Jonge generatie refo’s steeds opener over gezinsvorming
De acceptatie van voorbehoedsmiddelen is in christelijke kring fors toegenomen. Gezinnen worden kleiner, maar de openheid over het onderwerp gezinsvorming groeit.
Spreken over gezinsvorming heeft altijd iets kwetsbaars, vindt ds. A. Schreuder, predikant van de gereformeerde gemeente in Beekbergen. „Het gaat over de manier waarop twee mensen in de beslotenheid van hun huwelijk met elkaar omgaan. En hoe ze hun lichamelijk samenkomen voor het aangezicht van de Heere beleven.”
Uit het onderzoek onder de achterban van het Reformatorisch Dagblad komen twee punten naar voren als het gaat om gezinsvorming. Enerzijds is de waardering van grote gezinnen (vijf kinderen of meer) de laatste jaren afgenomen. Anderzijds is de acceptatie van voorbehoedsmiddelen flink toegenomen. Twee uitkomsten waar de predikant niet van opkijkt. „Vanuit het pastoraat merk ik de afgelopen jaren dat dit gaande is.”
De gezinnen „in onze kring” lijken in grootte af te nemen ten opzichte van vroeger, constateert de predikant. Zelf ziet hij daarin het effect van de tijdgeest op de reformatorische gezindte. Zoals in alle andere aspecten van het leven willen stellen ook in het huwelijksleven de dingen in de hand hebben, denkt hij. Bovendien heerst in de maatschappij het idee dat je pas kinderen ‘moet nemen’ als je eraan toe bent. „Na je trouwen neem je eerst tijd voor elkaar. De vrouw moet vaak blijven werken om het financieel rond te krijgen. Kinderen kosten geld, tijd en energie. Bovendien vraagt het krijgen van kinderen zelfverloochening. In deze tijd van zelfontplooiing en zelfbeschikking is dat tegen de stroom in roeien.”
Logisch dus dat er dan gegrepen wordt naar middelen om het krijgen van kinderen uit te stellen, aldus ds. Schreuder. Anticonceptie zorgt er volgens hem bij uitstek voor dat je de controle kunt houden. „Het is een makkelijk middel om te plannen wanneer er kinderen mogen komen. Op die manier heb je altijd zekerheid.”
Met het beschikbaar zijn van voorbehoedsmiddelen worden seksualiteit en het krijgen van kinderen van elkaar losgemaakt. Die ontwikkeling is in gang gezet onder meer met de opkomst van de pil, in de jaren 60 en 70. „Wel de lusten, niet de lasten. Dat spreekt mensen aan. Wat dat betreft zijn ook reformatorische mensen kinderen van deze tijd.”
Onthouding
Die kant ziet ook Astrid Bokhorst, beleidsadviseur Advies & Toerusting bij NPV - Zorg voor het leven (Nederlandse Patiënten Vereniging). Het beter beschikbaar komen van de middelen, wereldgelijkvormig denken en de veranderde seksuele moraal spelen ook onder christenen een belangrijke rol. „Dat je met seksuele gemeenschap niet meteen het risico hebt om zwanger te worden, heeft iets gedaan met hoe we naar seksualiteit kijken. Ook binnen de refowereld.”
Verrast is Bokhorst dus niet door de cijfers uit het onderzoek. Wel vraagt ze zich af of mensen zich realiseren dat ook natuurlijke geboorteplanning onder voorbehoedsmiddelen kan vallen. „In het onderzoek is de vraag of je met middelen mag ingrijpen op het aantal kinderen, maar ook onthouding is een vorm van gezinsplanning.”
De NPV heeft sinds enkele jaren een speciale pagina en keuzehulp voor stellen die vragen hebben over gezinsvorming. Geregeld kloppen echtparen bij de NPV aan met vragen over het gebruik van anticonceptie. „De uitkomsten van dit onderzoek passen bij wat we waarnemen. Eigenlijk komen twee vragen voortdurend terug: enerzijds de vraag of je anticonceptie mag gebruiken, en anderzijds de vraag naar de abortieve werking van een middel.” Kreeg de NPV ongeveer tien jaar geleden nog zo’n vijftien vragen per jaar over dit onderwerp; vanaf 2016 tot heden gaat het om pakweg veertig in een jaar.
Het laat volgens Bokhorst zien dat veel stellen tobben over gezinsvorming. „Ze vragen zich af wie hen richting geeft, met wie ze over het onderwerp kunnen praten. Voor velen is de drempel te hoog bijvoorbeeld een ouderling hierover aan te schieten.” Uit een eigen peiling van de NPV bleek recent dat veel mensen uit de achterban van de NPV geen open gesprek over anticonceptie hebben kunnen voeren met hun ouders. Driekwart van de christelijke ondervraagden gaf dat aan, tegenover een kwart uit niet-christelijke kring.
