Opinie

Zet christelijke hoop tegenover euthanasie

Actieve levensbeëindiging blijft in Nederland terrein winnen. De 
opdracht van de kerk in de context van ziekte en verval ligt daarom vooral in een heroriëntatie op de christelijke hoop.

Theo Boer
12 November 2021 07:21
„Zijn zij er nog, die de kunst verstaan om ons moed in te spreken?” beeld iStock
„Zijn zij er nog, die de kunst verstaan om ons moed in te spreken?” beeld iStock

Sinds wij het vijftig jaar geleden voor het eerst bespreekbaar maakten, het dertig jaar geleden gingen reguleren en het twintig jaar terug legaliseerden, is euthanasie in Nederland niet meer weg te denken. Naar schatting zitten we inmiddels op ruim 7000 euthanasiegevallen per jaar.

Was aan het begin euthanasie vooral een optie als iemand terminaal ziek was, nu kiezen in toenemende mate ook anderen voor een geregisseerde dood: mensen met chronische aandoeningen, met psychiatrische problemen, gestapelde ouderdomsklachten, mensen met beginnende en mensen met gevorderde dementie, en hier en daar ook mensen met een voltooid leven. Voor velen is de mogelijkheid van euthanasie een soort levensverzekering: als de nood aan de man komt, is er altijd nog de dood.

Omdát euthanasie zo vanzelfsprekend is, moeten we het er vandaag over hebben. Volgens een recente enquête is een op de negen Nederlanders bang dat euthanasie hun ongevraagd zal overkomen. Een mens doden, al is het op hun verzoek, of een mens helpen bij zelfdoding is en blijft een grensoverschrijdende handeling. Medisch, emotioneel, juridisch, wijsgerig, politiek. Maar laat ik helder zijn: dit is geen pleidooi om euthanasie terug te draaien. Euthanasie is een politieke realiteit en voor democratisch genomen besluiten moeten we ook als kerk respect hebben. Ethisch gesproken kan euthanasie een aanvaardbare noodoplossing zijn. Maar wel een noodoplossing, dus blijft het van belang om als christenen te blijven zoeken naar andere manieren om waardig of waardiger te sterven, blijft het van belang om te zoeken naar bronnen van normativiteit, kracht en troost.

Eenzaamheid

Wat is eigenlijk de hulpvraag bij een euthanasieverzoek? Wat betekent het om te vragen om gedood te worden? Alle retoriek over eigen regie ten spijt denk ik dat er heel weinig mensen zijn bij wie een actieve doodswens niet voortkomt uit ernstig lijden in combinatie met een tekort aan positieve ervaringen. Ik ontmoette in de afgelopen jaren veel mensen met een actieve doodswens. Bij sommigen verdween die wens na een onverwachte, veelal niet-medische gebeurtenis. Zoals de dame met een persistente doodswens op grond van ondraaglijk en uitzichtloos psychiatrisch lijden, die weer opkrabbelde toen zij onverwacht een grote erfenis kreeg.

Veel mensen vragen niet om de dood, maar om een einde aan dit leven. Ze zouden graag doorleven als ze maar van die ziekte af waren, van die eenzaamheid, die kwetsbaarheid. Maar het zijn wisselende verhalen: sommigen houden het zelfs met de grootste erfenis of de liefste partner niet meer vol.

Daarbij verandert bij velen ook de perceptie van wat lijden is. Lijden waar palliatieve zorg minder goed tegen is opgewassen. Zelfs bij fysieke aandoeningen zijn het steeds minder vaak de fysieke klachten en vaker de eentonigheid, de verloren zelfstandigheid, de afwezigheid van welke vorm van uitdaging of groei ook, de onzekerheid, de somberheid, de eenzaamheid, het verlies van leeftijdsgenoten en het verlies van waardigheid.

