Synode PKN akkoord met routekaart ambtsvisie
Werkgroepen moeten zorgen voor een heldere ambtsvisie in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De generale synode ging zaterdag akkoord met een spoorboekje tot 2023: dan moet er duidelijkheid zijn over de verschillende „beroepsprofielen” van predikanten, kerkelijk werkers en „pastors.”
De landelijke vergadering sprak zaterdag in Lunteren voor de tweede keer over het rapport ”Geroepen en gezonden”, met de ondertitel ”Ambt en diversiteit in de Protestantse Kerk in Nederland”. De positie van de kerkelijk werker is in de Protestantse Kerk al jaren onderwerp van intensieve besprekingen. Veel gemeenten worstelen met het feit dat kerkelijk werkers in bepaalde gemeenten de spil zijn van het kerkelijk leven, terwijl ze niet de sacramenten mogen bedienen.
De Protestantse Kerk besloot in juni om ruimte te bieden aan twee soorten dienaren van het Woord: naast de predikant zullen ook sommige kerkelijk werkers het Woord en de sacramenten gaan bedienen. Over de nadere invulling daarvan –en over de naam ”pastor”– neemt de generale synode later een besluit.
Tijdpad
Het gaat deze zaterdag vooral om het „tijdpad”, zegt scriba dr. R. de Reuver voorafgaand aan de bespreking. „De grootste stappen willen we volgend jaar nemen.”
G. J. de Groot, algemeen directeur van de Dienstenorganisatie van de PKN, geeft aan dat „kwaliteit voor snelheid” gaat. Eerst is er een goede ambtsvisie nodig, en daar gaat een werkgroep tot april 2022 mee aan de slag. „Dakpansgewijs” –om tijdswinst te behalen– zal de werkgroep ”onderzoek” ondertussen zoveel mogelijk feiten over de ambten boven tafel halen en ook onderzoeken hoeveel predikanten en pastors er in 2030 nodig zijn.
In de tweede fase worden er dan beroepsprofielen opgesteld. Hierbij wordt ook de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) betrokken. Daar spreekt de synode in november 2022 over. Een definitief besluit over de ambten volgt dan in april 2023.
Dorpsgemeente
Synodelid ds. G. van Helden (Buitenpost) vraagt zich af de kerk wel helder heeft wat het eigenlijke probleem is. „We moeten eerst in kaart brengen welke variatie aan werkers we hebben en welke eisen we aan hen stellen. Voor een dorpsgemeente die krimpt zijn die wellicht toch wat anders dan voor een pioniersplek. En in die verscheidenheid: wat is het overeenkomstige bij degenen die het Woord en de sacramenten bedienen?” Hij stelt voor dat de werkgroep beroepsprofielen eerder aan de slag gaat.
Ds. D. C. Groenendijk (Zuid-Beijerland) wil een helder onderscheid tussen predikant en pastor. „Misschien is het een idee om toch over een vierde ambt na te denken: die van predikant, ouderling, diaken én pastor.”
Enkele synodeleden vragen zich af of het tijdpad wel haalbaar is. Ds. A. H. Wöhle wijst vervolgens op het „geestelijke” aspect van het ambt, zoals de „roeping” tot predikant. Met alle aandacht voor competenties en opleiding dreigt dat aspect wat onder te sneeuwen, zegt de lutherse predikant uit Amsterdam. „En hoe zit het met het h-woord, de hiërarchie? Bijvoorbeeld tussen predikant en pastor als er besluiten genomen moeten worden?”
Ouderling L. van Doeselaar (Hazerswoude-Dorp) wil dat de synode snel iets doet aan mensen die onbevoegd op de preekstoel staan. „We moeten niet wachten tot 2025. En als het 2025 is, tot 2030. Ik wil graag dat hierover op de volgende synodevergadering een rapport komt, al is het maar een A4’tje.”
Dat laatste is volgens scriba dr. De Reuver niet nodig. „Wat niet mag, mag niet. Als er in gemeenten mensen voorgaan die onbevoegd zijn, moet de kerkenraad ingrijpen. Dat is zo klip en klaar als maar kan.”
Dr. De Reuver verdedigt het voorgenomen tijdpad voor de uitwerking van de plannen. „Eérst is een goede ambtstheologie nodig, omdat die de basis is voor het vervolg. Het zijn grote vragen, er is grote urgentie, maar laten we zorgvuldig stappen nemen. Daar hebben we gezamenlijk voor gekozen.”
Besluit
De synode gaat uiteindelijk unaniem akkoord met de voorstellen. Dat betekent dat de werkgroep ”vervolg ambtsvisie” nu aan de slag gaat en in april 2022 met een voorstel komt. Op de volgende synodevergadering, in november, staat een zogenoemde „tussenrapportage” op de agenda.
De generale synode stemde zaterdagmorgen in met de benoeming van P. B. Hartog tot docent ”ancient Judaism” aan de PThU, met vestigingen in Amsterdam en Groningen.