Dr. Seppenwoolde (IRS): Open én kritisch gesprek met Rome blijft nodig
De gereformeerde gezindte is flink verdeeld over de manier waarop zij naar de Rooms-Katholieke Kerk kijkt. De behoefte aan betrouwbare informatie is groot. „Een open en constructief gesprek met Rome hoeft niet ten koste te gaan van handhaving van de kernnotities van de Reformatie.”
Zo reageert dr. ir. Jan-Henry Seppenwoolde, directeur van Stichting In de Rechte Straat (IRS) op de enquête die IRS de afgelopen weken hield over Rome en Reformatie.
Het aantal reacties overtrof de verwachting in aantal en inhoud, zegt Seppenwoolde. In totaal ontving de stichting 556 ingevulde enquêtes, wat volgens hem een aardig inkijkje geeft in hoe er in de gereformeerde gezindte over Rome wordt gedacht.
Het waren vooral vijftigers die meededen, deels te verklaren doordat een aanzienlijk deel van de respondenten ambtsdrager is. In de verwerking is voor de jongste leeftijdsgroep 0 tot 30 jaar genomen, met daarna stappen van 10 jaar tot 70 plus. Een groot deel van de respondenten is ambtsdrager (38 procent) en mannelijk (82 procent). Het aantal jonge respondenten is relatief laag. „Er is daarom voorzichtigheid geboden de resultaten te interpreteren voor de jeugd, al is er evenwel gekeken naar patronen per leeftijd”, aldus Seppenwoolde.
Reformatieherdenkingen
De jaarlijkse Reformatieherdenkingen worden gemiddeld genomen belangrijk tot heel belangrijk gevonden. „Hierbij geldt: hoe ouder, hoe belangrijker.” Onder hen die ze niet belangrijk vinden, zijn relatief net wat meer respondenten in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) te vinden.
Er is een tweedeling tussen hen die de aandacht genoeg of (te) weinig vinden. Onder de respondenten die vinden dat er te veel aandacht is voor Rome bevinden zich degenen die toenadering tussen Rome en Reformatie negatief duiden. Onder hen die vinden dat er te weinig aandacht is, zijn zij die deze toenadering juist positief duiden.
Een vergelijkbare tweedeling is zichtbaar bij de vraag over voldoende betrouwbare informatie. Zij die vinden dat die te weinig wordt gegeven, zijn relatief wat meer aanwezig onder de PKN-respondenten die de toenadering positief waarderen. Wat de waardering voor toenadering Rome-Reformatie betreft, hier is het aantal respondenten gemiddeld genomen gelijk verdeeld over ”positief” en ”negatief” en vaak worden meerdere kanten belicht.
Trend
Positief zijn mensen voornamelijk als het gaat over persoonlijke ontmoetingen, het gesprek en toenadering, negatief vaak waar het gaat over het instituut en de leer van de Rooms-Katholieke Kerk. Naast heel positieve geluiden klinken er ook waarschuwingen om de kernzaken van de Reformatie niet los te laten en Gods Woord als uitgangspunt te blijven nemen. Verder wordt het belang van ethische, maatschappelijke en politieke samenwerking veel genoemd, ook bij hen die toenadering en oecumene negatief duiden.
Vergeleken per leeftijd is een duidelijke trend waarneembaar. Hoe jonger hoe positiever, hoe ouder hoe negatiever er geoordeeld wordt over toenadering tot Rome. In de PKN, kort daarna gevolgd door de Gereformeerde Bond in de PKN, wordt het meest positief over toenadering gedacht. Het meest negatief en waarschuwend zijn respondenten uit de Hersteld Hervormde Kerk, gevolgd door de Gereformeerde Gemeenten en de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Niet loslaten
Het is volgens Seppenwoolde belangrijk om als IRS de kernthema’s van de Reformatie nooit los te laten, hoe wezenlijk ook de verbinding en het gesprek met Rome zijn. „Een prangende vraag is die naar de waargenomen leeftijdstrend. Heeft het te maken met een afnemend kerkhistorisch bewustzijn? Met verwatering op de kernpunten van de Reformatie? Of juist met het feit dat we elkaar als protestanten en rooms-katholieken inmiddels wat beter kennen en niet meer praten in karikaturen? Of zou het zijn dat we elkaar in de secularisatie hard nodig hebben nu de klassieke zuilen nagenoeg allemaal zijn verkruimeld?”
Er is kennelijk toch meer begrip voor elkaar gekomen.
„Er is geen vergelijkingsmateriaal uit eerdere onderzoeken, maar aan de hand van de leeftijdstrend in deze enquête zou je dit inderdaad voorzichtig kunnen stellen. Tegelijk geeft ook een deel aan geen toenadering en verandering bij Rome te bespeuren. Van belang is verder dat vaak wordt aangegeven dat er weinig of te weinig aandacht is voor Rome en betrouwbare informatie over Rome ontbreekt. Daar is blijkbaar behoefte aan. Misschien om meer toenadering te zoeken, maar het kan ook zijn om de verschillen die er zijn te verduidelijken.”
Heeft de enquête ook consequenties voor het toekomstige beleid van de stichting?
„IRS wil er graag zijn voor de breedte van de gereformeerde gezindte, de algemene christelijke en katholieke kerk zelfs. Te midden van alle verdrietige kerkelijke verdeeldheid, die ook weer uit deze enquête blijkt, juicht IRS met de jongere generaties een open en constructief gesprek met Rome toe. Tegelijkertijd behoudt IRS met de oudere generaties ook de reserve dat dit alleen op basis van Gods Woord kan zonder de kernnoties van de Reformatie uit het oog te verliezen. Verder worden de Reformatieherdenkingen nog steeds belangrijk gevonden en is er behoefte aan betrouwbare informatie over Rome. Voor al deze thema’s wil IRS ook voor de komende generaties graag een centrale rol vervullen en dienstbaar zijn. Te denken valt aan de versterking van goede voorlichting, bezinning en het stimuleren van ontmoeting.”
Elkaars beelden loslaten
Laten wij beelden over elkaar loslaten en ontdekken wat wij gemeenschappelijk hebben, reageert dr. Gerard de Korte, bisschop van ’s-Hertogenbosch, op de enquête. „De verschillen rond kerk, ambt en Maria hoeven dan niet te worden verzwegen, al kan het prachtige boek van prof. Huijgen ook rond de moeder van de Heer een nieuw perspectief geven.”
Vroeger werd het oecumenisch gesprek begonnen met wat kerken scheidde, nu veel meer met wat hen verbindt, aldus de bisschop. „Ik lees dat ook terug in dit onderzoek. Goed te lezen dat meer en meer orthodoxe protestanten openstaan voor een ontmoeting met Rome. Hoe jonger, hoe positiever. Dat belooft veel voor de toekomst.”
De Korte heeft ex-priester ds. Herman Hegger, oprichter van IRS, in de negentiger jaren leren kennen. „Hij was toen al ouder en zijn felle toon was verdwenen. Ik ontmoette een irenische predikant en wij herkenden elkaar als broeders in Christus. Wij zijn in Nederland als christenen een minderheid. Laten wij elkaar als leerlingen van Christus proberen te vinden om een geloofwaardig getuigenis aan de wereld te geven.”
Blijvend getuigenis nodig
Ds. J. M. J. Kieviet, voorzitter van de Vereniging Protestants Nederland, noemt de enquête een goed initiatief van IRS. „Het is van niet weinig belang om ons te realiseren hoe wij staan tegenover de kerk van Rome, de kerk die wij, protestanten, in de zestiende eeuw achter ons gelaten hebben. Veel eeuwen achtereen hebben we met haar de christenheid van het Westen gevormd. Sinds vierhonderd jaar gaan Rome en Reformatie gescheiden wegen. Hoe verhouden we ons inmiddels tot elkaar?”
Het is volgens hem geen verrassing om te constateren dat de uitkomst van de peiling niet eenduidig is. „Dat zegt meer over de verscheidenheid binnen onze gezindte dan over Rome zelf, dunkt me. Dat jongeren de toenadering tot Rome doorgaans positiever benaderen dan veel ouderen, is ook al geen verrassing. Zelf zou ik de vinger willen leggen bij de uitgesproken waardering aangaande eenstemmigheid in de leer. Inderdaad is dat in grote mate het geval.”
Toch moeten we hier goed onderscheiden, vindt de christelijke gereformeerde emeritus predikant. „Juist vorige week had ik samen met anderen in Rome een gesprek met dr. Antoine Bodar. Hijzelf bracht het verschil in visie op de Heilige Schrift scherp onder woorden: De protestanten belijden het sola Scriptura, alleen de Schrift. Zo beweren wij dat niet. Wij zeggen, overigens samen met jullie: solus Christus. Deze Christus heeft Zich door twee bronnen geopenbaard, die van de Schrift en die van de traditie.”
Juist in het gesprek met Rome kun je ervaren: als twee hetzelfde zeggen, bedoelen ze niet altijd hetzelfde, aldus ds. Kieviet. „Ook de mariologie blijft scheiding geven, met name in de volksdevotie. Zo was ik in de San Clemente in Rome vorige week getuige van biddende vrouwen. Een halfuur achtereen was hun toegewijde bidden uitsluitend gericht op Maria: „Ora pro nobis (bid voor ons).” Het getuigende gesprek met Rome blijft daarom nodig.”