Het metaheerhuisje (lijkenhuis) op de joodse begraafplaats in Veenendaal wordt dit najaar gerestaureerd. Verder verval wordt zo voorkomen.
De joodse begraafplaats is het enige tastbare overblijfsel van de voormalige joodse gemeenschap in Veenendaal, zegt Jaap Krocké, coördinator van de onderhoudsploeg. „Deze plek moet daarom mét het metaheerhuisje voor de toekomst behouden blijven, voor de joodse gemeenschap in Nederland én voor Veenendaal.”
Het gebouwtje moest hoognodig worden opgeknapt. „Dat verdroeg geen uitstel meer. Het huisje stond op instorten”, aldus Krocké. „De voordeuren waren volledig weggerot en aangetast door houtworm. Er zitten scheuren in de muren. De hoeken hebben vorstschade. Ook het voegwerk moet worden hersteld. Gelukkig wordt het huisje nu aangepakt. We zijn er jaren mee bezig geweest om het zover te krijgen.”
De restauratie is begroot op ruim 34.000 euro. „De Nederlands-Israëlitische gemeente in Utrecht is eigenaar van de begraafplaats. De kosten zijn voor haar te hoog om alleen te dragen. Sinds de Holocaust heeft ze helaas nog maar weinig leden”, zegt Krocké. Samen met andere vrijwilligers van de onderhoudsploeg en de joodse gemeente benadert hij bedrijven, kerken, fondsen en particulieren voor donaties. Inmiddels is het streefbedrag voor de helft binnengehaald, mede dankzij 7500 euro subsidie van de gemeente Veenendaal.
Wildernis
In het metaheerhuisje (of baarhuis) had de rituele reiniging van een overledene plaats. De begraafplaats dateert van 1899, toen de joodse gemeenschap in Veenendaal ruim 100 personen telde. Voorheen werden joden uit Veenendaal in Wageningen begraven. De grond langs de spoorlijn naar Rhenen, nu ingeklemd door woningen en bedrijfspanden in de bebouwde kom, lag toen meer dan een kilometer buiten Veenendaal. In 1900 werd er het eerste graf gedolven, voor een overleden kind. Daarna zijn er nog 21 personen begraven.
Omdat er geen joodse gemeenschap meer in Veenendaal was, werd de begraafplaats sinds de Tweede Wereldoorlog onvoldoende onderhouden. Krocké: „Eén grote wildernis was het hier zo’n dertig jaar geleden. Vanuit de hervormde Westerkerk werd toen het initiatief genomen voor een onderhoudsgroep, waarbij later andere Veenendalers zich aansloten.”
De onderhoudsgroep bestaat nu uit achttien vrijwilligers, merendeels gepensioneerd. Krocké: „De gemeente Veenendaal houdt de beukenhaag om de begraafplaats en de bomen bij. Wij zijn er voor het klein onderhoud aan de graven en de paden. Als iemand dan door het hek kijkt, ligt de begraafplaats er goed bij.” De ouderhoudsgroep verzorgt ook rondleidingen op de begraafplaats, in het bijzonder op 4 mei en de Open Monumentendag, voor zover die niet op de sabbat, de joodse rustdag, vallen.
Expositie
Voor de restauratie is een gespecialiseerde aannemer in de arm genomen, omdat het metaheerhuisje, net als de begraafplaats, een gemeentelijk monument is. Krocké hoopt dat de opknapbeurt nog dit jaar kan worden afgerond.
Het metaheerhuisje krijgt een educatieve functie. „We gaan er vanaf volgend jaar schoolklassen en andere groepen ontvangen. Tegen de muren richten we een kleine expositie in over de geschiedenis van de begraafplaats, de joodse gemeenschap in Veenendaal en de Holocaust. Dat verhaal moet worden doorgegeven, zeker nu antisemitisme weer hand over hand toeneemt.”
Midden in het gebouwtje komt de bewaard gebleven baar te staan, die altijd bij begrafenissen werd gebruikt. Ook de hardstenen plaat boven de ingang met de Nederlandse en Hebreeuwse tekst van Prediker 12:7 wordt teruggehangen: ”Zoo keert het stof terug tot de aarde, vanwaar het gekomen is, terwijl de geest wederkeert tot God, Die hem gegeven heeft”.