Kerk & religie

Nico van der Voet: Een eenzame deugd is geen deugd

De gereformeerde gezindte denkt meer in zonden dan in deugden. Nico van der Voet, docent ethiek en studentenpastor aan de Christelijke Hogeschool Ede, houdt die twee graag bij elkaar. In hun totaliteit. De deugden zijn niet los verkrijgbaar, de zonden zijn niet te splitsen. „We moeten proberen de breedte van het deugdzame christelijke leven in acht te nemen.”

10 December 2021 14:29
Voor Nico van der Voet, docent ethiek aan de CHE, is hebzucht dé hoofdzonde van de gereformeerde gezindte. beeld Sjaak Verboom
Voor Nico van der Voet, docent ethiek aan de CHE, is hebzucht dé hoofdzonde van de gereformeerde gezindte. beeld Sjaak Verboom

Hoewel het rijtje van klassieke hoofdzonden (hoogmoed, hebzucht, onkuisheid, jaloezie, gulzigheid, woede, luiheid) iets willekeurigs heeft, getuigt het volgens Nico van der Voet wel van mensenkennis. Veel andere zonden komen er min of meer uit voort. „Wat dat betreft zou ”bronzonden” een betere benaming zijn. Wat als hoofdzonden wordt gezien, verschilt overigens per tijd en per cultuur. In Azië is mensen van hun eer beroven of zelf eerloos optreden een hoofdzonde. Die staat niet in ons rijtje, terwijl de Bijbel er toch het nodige over zegt.”

Van de zeven hoofddeugden zijn verstandigheid, rechtvaardigheid, zelfbeheersing en moed afkomstig uit de ethiek van de Griekse filosoof Aristoteles. De Vroege Kerk voegde er geloof, hoop en liefde aan toe. Ook deze rij kan worden verlengd, constateert Van der Voet. „Dat neemt niet weg dat veel van het goede is verbonden met de genoemde deugden. Zowel de hoofdzonden als de hoofddeugden zijn eeuwenlang gebruikt voor het morele onderwijs van de gelovigen. In de theologie van Thomas van Aquino vond de doordenking ervan een hoogtepunt.”

Gaf de Reformatie een breuk in dit denken?

„De Reformatie verwierp de deugden- en zondenleer van de Rooms-Katholieke Kerk niet, maar plaatste die wel in een ander licht. De rooms-katholieke benadering gaf aanleiding om te denken dat deugden kwaliteiten van mensen zijn en dat zonden met toegevoegde hulp van God overwonnen kunnen worden. De Reformatie benadrukte dat er alleen redding is door de genade van Christus. Deugden zijn vrucht van de Geest. Geloof, hoop en liefde zijn al helemaal geen menselijke kwaliteiten.

Vanaf de Reformatie waren niet de deugden- en zondenlijsten maar de Tien Geboden bepalend in het morele onderwijs. In onze tijd is de deugdenleer weer populair, omdat mensen een hekel hebben aan geboden. Persoonlijk vind ik aandacht voor de deugden een goede aanvulling. Het is belangrijk dat wij de kinderen opvoeden tot mensen die betrouwbaar zijn in hun handel en wandel. Dat gaat niet vanzelf. Ik houd mijn hart vast als ik zie dat de media de morele vorming deels hebben overgenomen.”

Welke zonde wordt in reformatorische kring volgens u het meest benadrukt?

„Onkuisheid staat met stip op één. We zeggen over seksualiteit het omgekeerde van wat de brede samenleving erover beweert, maar we zijn er net zo druk mee bezig. Dat is sinds de Vroege Kerk het geval. De dreiging van onkuisheid wordt boven alle andere gevaren verheven. Dat verbaast me. Stel dat we het voor elkaar krijgen om op seksueel gebied deugdzaam te leven, wat zijn we dan gevorderd? Een eenzame deugd is geen deugd. Daarom moeten we proberen de breedte van het deugdzame christelijke leven in acht te nemen, door tegen alle zonden te strijden en ons in alle deugden te oefenen. Dat is veel moeilijker dan focussen op één hoofdzonde of één hoofddeugd.

Hoe langer ik naar het rijtje hoofdzonden kijk, des te meer bekruipt mij het gevoel dat we ons om zes van de zeven helemaal niet zo druk maken. We willen uiteraard niet dat onze kinderen jaloers zijn, gulzigaards worden of woede-uitbarstingen kennen, maar worden we ervoor gewaarschuwd vanaf de preekstoel of in de catechese? Die ondeugden zijn zo algemeen dat we ze min of meer hebben geaccepteerd. Ik durf weinig te zeggen over gemakzucht, met mijn geringe inspanning voor gerechtigheid in deze wereld. Ik durf weinig te zeggen over onmatigheid, want ik drink en ik snoep en een deel van het gekochte voedsel gooi ik in de vuilnisbak. Omdat ik zelf midden in die praktijk zit, zwijg ik er maar over, ook op de preekstoel. Seksuele zonden kan ik rustig aanwijzen. Daar heb ik geen last van. Of ik suggereer er geen last van te hebben. Als het over zonden gaat, luisteren we bovendien vooral voor onze buurman. Voor eigen zondig gedrag hebben we altijd schijnbaar legitieme verontschuldigingen. We zijn geraffineerde Bijbellezers.”

Welke hoofdzonde verdient binnen de gereformeerde gezindte meer aandacht?

