Mens & samenleving
25 jaar De Haven: vrouwen in prostitutie liefde en hoop bieden

Een Thaise vrouw die jaren in de prostitutie werkte, begeleidt nu mensen met een verstandelijke beperking. Voor Eva Wielenga is dat een van de „parels” in de geschiedenis van De Haven. De christelijke stichting zet zich al 25 jaar in voor werkers in de seksindustrie.

beeld Dirk Hol
beeld Dirk Hol

„Sta op, vriendin! Mooi meisje, kom!” Aan de wand in het kantoor van Wielenga, directeur van De Haven, hangt een tekst uit Hooglied 2 in een moderne vertaling. Het laat iets zien van de achtergrond van de stichting, die deze vrijdag en zaterdag haar 25-jarig bestaan viert. Dat gebeurt in het Haagse pand dat ze recent betrok en dat vrijdagochtend officieel werd geopend. Het is bijna drie keer zo groot als de vorige locatie van waaruit de organisatie werkte.

Aan tafel zit ook ds. Peter Strating. De predikant, sinds 2005 verbonden aan de Nederlands gereformeerde kerk (Ngk) in de Haagse Schilderswijk, stond een kwart­eeuw geleden aan de wieg van De Haven. Zijn betrokkenheid op de wereld van prostitutie ontstond toen hij begin jaren negentig in de hofstad in de verpleging werkte en in deeltijd theologie studeerde. Hij woonde destijds op de hoek van een Haagse prostitutiestraat.

„Ik werd geraakt door de mannen die ik daar in en uit zag lopen en ging voor hen bidden”, blikt ds. Strating terug. Vervolgens begon hij een uurtje per week op de hoek van de straat te evangeliseren onder de mannen, samen met een vrouw uit een pinkstergemeente. „Op een dag informeerde een prostituee wat wij aan het doen waren. Vanaf dat moment gingen we ook de bordelen langs om contact te leggen. In die tijd kwamen de meeste vrouwen uit Latijns-Amerika. Ze hadden allemaal iets met God en geloof, en vonden het vaak fijn als er iemand kwam om met hen te bidden.”

Bejaardenclub

Toen hij na de afronding van zijn theologiestudie in 1993 werd bevestigd als predikant in de Ngk te Katwijk aan Zee, bleef ds. Strating betrokken bij het bezoekwerk in Den Haag. Met enkele gemeenteleden in Katwijk bad hij daar geregeld voor. En de bejaardenclub van zijn kerk pakte kerstpakketten in voor vrouwen in de Haagse rosse buurt. Intussen nam het bezoekwerk steeds grotere vormen aan. „In twee jaar tijd groeide het aantal vrijwilligers van twee naar twintig, onder wie enkele vrouwen die Spaans en Portugees spraken.”

In de loop der jaren was er soms een verschuiving zichtbaar in de herkomst van de prostituees. „Na verloop van tijd zagen we er minder uit Latijns-Amerika, maar kwamen er veel vrouwen uit Afrika en nog weer later uit Oost-Europa. Daarnaast waren er altijd enkele Nederlandse vrouwen.”

Ds. Strating bezocht hen niet om hun te vertellen wat de Bijbel over prostitutie zegt. Vaak merkte hij dat vrouwen zich daar zelf goed van bewust waren. „Sommigen voelden zich enorme zondaars.” De predikant wilde hen benaderen op de manier waarop de Heere Jezus tollenaren opzocht. „Hij sprak hen niet allereerst aan op hun zonden, maar zei bijvoorbeeld tegen Levi: „Volg Mij.” Dat veranderde zijn leven. Zo iets zie je ook bij Zacheüs gebeuren.”

Na een „emotionele ontmoeting” met een prostituee concludeerde ds. Strating dat er een organisatie moest komen om vrouwen hulp te bieden. Dat leidde in 1996 tot de oprichting van Stichting De Haven. „We vonden een pand en na drie maanden was het geld er om het te kunnen kopen.”

In dit ”pastoraal centrum”, in de schaduw van de rosse buurt, konden vrouwen uit de prostitutie terecht voor een kop koffie en een gesprek. Rond 2002 kwamen de eerste betaalde krachten in dienst. Vanaf dat moment deed ds. Strating een stap terug.

Moeders

Wielenga schat het aantal personen dat momenteel in de Haagse seksindustrie werkt op 3000 tot 4000, onder wie een klein aantal mannen en transgenders. „Daarbij zit dan nog niet eens iedereen die zich thuis prostitueert. De industrie –want dat is het– is de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Daarbij was het jaar 2000, toen het bordeelverbod werd afgeschaft, een kantelpunt.”

