Ds. Bosch: Contact met christenmigranten is verrijkend
Onverwachts kruisten Assyrische christenen tien jaar geleden het pad van ds. R. A. Bosch. De contacten met deze migranten uit onder meer Irak en Syrië ervaart de predikant uit Zeist als „verrijkend.”
Samen kerk zijn met christenmigranten, hoe doe je dat? Die vraag staat centraal tijdens de zomerschool voor predikanten en voorgangers die maandag en dinsdag online plaatsheeft. Organisatoren zijn onder andere Stichting Geloofsinburgering, Stichting Gave, Evangelie & Moslims en de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Aan het programma werken diverse predikanten mee die contact hebben met christenmigranten. Een van hen is ds. Bosch, verbonden aan de protestantse gemeente NoorderLicht te Zeist en lid van het platform migrantenkerken Utrecht/Zeist. Hierbij zijn ruim dertig internationale kerken aangesloten.
Wanneer kreeg u voor het eerst contact met christenmigranten?
„In 2011 werd ik gebeld door een bestuurslid van de Assyrische Kerk van het Oosten. Deze heeft leden die veelal afkomstig zijn uit Irak en Syrië en verspreid over heel Nederland wonen. Het bestuur zocht een kerkgebouw zonder beelden en met de mogelijkheid een altaar op het oosten te plaatsen om daar eens in de twee weken op zondag de mis te kunnen houden. Een van hun leden wist dat wij een gastvrije kerk zijn. Zo kwamen ze bij ons terecht.
Samen met de scriba heb ik vervolgens met het bestuurslid om de tafel gezeten. We kwamen al snel tot goede afspraken. Sindsdien houden ze eens in de twee weken om 12.00 uur hun dienst in ons gebouw, na onze viering. De Assyrische Kerk is al heel oud en heeft een liturgie in het Aramees.”
In hoeverre zijn er contacten tussen leden van uw gemeente en die van de Assyrische Kerk?
„Mensen ontmoeten elkaar in de hal van de kerk tussen onze viering en hun mis. De Assyrische christenen hebben de oude gewoonte om nuchter ter communie te gaan, dus samen koffiedrinken is voor hen geen optie. Maar er zijn hartelijke contacten. We leven met elkaar mee, ook in de dienst van de gebeden.
Ieder jaar organiseren we een speciaal moment van ontmoeting, bijvoorbeeld een gezamenlijke Bijbelstudie. Soms neemt een groep gemeenteleden van ons deel aan hun dienst. Ze begrijpen niets van de preek, die in het Aramees wordt gehouden, maar vinden het mooi om er eens bij te zijn. Daarna is er een gezamenlijke maaltijd, al ligt dat in coronatijd stil.”
Hoe gaat u om met theologische verschillen?
„Deze mensen komen uit gebieden waar christenen worden vervolgd en zijn getekend door de ramp die IS heeft aangericht. IS vraagt niet: Ben je protestants, luthers of rooms-katholiek, maar: Geloof je in Jezus? Zo ja, dan word je vermoord.
We zijn allemaal volgelingen van Jezus. Dat schept vooral een sterke band, al ervaren we ook verschillen. In gesprekken met het bestuur of in ontmoetingen tussen jongeren uit beide gemeenten komen die weleens ter sprake, maar we discussiëren daar niet regelmatig over.”
Wat wilt u de deelnemers aan de zomerschool vooral meegeven?
„Contacten met migrantenchristenen verrijken je. Ik ervaar het als bijzonder om te zien hoe zij hun geloof in Jezus beleven. Het is een zegen als christenen uit andere landen en culturen je kerk binnenkomen. Je hoeft niet volledig te integreren –daarvoor zijn de verschillen in cultuur, taal en liturgie soms te groot–, maar kunt wel van elkaar leren.”
Welke ervaring bleef u het meest bij?
„Een paar jaar geleden was er een speciale gebedsviering omdat IS in een dorp langs de rivier Khabour in Syrië 250 mensen had gegijzeld en een aantal vermoord. Assyrische christenen in Nederland kenden sommigen van de slachtoffers. Mij werd gevraagd om mee te doen met de gebeden, samen met een Assyrische priester. Ik was deelgenoot van hun verdriet en de vraag om mee te bidden ervoer ik als een geschenk van hen waar hun vertrouwen uit sprak. Dat raakte me sterk.”