Drie weken na de overstroming ligt de stad Bad Neuenahr-Ahrweiler in het Duitse Ahrdal nog steeds vol modder. Overal zijn hulpverleners bezig. Ook de Martin-Luther-Kirche heeft het zwaar te verduren gehad. De predikanten van de protestantse gemeente Bad Neuenahr doen er van alles aan om mensen bij te staan.
De Ahr, die Bad Neuenahr-Ahrweiler in tweeën deelt, is maar een klein stroompje. Het water kabbelt rustig voort, meters onder de oever. Maar dat hier iets gebeurd is, is meteen duidelijk. Delen van de oever zijn weggeslagen; overal liggen takken, stukken hout en andere rommel: gevolg van het hoge water dat medio juli van alles meesleurde op zijn weg.
Dat het water ver over de oevers kwam, is zo klaar als een klontje. De weg naast de Ahr is nog vol bruine modder (Schlamm), die aan je schoenzolen blijft plakken. Aan de kant van de weg waar de huizen staan, ligt een ongekende hoeveelheid troep met stukken steen en hout, maar ook een kapotte stoel en een gieter, allemaal meegevoerd door het kolkende water. Of misschien toch niet: een man komt met een kruiwagen vol rommel uit zijn huis en stort dat op de grote hoop. Iets verderop staat een reinigingswagen blubber –opgezogen uit een nabijgelegen appartement– te lozen in de Ahr.
Martin-Luther-Kirche
Bij de kruising van de Georg-Kreuzberg Strasse met de Telegrafenstrasse is de brug over de Ahr verdwenen. Alleen de oeverfundering is er nog. Pal bij de kruising staat de Martin-Luther-Kirche, met ervoor een kapotte grijze Audi vol modder, met een rood lint eromheen, in een troosteloos bloemperk.
Voor het gebouw staat, jawel, een vrachtwagentje van Gebr. van Vulpen, orgelbouwers uit Utrecht. Drie medewerkers van het bedrijf zijn bezig het hoofdorgel van de kerk te demonteren en in te laden. „Ons bedrijf doet hier het onderhoud”, vertelt Leo Hardeman. „Het orgel stond hoog op de galerij en is onbeschadigd gebleven. De orgelkast blijft staan. We nemen het binnenwerk mee naar Nederland en slaan het daar op tot het weer opgebouwd kan worden. Er moet zo veel gedaan worden in de kerk, dat zou te veel stof geven.” Wanneer het orgel weer teruggeplaatst wordt, is niet bekend.
In het kerkgebouw staat concertorganist Christoph Anselm Noll, die haastig zegt dat zijn vrouw hier de vaste organist is. Hij laat de kerk zien. Op de wanden kun je aflezen dat het water hier ongeveer anderhalve meter hoog gestaan heeft. Door het hele kerkgebouw is een streep zichtbaar op die hoogte. De vloerbedekking is eruit gehaald. Bij het altaar zijn tegels kapot. Er staan nog maar een paar banken. Overal is Schlamm.
Noll vertelt dat het hoofdorgel tot de weinige onderdelen van de kerk behoort die onbeschadigd zijn gebleven. „Het kistorgel van orgelbouwer Klop uit 2014 dreef in het water en is onbruikbaar. De concertvleugel stond in het water en kan niet meer gebruikt worden. Toen ik op vrijdagmorgen na de vloed de deur van de kerk opende en naar binnen keek, kon ik wel huilen.”
Aan de andere kant, zegt Noll: „Die bewuste woensdagavond 14 juli was er een orgelconcert in het Gemeindehaus. Daarna ben ik samen met mijn vrouw naar deze kerk gegaan om wat spullen uit de kelder te halen en naar boven te brengen. We gingen om kwart voor twaalf weg. Een halfuur later kwam het water opzetten. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als we er toen nog waren geweest. Glück gehabt.”
Luchtdroger
Het Gemeindehaus, het gebouw waarin de Evangelische Kirche veel activiteiten organiseert, ligt op een paar honderd meter afstand, aan de Wolfgang-Müller-Strasse. Ervoor staan Elke Eumann, die de leiding heeft van het gemeentekantoor, en Petra Pellenz. Ze hebben zojuist een luchtdroger aan een jong echtpaar uit de omgeving gegeven.
„We hebben vierhonderd van zulke apparaten gekregen van de landelijke diaconie voor noodhulp van de Evangelische Kerk”, zegt Eumann. „Er is veel vraag naar. De mensen willen hun woning weer droog hebben. Ze kunnen de apparaten gratis halen. We zijn er bijna doorheen. Er komt nog een zending van ongeveer vierhonderd Luftentfeuchter.” „We doen wat we kunnen”, vervolgt ze, „maar we zijn zelf gebroken.”