17548790.JPG
Ds. Peter Strating en Eva Wielenga, directeur van stichting De Haven, in Den Haag. beeld Dirk Hol

Het veldwerk bleef een belangrijke pijler van het werk van De Haven. Minimaal twee keer per week bezoeken vrijwilligers vrouwen in onder meer raamstraten, bordelen en seksclubs, tegenwoordig in heel Zuid-Holland. Ze maken een praatje, delen soms presentjes uit en laten folders en visitekaartjes van de stichting achter. „Ook mensen die zich in huizen aanbieden via een onlineseksadvertentie, proberen we te bereiken. We zien daarvan maar het topje van de ijsberg”, zegt Wielenga.

Ze spreekt bij voorkeur over „moeders, dochters en zussen in de seksindustrie” om te benadrukken dat het allemaal mensen zijn met een verhaal. Zo willen de vrijwilligers en medewerkers van De Haven hen zien en benaderen, „zonder hen te veroordelen. Trouw is voor ons een belangrijk begrip. We willen er altijd voor de mensen zijn, ongeacht de keuzes die ze maken, voor zover ze keuzevrijheid hebben.”

Wielenga wijst erop dat geen enkele vrouw zomaar besluit om haar lichaam te verkopen. „Velen uit onder meer Oost-Europa zaten in een situatie van armoede en waren op zoek naar een iets beter leven. Sommigen kwamen naar Nederland onder het voorwendsel dat ze in een hotel zouden gaan afwassen en belandden vervolgens achter een raam of in een seksclub.”

Anderen weten vooraf wel dat ze in Nederland in de prostitutie terechtkomen. „Zij denken: ik offer me even op om geld te verdienen voor mijn gezin, en dan ga ik terug. Maar vaak zijn ze hier na vijf, zes of tien jaar nog. Ze moeten heel hard werken om het hoofd boven water te houden en verdienen niet genoeg om geld over te maken naar hun familie.”

Jobcoaching

De inmiddels vijf maatschappelijk werkers en de jobcoach van De Haven verlenen professionele hulp op allerlei terreinen, zoals financiën en schulden, huisvesting, gezondheid en zingeving. „Zo nodig verwijzen ze door naar andere deskundigen en als het om geloofsvragen gaat ook weleens naar Peter of een andere voorganger.”

De Haven investeert veel in uitstapprogramma’s en jobcoaching. „We geven bijvoorbeeld taallessen en een cursus ”Werken in Nederland”. De vraag is vooral: hoe krijg je vrouwen, transvrouwen en mannen zo stabiel dat ze kunnen floreren buiten de prostitutie? Als je ’s nachts last hebt van flashbacks en trauma’s heeft het geen zin om te solliciteren bij de HEMA voor een baan waarvoor je om halfnegen moet beginnen.”

Als een vrouw de prostitutie, veelal na een lange weg, heeft verlaten, duurt het meestal maar kort totdat een ander haar plek achter het raam of in een club inneemt. „Onze veldwerkers zien vaak nieuwe gezichten.” De medewerkers van De Haven laten zich daardoor niet ontmoedigen. Ze zien hun werk als een opdracht van God. „Jezus zei niet: „Bevrijd alle gevangenen”, maar: „Bezoek ze.” Zo bezoeken wij vrouwen die vaak gevangen zijn in hun omstandigheden.”

Vrede en liefde

Voor de toekomst ziet Wielenga het als een uitdaging om meer ingang te krijgen in de onlinewereld van prostitutie. Via internet benadert De Haven personen die daar hun diensten aanbieden. „Dat is taai werk en levert soms vulgaire reacties op. Maar pas reageerde een man na het derde bericht dat hij van ons kreeg: Ik denk dat ik jullie hulp wel kan gebruiken.”

Wielenga is blij met elk individu dat een nieuw bestaan opbouwt buiten de prostitutie. Zoals die Thaise vrouw die werd begeleid naar een baan waarin ze mensen met een verstandelijke beperking begeleidt. „Ze is helemaal opgebloeid. Dat is zo mooi om te zien. Ze kreeg haar waardigheid terug. In haar nieuwe baan wordt ze gewaardeerd en kijken mensen tegen haar op in plaats van op haar neer.”

Zo zijn er talloze verhalen die Wielenga moed geven. Ze pakt er een handgeschreven brief bij van een ex-prostituee die is teruggekeerd naar haar geboorteland, Venezuela. „Dat de Heere jullie allen zal zegenen, en stop er nooit mee de meisjes in de straat te bezoeken”, schreef ze. Volgens de Venezolaanse heeft 99 procent van de vrouwen er behoefte aan dat er „iemand in hun leven komt met een boodschap van vrede, van liefde, van weten dat er iemand is buiten dit raam.”

Zichtbaar ontroerd leest Wielenga verder: „Vergeet niet wat ik voelde wanneer jullie bij het raam kwamen. Het was als een frisse, zuivere wind in deze dagelijkse vuilheid.”

De naam Ashley is om privacyredenen gefingeerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer