de snelle opmars van omikron is er nu al behoefte aan een boostershot. Dan moet je ook niet langer wachten. Binnen de immunologie is drie maanden overigens een vuistregel als veilige termijn tussen twee prikken.”
Veel mensen vertrouwen op hun natuurlijke afweer. Ze wijzen erop dat een infectie voor een bredere afweerreactie zorgt dan een vaccin. Klopt dat?
„Die redenering is niet goed te verdedigen. In de meeste gevallen beschermt natuurlijke immuniteit voldoende tegen ernstige ziekte. Dat levert dan een brede immuniteit op. Maar ik zal nooit zeggen: vaccinatie is niet nodig, je kunt beter corona oplopen. Daarvoor is het virus veel te gevaarlijk.”
Stel: je hebt corona gehad. Is een boosterprik dan wel nodig?
„Ja. We hebben vorig jaar in Tilburg de hoeveelheid antistoffen onderzocht bij ziekenhuismedewerkers die corona hadden opgelopen. Mensen die stevige klachten hadden, bleken veel antistoffen aan te maken. Degenen met milde klachten hadden daarentegen maar weinig antistoffen in het bloed. Daarom is een vaccin ook voor personen met een doorgemaakte infectie aan te bevelen, om de hoeveelheid antistoffen op te krikken.”
Wat als iemand is gevaccineerd en daarna besmet raakt?
„Een besmetting na vaccinatie zorgt voor een natuurlijke booster. De hoeveelheid antistoffen neemt dan met een factor tien toe, weten we uit een Israëlische studie.”
Alle aandacht gaat uit naar de antistoffen. Maar ook de zogenaamde T-cellen behoren tot het verdedigingsapparaat van het lichaam. Activeert vaccinatie deze afweercellen?
„Ja, vaccinatie activeert ook T-cellen, die met virus geïnfecteerde cellen doden. Het duurt wel wat langer voordat deze afweercellen in actie komen. Antistoffen zitten overal in je lichaam, onder meer in de slijmvliezen. Bij een besmetting komen die daardoor snel in contact met het virus. T-cellen doden pas een lichaamscel nadat deze is geïnfecteerd.
Deze immuuncellen herkennen net weer andere onderdelen van het viruseiwit dan antistoffen doen. Uit studies blijkt dat de stukjes die T-cellen herkennen niet zoveel zijn veranderd bij omikron. Om die reden denken we dat vaccinatie of een doorgemaakte infectie bij omikron nog goed tegen ziekenhuisopname beschermt.
T-cellen zijn inderdaad steeds onderbelicht gebleven in het vaccinatieverhaal. Dat komt vermoedelijk omdat het werkingsmechanisme moeilijker uit te leggen is. Daarnaast zijn antistoffen veel makkelijker te meten dan T-celactiviteit. Als iemand voldoende antistoffen heeft, betekent dat in de meeste gevallen ook dat de T-cellen het goed doen.
Deze afweercellen zijn ongelooflijk belangrijk voor het immuunsysteem. Een geïnfecteerde cel is in wezen een virusfabriek. Eén cel kan tussen de duizend en tienduizend nieuwe virusdeeltjes maken. Je zou duizenden antistofmoleculen nodig hebben om alle die deeltjes te neutraliseren, of één T-cel. Deze afweercel is dus veel effectiever, omdat die de bron aanpakt.”