Nieuwe serie met preken oudvaders van start
De rijke inhoud van de preken van oudvaders doorgeven aan een volgende generatie. Dat was het doel van de prekenserie ”Der vaderen erfenis”. Vorig jaar verscheen deel 25. Binnenkort verschijnt deel 1 van de opvolger, de prekenserie ”Geschonken geschriften”.
In 1995 besloot de synode van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN) dat er jaarlijks een prekenbundel zou moeten verschijnen met preken van Hollandse oudvaders. „Initiatiefnemers waren ouderling J. van Dam uit Kinderdijk en ouderling J. B. Philibert uit Geldermalsen”, vertelt J. M. Verwijs, lid van de redactiecommissie en algemeen scriba van de OGGiN. „Zij wilden de goede bevindelijke preken uit voorgaande eeuwen doorgeven. Het lezen van preken van oudvaders in de oude, gotische druk vormde voor steeds meer ambtsdragers een probleem.”
Sindsdien verscheen er elk jaar een bundel met zes preken. Verwijs: „Daarin waren lange zinnen doorgeknipt en oude woorden vervangen door begrijpelijkere begrippen. In de loop van de jaren is het hertalen wat verdergegaan. Als je deel 25 naast deel 1 legt, zie je dat.”
Zorgvuldigheid staat centraal in de werkwijze van de redactiecommissie, nu en ook bij de nieuwe serie, zegt diaken W. Flier uit Ede, lid van de commissie. „Eerst gaan we op zoek naar preken die bruikbaar kunnen zijn. Die bespreken we dan met elkaar.” Verwijs: „We kijken naar de inhoud, de lengte en de moeilijkheidsgraad. En dan maken we een keuze. Hetty van Dijkhuizen, werkzaam voor het kerkelijk bureau, redigeert de preken.”
Flier: „Daarna komen we zes keer samen. Dan leest een van ons de originele preek voor, de anderen lezen de hertaling voor om te horen of die goed verstaanbaar is. Dan bespreken we wat nog moet worden aangepast en of de lengte goed is. Inkorten doen we niet, dat kan een ouderling die de preek moet lezen –indien nodig– zelf doen. Elke bijeenkomst behandelen we één preek.”
De keuze van de preken is niet altijd eenvoudig, constateert Flier. „Er zijn heel veel preken van oudvaders, maar ze moeten wel geschikt zijn voor de leesdienst. En er zijn ook al veel preken uitgegeven, bijvoorbeeld van Bernardus Smijtegelt.”
Als een nieuw deel verschijnt, krijgen alle kerkenraden van de OGGiN een exemplaar toegestuurd, aldus Verwijs. „Met de bedoeling dat de preken ook gelezen worden in de kerkdiensten.” Dat gebeurt in een flink deel van de oud gereformeerde gemeenten in het land zeker. „Maar er zijn ook gemeenten waar vooral preken van hedendaagsere predikanten worden gelezen.” In de gemeente waar hij zelf ouderling is –in Lienden– worden juist alleen oudvaders gelezen.
De redactiecommissie is blij dat de prekenserie ook buiten de OGGiN haar weg heeft gevonden. Verwijs: „Ook in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland worden deze preken gelezen. De rest wordt afgenomen door particulieren.”
Waarom nu de nieuwe serie?
Verwijs: „Door nu weer met nummer 1 te beginnen, en in een nieuwe opzet, hopen we dat mensen deze serie weer zullen gaan sparen.”
Waarin verschilt de nieuwe serie van de vorige?
Verwijs: „De opzet is hetzelfde, maar we hebben voor een iets hedendaagsere vorm gekozen, een helderder letter, en een iets ander formaat. Aan elke preek gaat een korte levensbeschrijving van de predikant vooraf. We hopen dat de serie zo meer jongeren aanspreekt. Verder beperken we ons niet meer alleen tot de Hollandse oudvaders, zoals ”Der vaderen erfenis” wel deed. Er zijn erg mooie en bruikbare preken van bijvoorbeeld de Duitse predikant Coenraad Mel en anderen, die kunnen we nu ook af en toe gebruiken.”
In het eerste deel van ”Geschonken geschriften” staan twee preken van ds. P. van der Hagen (1641-1671), verder preken van ds. J. Beukelman (1704-1757), ds. J. Barueth (1709-1782), ds. K. Alardin (1658-1692) en ds. R. Aberthoma (1690-1772).
Waar zit de rijkdom van deze preken precies in?
Flier: „Je proeft zo dat deze mannen veel gestudeerd hebben en bedeeld waren met de vreze Gods. De preken komen ook zo op uit het Woord. Dat vind ik waardevol. De oudvaders vergelijken Schrift met Schrift. Ds. W. C. Lamain zei ooit dat hij het zo’n opgave vond om 500 Bijbelverzen uit het hoofd te leren. Dat moest hij als student doen. Maar achteraf heeft hij aangegeven er zo blij mee te zijn. Studie is belangrijk.”
Krijgt de redactiecommissie weleens reacties op de uitgaven?
Verwijs: „Wel in zijn algemeenheid, bijvoorbeeld van kerkenraden, dat ze blij zijn met de uitgave. Verder is het zo: Werp uw brood uit op het water.”
„…want gij zult het vinden na vele dagen”, vult Flier aan.
De redactiecommissie onderzoekt momenteel of het mogelijk is een aantal preken vanuit het Nederlands in het Engels te vertalen, zegt Verwijs. „Er zijn gemeenten in Canada en de Verenigde Staten die interesse zouden kunnen hebben. Een uitgeverij in Canada onderzoekt nu de mogelijkheden.”