„Er is een gat in de dijk van het Julianakanaal. Verlaat het gebied en breng jezelf in veiligheid.” De NL Alert klinkt heftig, maar is dat het ook?
De waarschuwing kwam vrijdagmiddag per sms in de gemeente Meerssen. Een journalist die verslag wil doen van de calamiteit, kan echter niet zomaar de afslag Meerssen op de A2 nemen. Die is afgesloten door middel van pionnen. Een brandweerwagen slalomt met loeiende sirenes om de oranjekleurige dingen heen.
Een afslag verder is wel open. Via het industrieterrein Beatrixhaven is het Julianakanaal snel bereikt. Op een dijkje bij Itteren fietst Eduard Lhomme (67). Hij komt uit het Limburgse dorpje en is met zijn mountainbike al even wezen kijken bij het gat in de dijk. „Je ziet niet veel meer dan wat militairen die zandzakken aan elkaar doorgeven”, zo waarschuwt hij.
Lhomme kan zich het hoog water van 1993 en 1995 goed herinneren. „Toen stond ons huis onder water. Dat was niet leuk. Maar nu is er een goede dijk om ons dorp gekomen en hebben we nergens geen last van gehad.”
De Limburger is goed te spreken over de maatregelen die de overheid heeft genomen om de wateroverlast te voorkomen. Hij wijst vanaf het dijkje langs het Julianakanaal naar de onder water gelopen weilanden rond kasteelhoeve Hartelstein. „Daar kunnen we heel wat litertjes water kwijt.” Het water van de Geul stroomt hier onder het Julianakanaal door richting de Maas. „Ze hadden die buis alleen een stuk groter moeten maken, dan hadden we hier veel meer water kunnen afvoeren. Misschien hadden ze in Valkenburg dan wel minder problemen gehad.”
Hoog tijd om het dijkje langs het kanaal zelf ook even af te lopen. Van hectiek is hier geen enkele sprake. De natuur is schitterend. Een roodborsttapuit laat zich zien. Een distelvlinder landt op het smalle asfaltpaadje. Ganzen vliegen over en landen op de ondergelopen weilanden. Een rondcirkelende politiehelikopter verbreekt de rust.
Dan komt de boogbrug Bunde in zicht. Daar is het een hele drukte. Politie, brandweer, de Landmacht, Rijkswaterstaat, allerlei uniformen wriemelen door elkaar. De pers heeft vanaf de brug goed zicht op de werkzaamheden. Alleen het gat zelf is niet te zien.
Het ergste leed lijkt al geleden te zijn, want de stemming onder de militairen” van het 42e Bravo Compagnie Limburgse Jagers is jolig. „Anderhalve meter!” roept er één, terwijl hij een zware zandzak van dichtbij doorgeeft. Als er een nogal gezette jogger aan komt rennen, roepen de militairen met hun afgetrainde lichamen lachend tegen elkaar: „De aflossing!”
Ondertussen maken de agenten zich kwaad dat er in afgezet gebied zomaar joggers, fietsers en mensen op de scooter kunnen komen. „Als ik je hier nog één keer zie, krijg je een bekeuring”, zegt een agent tegen een man op een scooter. Via de portofoon vraagt de agent of de afzetting wat beter geregeld kan worden.
Af en toe maken de militairen even ruimte. Brandweerlieden sjorren een motorzaag aan om een boom te verwijderen die blijkbaar in de weg staat. Daarna komt de zandzakkenstroom weer op gang.
Groot is de verbazing van de hulpverleners als er een binnenvaartschip over het kanaal komt aanstomen. Een man van Rijkswaterstaat gebaart met driftige gebaren dat de ”Laetitia” vaart moet minderen. Uiteindelijk doet de schipper dat ook, maar zodra het schip de brug is gepasseerd gaat het gas er weer op.
Ondertussen blijft de calamiteit persmuskieten aantrekken. Een verslaggever en cameraman van PowNed hebben vier kilometer door ondergelopen gebied moeten lopen om de brug te bereiken. Ze hebben wel laarzen aan, maar hun broeken zijn nat. „Er kwam een vrachtwagen met zand langs en die zorgde voor een grote golf”, verklaart de cameraman.
Bij de brug lijkt het gevaar geweken. Een collega van Rijkswaterstaat is druk aan het telefoneren. „De kans dat het hier mis gaat, is heel klein”, zo klinkt het. Niet veel later stoppen de militairen met het doorgeven van zandzakken.
Werk blijft er genoeg voor de soldaten. Tussen Maastricht Airport en Roosteren blijkt een enorme file te staan, op het hoogtepunt meer dan 15 kilometer. De reden? Militairen plaatsen zandzakken bij een beek die de snelweg dreigt te overstromen.