Bij zending zijn er geen sluiproutes
Iedere christen wil dat het Evangelie zo snel mogelijk naar de uithoeken van de wereld wordt verspreid. Toch kan zending niet zonder de lange tijd die er nodig is voor de opbouw van relaties en het leren kennen van een cultuur.
Ik landde voor het eerst op Papoea-Nieuw-Guinea in januari 1979. Het kostte mijn vrouw, twee kleine zoons en mij dagen om ons een weg omhoog te banen via drie rivieren naar de onbereikte Iteristam. Toen we ons huis in het dorp bouwden, waren we de eerste buitenstaanders ooit die tussen deze mensen gingen wonen.
Toen we weggingen, twintig jaar later, hadden mensen die nog nooit de naam van Jezus hadden gehoord voordat we aankwamen, een Nieuwe Testament in hun eigen taal en een bloeiende plaatselijke kerk onder leiding van acht trouwe Bijbelleraren. Als Beth en ik weer op bezoek gaan, verheugen we ons altijd in de groei en diepte van de gemeente van gelovigen.
De twee decennia tussen die eerste landing en ons laatste vertrek voelden extreem lang. Het duurde vijf jaar voordat ik de Itericultuur en -taal vloeiend genoeg sprak om het Evangelie met hen te delen. Het kostte me zeven maanden om het verhaal van de schepping, de val en de dood van Jezus aan het kruis te delen. Het kostte dertien jaar acht uur per dag om de mensen een vertaling van Gods Woord te geven.
In de dagen van Google Translate en snelle kerkplantingsbewegingen lijkt mijn proces misschien tergend langzaam. Maar geloof me als ik je zeg: ik ging zo snel mogelijk.
Lokale talen
Elke echte volgeling van Jezus Christus wil dat de boodschap van redding zo snel mogelijk naar alle uithoeken van de planeet wordt verspreid. Met dat doel hebben veel overzeese arbeiders de historische methoden van Evangelieverspreiding terzijde geschoven.
Zo wordt het leren van lokale talen tot een zeer vloeiend niveau soms als onnodig beschouwd. Waarom zou je daar tenslotte de tijd voor nemen als je een ”local” kunt vinden die met je meedenkt en hem kunt trainen om veel sneller te vertalen? Of hij het Evangelie begrijpt, is bijkomstig. Er wordt aangenomen dat groepen vanzelf tot een duidelijk begrip komen van wat de passage betekent.
Maar degenen die denken dat ongeredde animisten, moslims of hindoes het vanzelf wel zullen begrijpen, nemen niet de verantwoordelijkheid voor duidelijke Evangeliecommunicatie. „Onderwijs of predik niet; faciliteer in plaats daarvan ontdekking en gehoorzaamheid”, schrijft Jerry Trousdale, directeur van Amerikaanse zendingsorganisatie International Ministries. „Als mensen gewoon aan de Schrift worden blootgesteld, zal God de waarheid aan hen openbaren.”
Verkeerde Schriftlezing
Een verkeerde lezing van Johannes 16:13, over de Geest Die in alle waarheid leidt, is hiervoor verantwoordelijk. Historisch gezien begrepen zendelingen dat Paulus bedoelde dat de verantwoordelijkheid voor duidelijke communicatie bij de Evangeliewerker lag (2 Korinthe 5:18-20; Kolossenzen 4:4). Toen de Heilige Geest met Pinksteren op de christenen werd uitgestort, bewoog hij hen onmiddellijk om te prediken – om Gods Woord duidelijk uit te leggen en toe te passen in een taal die de toehoorders konden begrijpen. De Geest gebruikte toen de prediking om 3000 zielen naar zich toe te trekken. De Geest werkt samen met duidelijke Evangelieprediking voor de redding van de volken. In ons verlangen naar snelheid kunnen we datgene wat de Geest graag gebruikt niet verwaarlozen.
In mijn ervaring is er geen manier om overhaast een taal te leren, en er is geen manier om iemands overtuigingen echt te begrijpen, tenzij je een goed begrip hebt van wat ze zeggen. Het duurde vier jaar voordat ik vertrouwd raakte met de kenmerken van elk van de vele goden van de Iteri. Zonder dat te doen, zou ik niet in staat zijn geweest om hun goden te vergelijken met de echte God, en hun te vragen om te kiezen.
Snelle relaties
Toen ik de aard van God uitlegde –en wat Hij van ons vraagt– aan het Iterivolk, drong het door tot hoe ze eeuwenlang hadden geleefd. Ik veroordeelde hun gebruikelijke praktijken van geweld, moord en verkrachting. Ik vertelde hun dat hun praktijken, en de praktijken van hun ouders en grootouders en overgrootouders, verkeerd waren.
De jaren dat ik tussen hen had gewoond en vriendschappen met hen en hun ouders had opgebouwd, hebben me geholpen om dit op een niet kille manier te doen. Mijn publiek wist dat ik urenlang had gejaagd, gepraat en gelachen met hun vaders. Ik kende hen en hield van hen. Ik negeerde of verwierp hun voorouderlijke overtuigingen niet, maar probeerde ze zo eerlijk en volledig mogelijk weer te geven. Ik wilde geen stromanargument omver blazen –ze zouden dat in een oogwenk doorzien– maar een echte vergelijking van religieuze geloofssystemen presenteren. Ik wist wat ik hun vroeg op te geven en wat het hun zou kosten om een hele manier van leven op te geven. Ik wist ook wat ze zouden winnen.
Zoals iedereen die een beproefde vriendschap heeft opgebouwd, weet, is er geen manier om de gemeenschappelijke ervaringen, gesprekken en tijd te overhaasten die in die stevige relatie verworteld zijn.
Wereldbeeld
Het is gevaarlijk voor een Evangeliewerker om het wereldbeeld van de persoon die hij of zij aanspreekt niet te kennen. Goede advocaten stellen geen vragen aan een getuige als ze verrast zullen worden door de antwoorden. Op dezelfde manier moeten serieuze Evangelieverkondigers weten hoe de –voor hun luisteraars nieuwe– ideeën overkomen, als ze die bij hun luisteraars introduceren.
Als we Jezus aan het Iterivolk hadden voorgesteld zonder hun taal, cultuur of relaties te begrijpen, zouden ze gretig hebben geprobeerd God te gehoorzamen – door Hem toe te voegen aan de lijst met geesten die ze al aan het sussen waren.
Het kost tijd om een wereldbeeld op dat niveau te leren kennen. Het kost tijd om te prediken, zodat mensen de God van de Schrift beter begrijpen dan hun geest of goden. Het kost tijd en veel onderwijs in Gods Woord om te zien dat mensen door hun zonde gebroken zijn. En het kost tijd om iemand het unieke van Christus’ zondeloze leven en Zijn offer aan het kruis te zien begrijpen als de enige acceptabele manier om vergeving van God te vinden.
Niemand pleit voor ”langzaam” omdat hij het gewoon traag wil doen. Maar wanneer ”langzaam” mensen in staat stelt de God van het universum te leren kennen Die Zijn Zoon zond om voor zondaars te sterven, ben ik bereid zo langzaam als nodig te werk te gaan.
De auteur is oprichter van de missiologische trainingsorganisatie Radius International. Bron:
gospelcoalition.org
.