Cultuur & boeken

Ook de natuur heeft een geschiedenis

Met de toestand van de Nederlandse natuur is het, zo vinden velen, droevig gesteld. Er zijn dan wel succesjes geboekt –we zien weer zeearenden, wolven en otters– maar daar staat een groot verlies aan biodiversiteit tegenover.

Gert van de Wege
8 September 2021 10:59
Met name door de landbouw zijn in ons land allerlei halfnatuurlijke landschappen ontstaan die aan vele soorten planten en dieren ruimte bieden. beeld Wikimedia, Luc Viatour
Met name door de landbouw zijn in ons land allerlei halfnatuurlijke landschappen ontstaan die aan vele soorten planten en dieren ruimte bieden. beeld Wikimedia, Luc Viatour

Wie oud genoeg is om de toestand van het boerenland te vergelijken met de situatie van dertig jaar geleden zal dat zonder meer beamen. Waar zijn de veldleeuwerik en de tureluur gebleven, waar zijn de zandoogjes en de dikkopjes? Het interessante van het hier besproken boek is dat het de problematiek van de biodiversiteit in een heel ruim perspectief plaatst. ”De ontdekking van de natuur” is geschreven door een team van biologen, ecologen, historici en economen, en het beschrijft de geschiedenis van de natuur, gezien door de lens van de biodiversiteit. De natuur heeft namelijk een geschiedenis, zo betogen de auteurs; de natuur is niet een statisch geheel of een ongerepte staat waar we steeds verder van verwijderd raken.

Hoe de biodiversiteit zich ontwikkelt, wordt bepaald door klimaat en temperatuur, door de invloed van de mens, en door de ontwikkeling die zich binnen de verschillende soorten voordoet. Door al deze factoren bij hun beschrijving te betrekken en dat met betrekking tot een zeer lange tijdsperiode wordt het verhaal dat de auteurs vertellen genuanceerd en veelzijdig.

De invloed van de mens bijvoorbeeld reikt veel verder terug dan, zeg, de Industriële Revolutie. De auteurs laten zien dat, toen de mensen zich over de aarde verspreidden, overal de ”megafauna” (bosolifant, mammoet, reuzenhert) verdween, waarschijnlijk door intensieve bejaging. Het resultaat was dat het landschap veel minder open werd dan voorheen. Het oerbos waar we anno 2021 van dromen was dus heel wat minder ‘oer’ dan we denken: het ontstond onder invloed van menselijk handelen. Zoals het boek enigszins dramatisch stelt: homo sapiens begon zijn carrière op het wereldtoneel met het ontketenen van een ecologische ramp van ongekende omvang.

Konijn

Een ander interessant voorbeeld is het konijn, door natuurbeschermers zeer gewaardeerd vanwege het openhouden van de vegetatie in de duinen. Het konijn kwam oorspronkelijk niet in Nederland voor. Pas rond 1300 werden de eerste konijnen in de duinen van Holland uitgezet. De reden: konijnenvlees was populair omdat het gegeten mocht worden op vrijdagen en feestdagen, terwijl het eten van ander vlees op die dagen door de kerk verboden was. Vandaar de populariteit van het konijn, vandaar ook dat men al snel een verbod op het stropen van konijnen uitvaardigde.

Ook natuurbescherming is dus iets wat al oude papieren heeft, al was de doelstelling destijds niet om de natuur als natuur in stand te houden, maar draaide het om de populatie jachtwild, of de visstand. Al in de zestiende eeuw werd er een adviescommissie ingesteld die Karel V moest adviseren over het beleid rond de visvangst. Men ging actief overbevissing van de haring tegen: de maat van de netten werd gereguleerd en de opening en sluiting van het visseizoen werd afgesproken.

Natuurbescherming in de moderne zin van het woord is van veel later datum. De paradox is dat de mens door onder meer de Industriële Revolutie en de verstedelijking zozeer vervreemd was geraakt van de natuur, dat die afstand hem juist in staat stelde om de natuur in haar vreemdheid en rijkdom te zien.

Het niet alleen beschermen maar ook actief ontwikkelen van natuur (denk aan de Marker Wadden) is de volgende stap. De auteurs zien het als onvermijdelijk dat de mens in deze periode, het Antropoceen, ook als het over de natuur gaat, een sturende rol heeft – zeker in het dichtbevolkte Nederland. Uiteraard is ook dit iets paradoxaals: wat we willen is natuur, maar om ervoor te zorgen dat die natuur er komt, moeten we intensief gaan beheren, met plannen, tekeningen, doelsoorten en al.

Hoe zit het nu met de neergang van de natuur in Nederland? De auteurs bespreken uitvoerig de wetenschappelijke gegevens die daarover voorhanden zijn. De lange lijn is er een van dramatisch verlies van biodiversiteit. We zijn heel veel natuur kwijtgeraakt. Aan de andere kant zijn er met name door de landbouw allerlei halfnatuurlijke landschappen ontstaan die aan vele soorten planten en dieren ruimte bieden, of boden – denk aan het platteland zoals dat in de boeken van Jac. P. Thijsse wordt beschreven.

Terwijl de zoogdieren in Nederland floreren, holt de populatie insecten achteruit. Met de flora wil het nogal gaan; er is een toename van planten die van warmte houden, niet in de laatste plaats in de Nederlandse steden.

”De ontdekking van de natuur” is een rijk boek over een belangrijk thema. Het is prima leesbaar –op een enkele zin over „de spatiële ß-diversiteit” die duidt op „biotische homogenisatie” na– en de auteurs schakelen op een plezierige manier tussen de abstracte grote lijn en allerlei interessante voorbeelden en details.

De benadering van de natuur vanuit geschiedenis, ecologie, biologie, geografie en economie geeft het thema diepgang en laat zien hoe de biodiversiteit verknoopt is met allerlei andere factoren.

Wie niet alleen van de natuur houdt, maar ook graag over de natuur nadenkt, kan met dit boek vooruit.

Boekgegevens

De ontdekking van de natuur. De ontwikkeling van biodiversiteit in Nederland van ijstijd tot 21ste eeuw, Jan Luiten van Zanden e.a.; uitg. Prometheus; 330 blz.; € 24,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer