Dat blijkt uit de vrijdag verschenen resultaten van een enquête van Stichting In de Rechte Straat (IRS). Die zette de afgelopen maanden een digitale enquête uit onder alle (kerkelijke) contacten van de organisatie, waaronder nieuwsbriefontvangers, predikanten en kerkenraden uit de achterban.

Respondenten waarderen in ‘Rome’ vooral de katholiciteit, het hebben van dezelfde God en Bijbel, de orthodoxe leer over Jezus Christus en de eeuwenlange eenheid. Daarna wordt verwezen naar de sociale betrokkenheid en de behoudende medisch-ethische standpunten op het gebied van huwelijk en de beschermwaardigheid van het leven. Een deel van de respondenten waardeert ook de geloofsbeleving en de praxis, verwijzend naar liturgie, devotie, kunst en muziek, symboliek en contemplatie.

Gevraagd naar waar men bij Rome aan denkt, is het beeld iets anders en komen thema’s die de geloofsbeleving en praxis raken voorop, met ”Maria” als eerste antwoord, gevolgd door sacramenten, de devotie en symboliek. Als tweede worden vooral thema’s van de geloofsleer genoemd, vooral verwijzend naar het pausambt en de hiërarchische kerkstructuur, maar wordt er ook verwezen naar „dwaalleringen.”

Bij de „dwalingen” van Rome staat de Mariaverering samen met „dwalingen” rondom de heilsleer bovenaan, gevolgd door verwijzingen naar de sacramenten, riten en uiterlijkheden. Ook worden heiligenverering en het pausambt genoemd, gevolgd door overige dwalingen, zoals het celibaat en het semi-pelagianisme.

De veranderingen die de respondenten waarnemen bij Rome, zijn allemaal te herleiden tot het Tweede Vaticaans Concilie: meer oecumene, meer open en missionair, meer aandacht voor sociale thema’s, minder star en stellig. Maar ook wordt genoemd: bescheidener en met minder gezag en impact, meer geseculariseerd.

Een klein deel van de respondenten geeft aan dat er „niets tot heel weinig” is veranderd, vooral verwijzend naar de leer.