„Ik dacht dat het Karl Barth was die gezegd heeft dat dé hoofdzonde van christenen traagheid is. Wij zijn lui in het dienen van God en de naaste. Ik wil de hebzucht onderstrepen. Ieder gaat voor zijn eigen materiële belangen. De kruimels die we over hebben, zijn voor de armen. Ook de milieuproblemen hebben alles met onze hebzucht te maken, maar liggen we er wakker van? Onze gezindte leeft helemaal niet zo veel anders dan de doorsnee-Nederlander.

De hebzucht hangt nauw samen met de toenemende gerichtheid op het eigen ik, terwijl de problemen waarmee we te maken hebben juist ik-overstijgend zijn. Alle grote crises spelen tegenwoordig op wereldschaal. Oogkleppen opdoen is schadelijk en zondig, omdat het onze verantwoordelijkheid ervoor ontkent of kleineert.”

Hoe breed leeft het besef dat moraal in de eerste plaats iets van het hart is?

„Moraal is iets van hoofd, hart en handen. Je kunt ook zeggen: van denken, levensrichting en gedrag. De Grieken dachten dat het kennen van het goede genoeg was om tot goed gedrag te komen. Daar zet Paulus een streep door. Hij wéét wat het goede is en doet toch het verkeerde. Dat verscheurt hem. Een heilige levenswandel begint met de vernieuwing van ons hart, door de Heilige Geest. Als wij ons gedrag willen beïnvloeden, moeten we dus om een nieuw hart bidden. En dan nog voeren goed en kwaad een voortdurend gevecht in ons leven. Vanuit onszelf zijn we geneigd tot moralisme: denken vanuit regels over goed en kwaad die bij onze eigen groep passen. Dat vind je overal: in kerken en in politieke partijen. Het leidt tot het gemakkelijk veroordelen van anderen.”

17761495.JPG
Voor Nico van der Voet, docent ethiek aan de CHE, is hebzucht dé hoofdzonde van de gereformeerde gezindte. beeld Sjaak Verboom

Is er terecht meer aandacht gekomen voor het belang van tolerantie?

„Onze geschiedenis is er een van intolerantie, dus ik begrijp dat die ondeugd nu als een groot kwaad wordt gezien. Alleen de pleidooien zijn onzuiver. Tolerantie wil niet zeggen dat iedereen alles van iedereen zonder tegenspraak moet goedkeuren, maar dat ik anderen verdraag als ik het met hen oneens ben. Zeker de óverheid moet tolerant zijn en het debat tussen mensen die verschillend denken niet om zeep helpen. Het paradoxale is dat mensen die tolerantie eisen, medemensen met andere normen en waarden het zwijgen op willen leggen.”

Wat is in uw optiek de meest pregnante hoofdzonde van onze samenleving?

„De gelijkheidsdwang. De slogan van de Franse Revolutie was: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Daar zijn lelijke woorden over gezegd vanwege de revolutionaire invulling 
–geen God en geen meester– maar op zichzelf is er niets mis met die leus. Je kunt die ook heel christelijk invullen.

Tijdens de Franse Revolutie kreeg de vrijheid alle nadruk, ten koste van gelijkheid en broederschap. Koningen en adellijke lieden werden doodgeslagen. Het opvallende van onze tijd is het verabsoluteren van gelijkheid. Minderheden mogen geen minderheid meer zijn. Iedereen wordt gedwongen hetzelfde te denken, te vinden en te doen. Nu mag je niet meer zeggen wat je zegt, straks mag je niet meer denken wat je denkt. De werkelijkheid is dat mensen niet gelijk zíjn. Als ik al mijn studenten gelijk ga behandelen, discrimineer ik ze. De een heeft meer aandacht nodig dan de ander.

Waar gelijkheid tot hoogste norm wordt verheven, gaat eerst de vrijheid ten onder en vervolgens ook de broederschap. De gemeenschapszin sneuvelt onherroepelijk als iedereen in dezelfde mal wordt geperst om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. 
In China gebeurt dat op communistische 
wijze, bij ons op liberale wijze. Waarbij we eerlijk moeten zeggen dat de christelijke variant van weleer dezelfde trekken vertoonde. We beseften te weinig dat het Koninkrijk der hemelen gelijk is aan een veld waar koren en onkruid samen opgroeien. Het onkruid hoeven wij volgens Jezus niet uit te roeien. De oogst is aan Hem, dan zal Hij kruid en onkruid splitsen. Als wij dat gaan doen, creëren we een groep van gelijkgezinden 
met daarbuiten de vijand.”

Welke deugd valt u vandaag op?

„De zorg voor oudere en kwetsbare mensen. Als je in Nederland een keer op straat komt te liggen na een ongeval, verbaas je je erover hoeveel er uit de kast wordt gehaald om je op te vangen en te behandelen en hoeveel mensen zich daarvoor inspannen. Zelfs als het ongeluk je eigen schuld was.”

Welke deugd ziet u in de reformatorische gezindte naar voren komen?

„Van de kardinale deugden kan ik er niet één in het bijzonder noemen. Wel hoop ik dat geloof, hoop en liefde het gedrag van de mensen stempelen. Je moet de deugden bij elkaar houden, wil je niet ontsporen. In dat licht vind ik het prima dat de gereformeerde gezindte niet gekenmerkt wordt door één opvallende deugd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer