De onderhandelingen over een nieuwe regering gaan een nieuwe fase in.
Na enkele weken van stilte rond de vorming van een nieuw kabinet, gaat informateur Hamer weer gesprekken aan met de fractievoorzitters van partijen die in aanmerking komen voor regeringsdeelname. Maandag kwamen VVD-voorman Rutte en zijn D66-evenknie Kaag bij haar langs. Dinsdag is het de beurt aan CDA, PvdA en GroenLinks, en aan de ChristenUnie.
De afgelopen weken hebben VVD-voorman Rutte en zijn D66-collega Kaag in alle stilte gewerkt aan een document dat bouwstenen kan bieden voor een nieuw regeerakkoord. Wat daarin staat, is overigens nog niet bekend.
D66-leider Kaag vond het nodig om direct op de eerste dag dat de onderhandelingen weer van start gaan, te verklaren dat ze een vernieuwde samenwerking met de ChristenUnie afwijst.
Het Algemeen Dagblad tekende uit haar mond op dat het roer om moet: „Het moet echt anders. Dat doe je met een andere samenstelling van het kabinet, met andere keuzes en prioriteiten.” Daarom streeft ze naar een zo progressief mogelijk kabinet met VVD, CDA, PvdA en GroenLinks.
Dat was ook het uitgangspunt van D66 in de afgelopen maanden. Het is alsof Kaag hetzelfde cassettebandje afspeelde.
In de afgelopen weken waarin Kaag onderhandelingen voerde met Rutte over een nieuw conceptregeerakkoord, heeft de D66-leider kennelijk geen ontwikkeling doorgemaakt in haar denken.
Dat is best opmerkelijk te noemen, omdat Kaag de verkiezingen won met de leus dat het gaat om nieuw leiderschap. Vijf maanden na de verkiezingen wordt het toch wel eens tijd dat de dames en heren in politiek Den Haag bereidheid tonen om over hun eigen schaduw heen te springen. Dat is ook een kenmerk van echt leiderschap. Het wordt tijd om het landsbelang boven het eigenbelang te plaatsen.
Toch heeft de uitlating van Kaag wel een politieke betekenis. Ze ziet de ChristenUnie echt als een ongewenste coalitiepartner. Dat is niet meer en niet minder dan een klap in het gezicht van de ChristenUnie, waarmee D66 de afgelopen jaren, ondanks de grote politieke verschillen die er zijn, redelijk harmonieus samenwerkte. De CU toonde en toont zich een politieke partij die betrouwbaar is en verantwoordelijkheid neemt.
Net na de formatie liet CU-leider Segers zich ontvallen dat hij niet wilde regeren met VVD-voorman Rutte omdat laatstgenoemde te veel het boegbeeld is van de oude bestuurscultuur in ons land. Maar Segers toonde zich wel een leider door in het openbaar op zijn schreden terug te keren en zijn kritiek op Rutte te matigen.
Kaag kan daar nog een voorbeeld aan nemen. Een goede leider dramt niet, maar dient.