De twee laten het kantoor zien. Alle meubilair is weg, evenals de vloerbedekking. Een glazen deur met het woord ”Secretariaat” staat los in een vieze ruimte. In de zalen in het gebouw ernaast ziet het er niet beter uit. Een deel van een binnenmuur is kapot. Overal ligt rommel. De Schlamm zit in dikke klodders op het aanrecht, op het toilet en ook op de wanden. Iemand heeft er een paardenhoofd van gemaakt en op de tegenoverliggende gangwand een hart en een kruis.
Eumann vertelt dat het water zo snel kwam opzetten dat het haar niet gelukt is het archief van de kerk te redden. „Om elf uur op die woensdagavond hoorden we geruchten over een hoge watergolf die eraan zou komen. Twee uur later was alles bedolven onder de vloed. Het busje van het Gemeindehaus dreef weg in het water.”
Ze is blij met de hulp die overal uit Duitsland vandaan kwam. „Elke dag stonden er twintig tot dertig vrijwilligers klaar om te helpen. De ergste rommel is weg. Maar er moet nog zo veel gebeuren.”
De kerk heeft goederen en geld gekregen om uit te delen, zegt Eumann. „Het geld geven wij dan weer aan mensen om in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Bij de goederen moet je denken aan kleding, desinfectiemateriaal en natuurlijk de Luftentfeuchter.”
Hochwasserseelsorge
Ds. Bernd Bazin verwacht dat het aantal mensen met psychische problemen de komende tijd zal toenemen. De predikant die in dienst van de Evangelische Kirchengemeinde Bad Neuenahr Hochwasserseelsorge (hoogwaterpastoraat) bedrijft, is op verzoek van Eumann naar het Gemeindehaus gekomen. „Het moment van het echte pastoraat komt nog. De mensen zijn nu nog bezig met overleven. Zo leeg als de huizen zijn, zo leeg zijn de hoofden van de mensen. Het ergste is het verlies van dingen met emotionele waarde, zoals oude foto’s en herinneringen aan dierbaren.”
De eerste weken na de watervloed zijn hij en de andere predikanten van de gemeente de straat op en de huizen langsgegaan om te praten met mensen. „We zitten nog steeds in de chaosfase”, zegt hij. „Dat betekent dat er nog steeds geen compleet beeld is. Er werden tot voor kort nog mensen ontdekt, bijvoorbeeld ergens op een bovenkamer.”
Ds. Bazin, die spreekt van de grootste catastrofe in Duitsland na de Tweede Wereldoorlog, heeft veel vreselijke verhalen gehoord. Ook in zijn kerkelijke gemeente zijn slachtoffers te betreuren. Hij wil het daar echter niet over hebben, omdat dat „de mensen moedeloos maakt.” De predikant noemt drie verhalen die hem hoop gegeven hebben.
Van een man die een getuigenis gaf tijdens de dienst in de Friedenskirche aan de Burgunderstrasse op de eerste zondag na de ramp. „De man vertelde onder tranen dat hij in de bewuste nacht met het water de kelder inspoelde. Hij bleef gelukkig bij bewustzijn en wist zich omhoog te werken. Die man, die de dood in de ogen gezien heeft, was zo dankbaar dat hij het had overleefd. Daarom wilde hij naar de kerk. Hij had er ook voor kunnen kiezen eerst zijn huis schoon te maken.”
Van dat gezin dat hij ontmoette op het kerkhof, dat ook grotendeels vernield is. „Die mensen, die in een vierkamerwoning wonen, namen twee gezinnen op die geen onderkomen meer hadden. Dat is een teken van christelijke naastenliefde.”
Het derde gaat over Lucas Bornschlegl, iemand die in deze gemeente deel uitmaakte van het trompetkoor. „Hij is als vrijwilliger bezig met het opbouwen van een hulppost aan de andere kant van de Ahr, waar door de kapotte bruggen helemaal geen voorzieningen meer waren. Mensen kunnen bij hem en de andere vrijwilligers voedsel en apparaten krijgen, maar hij is ook bezig met het opzetten van medische hulplijnen. Hij laat dit werk voorgaan boven een baan die hij zou kunnen krijgen.”
Zelf kreeg ds. Bazin deze morgen een bijzondere bemoediging toen hij de aan de beurt zijnde dagtekst van de hernhutters (de ”Losungen”) las, vertelt hij. „De tekst was Johannes 6:68: „Herr, wohin sollen wir gehen? Du hast Worte des ewigen Lebens.” Ds. Bazin: „Jezus vroeg of Zijn discipelen ook niet wilden weggaan. Petrus antwoordde dat ze bij Hem wilden blijven omdat Hij de woorden van het eeuwige leven had. Gods Woord heeft het leven. Je kunt je afvragen of je hier moet blijven waar alles kapot is. Wij kunnen hier niet weggaan. Onze plek is hier, waar God ons heeft geplaatst.”