Troost

Ze zeggen weleens: een mens kan dertig dagen zonder eten, drie dagen zonder drinken, drie minuten zonder zuurstof, maar nog geen drie seconden zonder hoop. Ik zie daarom de opdracht van de christelijke kerk in de context van ziekte en verval vooral in een heroriëntatie op de christelijke hoop. Een van de mooiste Bijbelteksten in dit verband is de tekst van Paulus uit 2 Korinthe 4:16, geschreven als bekend is dat Paulus lijdt onder het verval van zijn lichaam als gevolg van een of meer ernstige kwalen. „Daarom verliezen wij de moed niet”, schrijft hij, „maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd.”

Waarom is dit zo’n krachtige tekst? Omdat de realiteit vaak zo anders is, en omdat deze tekst dus revolutionair is. We kennen allemaal mensen wier geduld, optimisme en wijsheid allerminst „van dag tot dag vernieuwd” worden. Daar kun je levenskunst tegenover zetten, waar te midden van verval zowel naar winstpunten als naar berusting wordt gezocht. Maar de uitspraak van Paulus doet nog meer. Deze is een geloofsuitspraak, een oproep aan volgelingen van Jezus om met Gods hulp weerwerk te bieden aan verdriet over het verlies van vermogens, over onrecht ons aangedaan, aan schaamte om wat we hebben aangericht en aan angst voor wat kan komen.

Vernieuwing van de innerlijke mens moet op de neergang bevochten worden; zij is een toezegging voor wie ”dag aan dag met Christus leven”. Daarmee is deze belofte ook een oproep tot positief denken nog ruim voordat de nood aan de man is. Wie zijn handen heeft leren vouwen, is nooit alleen.

Krachtbron

Maar er is ook hoop voor na het sterven. Voor Paulus is het vooruitzicht van een eeuwig leven een krachtbron om het vol te houden. „Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.”

Het christelijk geloof is geen mooiweergeloof, een geloof dat je ervan verzekert dat ziekte en ellende je pad niet zullen kruisen. Want wie met Christus leeft, takelt wel degelijk ook af, krijgt ziekten, ongelukken en sterft, en dat overkomt ook hun geliefden. Maar ook dan vernieuwt hun leven zich van dag tot dag, tot in het aangezicht van de dood – niet dankzij henzelf maar dankzij Degene aan Wie ze zich vastklampen. Als wijnranken verbonden met de wijnstok. Waar God mensen normen aanreikt, kan het niet anders of Hij Zelf is het Die mensen door hun leven heen bijstaat.

Ondermijnen

Actieve levensbeëindiging in Nederland blijft terrein winnen. Naarmate we euthanasie wenselijker en waardiger gaan vinden, wordt de vraag actueler waarom we dit niet ook aan anderen gunnen. De vraag die zich aandient, is: hoe lang duurt het voordat we het als een vorm van discriminatie zien dat mensen die niet om euthanasie kunnen vragen, dit levenseinde moeten ontberen?

De optie om het leven te beëindigen kan onze levenskunst ondermijnen. Waar zijn de mensen die, als we oud, kwetsbaar en somber zijn geworden, ons liefdevol in onze rolstoel hijsen en zeggen: „Kom op pa, kom op ma, geef het in Gods Naam toch niet op!” Zijn zij er nog, die de kunst verstaan om ons moed in te spreken?

Al in 1951 waarschuwde de Amerikaanse presbyteriaan John Sutherland Bonnell voor een ongewenste ontwikkeling wanneer euthanasie wordt toegestaan bij terminale ziekten van wilsbekwame mensen. „Ieder weldenkend mens”, aldus Sutherland Bonnell, „moet beseffen dat als het principe van euthanasie eenmaal is erkend, de toepassing ervan vrijwel zeker zal worden uitgebreid tot nieuwe groepen.” Zeventig jaar later is Nederland bezig het gelijk van Sutherland Bonnell te bewijzen. Tenzij er een moment aanbreekt dat we zeggen: „Genoeg gemoderniseerd! Hier trekken wij de lijn. De rek is eruit.”

De auteur is hoogleraar ethiek van de gezondheidszorg aan de PThU in Groningen. Dit artikel is een samenvatting van zijn lezing die hij woensdag hield voor de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer