Geleidelijk krijgt onze samenleving een meer totalitair karakter. Hoe komt dit? Wat moet de houding van christenen zijn? Christenen moeten weer dwars leren denken, en zich oefenen in aanhoudende en heftige geestelijke strijd.
Onze maatschappij beweegt zich naar een maatschappij met totalitaire trekken. Iedere Nederlander wordt gemaand zich te laten vaccineren tegen Covid-19, op straffe van achterstelling. Iedere Nederlander wordt ook geacht medeburgers te bevestigen in hun genderkeuze, anders dreigt strafrechtelijke vervolging. Prof. Andreas Kinneging meent zelfs dat, als er geen tegenstand of tegenbeweging komt, de Bijbel over een jaar of tien een verboden boek is en kerken door de overheid gesloten worden (RD 26-6).
Nu zijn er twee soorten totalitaire samenlevingen. Bart Jan Spruyt herinnerde daar recent aan toen hij schreef over hard en zacht despotisme (RD 16-6). De eerste vorm werd in 1949 beschreven door George Orwell in zijn boek ”1984”: een samenleving waarbij harde dwang het middel is om eenheid in gedrag te bewerkstelligen. De andere vorm werd in 1932 geschetst door Aldous Huxley in ”Brave New World”. Hij beschrijft een samenleving waarin zachte drang door verleiding zorgt voor conformiteit, met seks en drugs als alom verkrijgbare genotsmiddelen voor jong en oud. De voormalige Sovjet-Unie had veel weg van ”1984”. Het huidige Nederland neigt meer naar de ‘heerlijke’ wereld van Huxley.
Iedere totalitaire samenleving combineert elementen van beide. In het Romeinse Rijk werden de arme inwoners van Rome tevreden gehouden met brood en spelen, terwijl christenen voor de leeuwen gingen. Adolf Hitler liet met staatsgeld de Volkswagen ontwikkelen als auto voor de gewone man, terwijl Joden werden uitgeroeid. De Chinese overheid stimuleert welvaart voor haar bevolking door de economische groei aan te jagen, maar verstevigt tegelijk haar ijzeren greep op burgers door een digitaal sociaalkredietsysteem.
Christelijk manifest
Hoe komt het dat de ontwikkeling naar een meer totalitaire samenleving onvermijdelijk lijkt te zijn? De gedachten van de Amerikaanse predikant dr. Francis A. Schaeffer (1912-1984) zijn in dit verband interessant. In ”Een christelijk manifest” (1981) vraagt hij zich af hoe het kon gebeuren dat christenen verontrust reageerden op specifieke ontwikkelingen, zoals legalisatie van abortus, de afbraak van het gezin en afnemende onderwijsvrijheid, zonder op te merken dat al deze ontwikkelingen met elkaar samenhangen en een gemeenschappelijke oorzaak hebben.
Hij stelt vast dat er ten diepste maar twee visies op de werkelijkheid bestaan: de christelijke visie en de humanistische visie. Die visies sluiten elkaar uiteindelijk uit. De christelijke visie stelt God centraal en gaat uit van een absolute moraal, gebaseerd op Gods Woord. De humanistische visie stelt de mens centraal. God bestaat niet. Alles is materie of energie. Alles wat gebeurt berust op toeval. Omdat er geen vast ijkpunt meer is voor goed en kwaad, wordt de moraal steeds aangepast aan veranderende opvattingen. Uiteindelijk is ook de humanistische visie een religie, een geloof. De humanistische manifesten van 1933 en 1973 erkennen dit.
Schaeffer wijst erop dat de grondleggers van de Amerikaanse constitutie uitgingen van een absolute christelijke moraal. Dat was de geest van de wet. Men was ervan overtuigd dat iedere andere visie leidt tot tirannie. „Als we niet geregeerd worden door God, zullen tirannen over ons heersen”, zei William Penn (1644-1718). In Nederland deelde Groen van Prinsterer (1801-1876) die zorg. Hij zag een toekomst waarin de barbarij van een massacultuur zou regeren. Er bleven dan maar twee opties over: anarchie (chaos) of dictatuur (tirannie).
Dwarsdenkers
Net als in veel andere westerse landen domineert in Nederland inmiddels het humanistische denken. Niet alleen bij de overheid, maar ook in de media, in wetenschap en cultuur, bij de rechterlijke macht, bij bedrijven, bij belangengroepen, kortom, in alle geledingen van de samenleving. Dit betekent voor christenen dat ze in een totale strijd verwikkeld zijn geraakt. Daarbij moet bovendien rekening gehouden worden met de satanische bezieling van het humanisme als visie op de werkelijkheid. Christenen strijden tegen overheden, machten, geweldhebbers dezer eeuw en geestelijke boosheden in de lucht (Efeze 6:12); dat zijn allemaal aanduidingen voor de duivel en zijn trawanten. Iedere vorm van naïviteit hierin betekent een onderschatting van de tegenstander.
De implicatie is dat alle grote en kleine maatschappelijke debatten overheerst worden door humanistisch denken. Alle beleid en regelgeving wordt erdoor gekleurd. Of het nu gaat om klimaatverandering, Covid-19, genderneutraliteit, sociale gelijkheid, racisme, monetair beleid of Europa: alles is ideologie. En daarom geldt voor elk van deze onderwerpen dat christenen ervoor moeten waken dat ze zich kritiekloos laten leiden door heersende opvattingen. Steeds opnieuw moeten zij zich afvragen wat de werkelijke issues zijn, en wat dan Bijbelse antwoorden zijn. Die zullen zelden overeenstemmen met de maatschappelijke consensus. Christenen moeten weer leren om dwarse denkers te zijn, ook als dit betekent dat ze weggezet worden als complotdenkers of extremisten. Ze moeten weer wennen aan aanhoudende en heftige geestelijke strijd. Niet alleen tegen hun eigen vlees, maar ook tegen de wereld en de duivel.
Ongehoorzaamheid
Een totalitaire humanistische samenleving betekent ook dat christenen te maken krijgen met zachte of harde vormen van vervolging. Daarbij rijst de vraag tot hoever christenen de overheid moeten gehoorzamen. Reformatoren als Calvijn en Beza stelden dat burgerlijke ongehoorzaamheid niet alleen een recht maar ook een plicht kan zijn wanneer iemand wordt gedwongen om tegen Gods wet te handelen. Ook erkenden zij het recht van opstand, zij het dat zij dit beperkten tot lagere overheden die in opstand kunnen komen tegen hogere overheden.
De Schotse reformator John Knox ging verder en erkent ook het recht van opstand door burgers als laatste remedie. Samuel Rutherford werkte een meer volledige vise uit in zijn klassieke werk ”Lex Rex”, waarin hij nadrukkelijk stelde dat ook koningen onder Gods wet staan. Het boek veroorzaakte zoveel opschudding dat Rutherford wegens hoogverraad ter dood gebracht zou zijn, ware het niet dat hij overleed. Zijn gedachten leefden echter voort, en komen bijvoorbeeld naar voren in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring.
Christenen anno 2021 doen er goed aan zich te verdiepen in het gedachtegoed van mannen als John Knox en Samuel Rutherford. Ze waren moedige dwarse denkers en doeners. Zij vreesden God en hielden Zijn geboden.