Ook kinderen zijn doelwit van christenvervolging
Al vroeg in hun jonge leven worden kinderen in landen met christenvervolging geconfronteerd met geweld, buitensluiting en angst. De onderdrukkers hebben soms maar één doel: voorkomen dat er een generatie opgroeit waar de kerk uit gebouwd wordt.
Bijna iedereen in het dorp van de 10-jarige Bijli uit Bangladesh is moslim. Zelf groeit ze op in een christelijk gezin: haar ouders hebben de islam vaarwel gezegd. Met als gevolg dat het gezin dagelijks wordt afgewezen en buitengesloten. Zelfs op school ontkomt Bijli daar niet aan. „Mijn vrienden willen niet met mij spelen.”
De ervaringen van Bijli zijn kenmerkend voor de vervolging van kinderen. Die hebben in bijna alle landen van de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors te maken met discriminatie en intimidatie op school, schrijft de organisatie in een rapport over de vervolging van kinderen dat vorige maand uitkwam.
Het is voor het eerst dat de organisatie speciale aandacht vraagt voor de positie van kinderen in de vervolgde kerk. „Wij willen beter begrijpen hoe het met hen is gesteld, want ze vormen een kwetsbare groep. Als we begrijpen waarmee ze worden geconfronteerd en wat hen overkomt, dan kan Open Doors daar ook beter op inspelen”, licht woordvoerder Marjon Snel toe. De organisatie wil jaarlijks aandacht gaan vragen voor het thema.
Bedreiging
De opstellers van het rapport brachten de ervaringen van christelijke kinderen en jongeren onder de achttien jaar in kaart aan de hand van knelpunten (”pressure points”). Deze term wordt gebruikt om te verwijzen naar de verschillende manieren van verdrukking.
Bovenaan deze lijst van knelpunten prijken discriminatie en intimidatie door middel van het onderwijs, volgens de onderzoekers „krachtige instrumenten van vervolging.” In 49 van de 50 landen van de Ranglijst Christenvervolging is daar sprake van.
Degenen met gezag binnen onderwijssystemen –zoals leerkrachten– kunnen gebruik maken van hun invloed om het christendom als ongewenst weg te zetten. Zo worden op Turkse scholen christenen afgeschilderd als een bedreiging. Intimidatie en buitensluiting van christelijke jongeren wordt door zo’n klimaat gerechtvaardigd.
In andere gevallen staan jonge mensen onder druk om gebeden of andere religieuze activiteiten uit te voeren die in strijd zijn met hun christelijk geloof. In Colombia krijgen inheemse studenten een opleiding die tevens hun voorouderlijke tradities promoot. Dat stelt christelijke gezinnen voor enorme dilemma’s.
In extreme gevallen wordt christelijke kinderen zelfs toegang tot het onderwijs ontzegd. Dat heeft grote gevolgen voor hun sociaaleconomische toekomst.
Wreed
De top 10 van knelpunten wordt verder gedomineerd door verschillende vormen van geweld en manieren om kinderen een christelijke opvoeding te ontzeggen.
De opstellers van het rapport karakteriseren de vervolging als „buitensluitend, identiteit-vormend en wreed.”
Wreed, omdat in bijna een derde (32 procent) van de landen met vervolging kinderen en jongeren worden gedood vanwege hun geloof of omdat ze tot een christelijke gemeenschap of familie behoren. De onderzoekers noemen dat cijfer „zeer verontrustend.” Ook gedwongen huwelijken, verbaal, seksueel en fysiek geweld, en psychologische druk maken de vervolging meedogenloos.
Daarnaast zijn kinderen kwetsbaar, omdat ze zich in een levensfase bevinden waarin hun identiteit nog wordt gevormd. Systematische marginalisering van christelijke jongeren zet hen onder grote druk om zich te conformeren aan een meerderheidsreligie.
Als laatste staan kinderen bloot aan vormen van vervolging die hen isoleren van hun families en christelijke gemeenschappen. Dit kan het direct gevolgd zijn van ontvoering, dat in 46 procent van de landen van de Ranglijst Christenvervolging plaatsvindt. In islamitische samenlevingen komt het voor dat na de christelijke bekering van een ouder de voogdij over de kinderen wordt afgenomen.
Er zijn ook subtielere manieren om jongeren los te weken van het geloof van hun ouders. In landen als Algerije, China en Tadzjikistan is het voor 18-minners verboden om lid te worden van een kerk of zich te bekeren tot het christendom.
In sommige gevallen zijn de risico’s die verbonden zijn aan het doorgeven van geloof in het gezin zo groot dat ouders zichzelf het zwijgen opleggen. Dat is met name het geval in landen met extreme niveaus van vervolging, zoals Noord-Korea.
Doelwit
Achter al deze vervolging kan een doelbewuste strategie schuilgaan, schrijven de onderzoekers: kinderen zijn het doelwit om te voorkomen dat er volgende generatie opstaat waaruit de kerk gebouwd wordt. Woordvoerder Snel: „Het voortbestaan van de kerk heeft alles te maken met de overdracht van het christelijk geloof. Onderbreek je dat, dan staat de toekomst van de kerk op het spel.”