Apologetiek is geen abstracte en theoretische wetenschap, maar geloofsgetuigenis, vindt prof. Benno Zuiddam. „Als je Hem liefhebt, wil je Zijn geboden onderhouden en ben je bereid om aan de wereld om je heen uit te leggen waaróm je dat doet.”
Prof. Zuiddam (53) woonde samen met zijn vrouw en hun vier kinderen jarenlang in Zuid-Afrika en Australië, waar Zuiddam hoogleraar en predikant was. Nog steeds is hij als nieuwtestamenticus verbonden aan het Zuid-Afrikaanse Potchefstroom. Deze omzwervingen leerden hem veel over het getuigen van het geloof in de wereld. In Nederland geeft hij inmiddels college aan het Hersteld Hervormd Seminarium in Amsterdam en werkt hij bij het Bijbels Beraad M/V. Op zondag preekt hij graag.
Waarom is apologetiek belangrijk voor u?
„In het Nieuwe Testament lezen we dat we rekenschap, apologia, afleggen van de hoop die in ons is. Apologetiek is dus geen abstracte en theoretische wetenschap, maar deel van een geloofsgetuigenis, het volgen van Jezus als de Heere, de gezalfde Koning, de Messias. Wie uitlegt waarom hij dat doet, bedrijft apologetiek.”
Twee aspecten
Volgens prof. Zuiddam heeft apologetiek twee aspecten: God bestaat echt en Hij heeft betrouwbaar gesproken in deze werkelijkheid. „Dat wil zeggen in natuur en Schrift, wat verwijst naar de algemene en bijzondere openbaring. Al die andere debatten zijn maar tijdelijke uitvloeisels binnen tijd en cultuur.”
Apologetiek heeft een positieve en negatieve kant, je getuigt ergens voor en je bent ergens tegen.
„Je kunt niet anders. Voor de kerk van alle tijden is het belangrijk dat God gediend wordt op Zijn manier en dat we God zien zoals Hij zichzelf openbaart. Dat strijdt met een materialistische verklaring van de werkelijkheid zoals die sinds de zeventiende eeuw ontstond, met de uitlopers naar Darwin. Dan heb je een ander soort Schepper dan Die van de Bijbel. Of je krijgt de populaire gedachte van een theïstische evolutie: God schiep deze wereld in een proces van miljoenen jaren van uitzichtsloos lijden en de dood was al in de wereld voordat de zonde kwam. Dan heb je geen waarlijk goede schepping en geen waarlijk goede God in de zin van het Oude en Nieuwe Testament.”
Hoe bedrijf je apologetiek?
„Door de samenleving om je heen te verstaan, zodat je die begrijpt en daarbij aansluit. Je communiceert dan niet in het luchtledige, met taal en begrippen die anders opgevat worden of totaal niet overkomen. Paulus bedrijft heel sterk apologetiek op de Areopagus. Als een heidense dichter iets waars gezegd heeft over Boven, dan kan dat dienen als een brug om een luisterend oor te krijgen. Verder is in mijn ervaring heel belangrijk dat je de feiten en de argumenten van de tegenstander heel goed kent en recht probeert te doen. De ideologie in de samenleving cancelt wetenschappelijk onderzoek dat niet in het straatje past, een apologeet verrekent alle waarheid.”
Niet laatdunkend
In het bedrijven van apologetiek is het echt cruciaal om de ander te begrijpen, reageert Jurjen ten Brinke, voorganger van Hoop voor Noord in Amsterdam. „En om de argumenten van de ander op waarde te schatten, wat onder andere betekent dat je er niet laatdunkend over bent. Dat is immers ook wat je van de ander verwacht als jij getuigenis aflegt van de hoop die in je is.”
Als christenen die in een seculariserend land wonen, hebben we daarin huiswerk, aldus Ten Brinke. „Te veel mensen zitten nog in hun christelijke bubbel en laten zich, al dan niet door de algoritmes van social media, vooral voeden in het eigen gelijk. Heel concreet betekent het voor mij dat ik me zo veel mogelijk voeg in niet-christelijke gezelschappen én daar verantwoordelijkheid neem. Of dat nu de medezeggenschapsraad van de school van mijn kinderen is, of het buurtcomité, het interreligieuze overleg van de stad Amsterdam met leiders van gebedshuizen, van welk geloof dan ook. In al die gevallen stel ik vragen, luister ik en breng ik vervolgens in wat mijn al dan niet christelijke visie op de zaak is.”
Ontmaskeren
We moeten de afgoden van onze samenleving of onze stad leren ontmaskeren, zegt Ten Brinke. „Het is veel te gemakkelijk om in wij-zij te denken. Dat creëert een vijandbeeld. Het probleem in Amsterdam zit hem niet in de Wallen of de coffeeshops. Het probleem zit veel dieper: de hang naar zelfontplooiing, de ik-gerichtheid, de rechthebbendheid, het verlangen naar maximale individuele vrijheid. En als je die onderwerpen op je in laat werken, dan huist afgoderij net zo goed in onze eigen harten en levens.”
Apologetiek betekent voor Ten Brinke: het ontmaskeren van de afgoden. „Bij mezelf en bij die ander, door vragen te stellen én door er een helder geluid uit het Evangelie tegenover te stellen. In de jaren dat ik dat bewust in Amsterdam ben gaan doen, ben ik overtuigder geraakt van de Waarheid. Let wel: de Waarheid is een Persoon, Zijn Naam is Jezus. Dus het is geen boek of systeem of theologie waarmee je een ander om de oren slaat. Maar ik ben tegelijkertijd milder en genadiger geworden naar alle mensen om me heen, gelovig of niet. Omdat ik zie dat zij naar Gods beeld gemaakt zijn en als mens dezelfde vragen over het doel van het leven en zo veel meer als ik hebben. Ik wil minder zenden en meer luisteren, zodat de apologetische boodschap op een juist moment kan landen in de harten van mensen die door Gods Geest zijn voorbereid.”