Energie
Hoewel de NPV er nooit onderzoek naar deed, herkent ook Bokhorst uit haar eigen omgeving dat de gezinnen in reformatorische kring kleiner worden. Ze vindt het lastig om daaruit af te leiden dat de waardering voor een groot gezin ook daadwerkelijk afneemt, zoals het RD-onderzoek suggereert. De ontwikkeling toeschrijven aan de tijdgeest, zoals ds. Schreuder doet, is volgens haar slechts één kant van het verhaal. „De huidige tijd stelt andere eisen aan jonge stellen. Denk aan het begeleiden van jonge kinderen in de omgang met sociale media en het gendervraagstuk. Misschien willen echtparen wel graag veel kinderen, maar kunnen ze het niet aan. Of is er meer tijd en energie per kind nodig dan vroeger. Is het dan wereldgelijkvormigheid of zijn de tijden ingewikkelder geworden?”
Ook ds. Schreuder kan zich voorstellen dat echtparen worstelen met het krijgen van kinderen in deze tijd. „We leven in een tijd waarin de dingen snel veranderen en de mensen gaan voor het hier en nu. Een echtpaar moet het regelmatig naar de omgeving verantwoorden als er na twee kinderen nog een derde en vierde komen. Anderen, ook uit de eigen kring, hebben daar nogal eens commentaar op.”
De predikant erkent dat een groot gezin ook een keerzijde kan hebben. „Helaas zie je in het pastoraat soms enorme ouderlijke onmacht. Ouders hebben altijd een verantwoordelijkheid, ook in het krijgen van kinderen. Er kunnen redenen zijn om een volgende zwangerschap uit te stellen. Bijvoorbeeld de psychische en lichamelijke gesteldheid van de moeder.”
In het huwelijksformulier wordt gesproken van ”met verstand bij elkaar wonen”. Kunnen stellen die frase aanvoeren om het gebruik van voorbehoedsmiddelen te rechtvaardigen? Ds. Schreuder is terughoudend. „Het klopt dat dit stukje gebruikt wordt om te motiveren waarom men voor anticonceptie kiest. Ik weet niet of dat de Bijbelse weg is. Zelf betrek ik deze tekst meer op de verantwoordelijkheid richting elkaar en richting de Heere.”
Dat anticonceptie in korte tijd zo’n grote acceptatie heeft doorgemaakt in christelijke kring, heeft volgens ds. Schreuder en Bokhorst veel te maken met de toegankelijkheid via internet. Daar kunnen mensen –anoniem– allerhande informatie over anticonceptie vinden. Zowel ds. Schreuder als Bokhorst vermoedt dat de mogelijkheid anoniem informatie op te doen belangrijk is voor mensen uit de reformatorische gezindte. Uit de peiling van de NPV bleek dat de christelijke achterban het internet als informatiebron verkiest boven de eigen arts. „Wellicht gaan christelijke stellen liefst eerst anoniem op zoek”, denkt Bokhorst.
Ouderen
Uit de reacties op het onderzoek bleek dat juist ouderen welwillender tegen het gebruik van voorbehoedsmiddelen staan. Van de mensen van 85 jaar en ouder is 30 procent het helemaal met dit gebruik eens, tegenover 23 procent in de leeftijd van 25 tot 34 jaar en 24 procent in de leeftijd van 35-44 jaar. Denken ouderen genuanceerder? Bokhorst vermoedt dat hierbij een stukje levenservaring om de hoek komt kijken. „Ouderen weten wellicht uit eigen ervaring dat een groot gezin veel vraagt en zeggen daarom dat anticonceptie acceptabel is. Jonge mensen staan nog maar aan het begin.”
Volgens Bokhorst zouden de cijfers ook verklaarbaar kunnen zijn vanuit een bredere maatschappelijke trend. De jonge generatie keert zich in toenemende mate tegen hormonale anticonceptie. Die invloed kan zich ook doen gelden binnen de reformatorische wereld.
Positief vinden beiden dat er steeds meer openheid is om over het onderwerp seksualiteit en gezinsvorming te praten. Bokhorst ziet in haar werk dat het taboe op seksualiteit afneemt. „Ik hoop dat mensen meer samen nadenken wat de Heere op dit gebied van hen vraagt. En dat dit binnen generaties besproken wordt. Want de realiteit is dat de middelen beschikbaar zijn, en dat ze gebruikt worden.”
„Een of twee generaties terug was het heel ongewoon als je als predikant iets over deze dingen zei”, aldus ds. Schreuder. „Tegenwoordig brengen we dit onderwerp in zowel prediking, pastoraat als huwelijkscatechese aan de orde. Vanuit de kerk is er veel meer aandacht voor gezinsvorming.”
Juist jonge mensen maken een bewustere keuze als het gaat om het krijgen van kinderen, merkt de predikant. „Ik zie in onze kringen een heel aantal jongelui op een eerlijke manier met dit onderwerp worstelen. Er wordt veel over nagedacht. Dat stemt mij hoopvol.”