Geloven is niet achterhaald of botst met rede en wetenschap, maar bevestigt juist het gezond verstand. Deze kernovertuiging van de Britse apologeet G. K. Chesterton biedt een duidelijk antwoord op de nieuwe atheïsten, vindt promovenda Marianne Kuipers-Sedee.
In haar proefschrift ”Chesterton, the New Atheism, and an Apologetics of Common Sense”, waarop ze maandag in Tilburg promoveert, confronteert zij de opvattingen van nieuwe atheïsten, zoals Richard Dawkins, Daniel Dennett, Sam Harris en (wijlen) Christopher Hitchens, met de opvattingen van Gilbert Keith Chesterton (1874-1936). Chesterton was een in zijn tijd gezaghebbende Engelse schrijver, apologeet en journalist, die in tal van werken het christelijke geloof verdedigde tegenover het atheïsme en de seculiere tijdgeest.
Gezond verstand
Chesterton noemde zich „orthodox.” Zijn wereldbeschouwing verbindt op originele wijze filosofie en mythologie, rede en geloof c.q. mystiek, aldus Kuipers. Chesterton neemt zijn uitgangspunt in het gezond verstand (”common sense”), dat „de dingen laat zien zoals ze zijn.” Kuipers verstaat onder gezond verstand: de zintuigen, de rede, de traditie en het gevoel van verwondering. „Deze vier elementen moeten als het ware de basis vormen van onze visie op de werkelijkheid. In de christelijke levensbeschouwing komen zij alle vier terug, wat waarborgt dat de christelijke levensbeschouwing gestoeld is op basiswaarheden die voor iedereen inzichtelijk zijn.”
Dit alles staat haaks op het ”nieuwe atheïsme”, dat zich kenmerkt door de opvatting dat religie vijandig staat tegenover rede en wetenschap, en per definitie slecht, intolerant en gevaarlijk is. Kuipers: „Er is bij deze nieuwe atheïsten te weinig oog voor de verwondering en de beperktheid van de wetenschap. Zij hebben een heel nauwe kijk op de werkelijkheid. Zij hebben alles gezet op de zintuiglijke waarneming en zien de mens daardoor eenzijdig darwinistisch als een geëvolueerde aap.”
De Britse theoloog Alister McGrath stelde onlangs dat de nieuwe atheïsten weer op z’n retour zijn.
„Ze lijken minder actief te zijn, maar Dawkins schreef niet lang geleden nog een nieuw boek dat zich vooral richt op jongeren. Ze hebben nog steeds veel invloed, ook door hun veelvuldig gebruik van media. Vooral voor degenen die twijfelen aan God is de verleiding groot om naar hen te luisteren en hun argumenten klakkeloos over te nemen. Ik bevraag in mijn proefschrift vooral de vooronderstellingen van hun denken.”
Rome
Chesterton laat zich in zijn apologetiek vooral inspireren door de Rooms-Katholieke Kerk, waarvan hij lid werd na zijn bekering. De kracht van deze kerk is volgens hem dat zij een eeuwenlange intellectuele traditie verwoordt, die geloof en rede met elkaar verzoent en daarom in staat is om alle modestromingen te trotseren. Kuipers trekt ook lijnen door naar de oproep van het Vaticaan om te komen tot „een nieuwe evangelisatie”, die antwoord geeft op de uitdaging van atheïsme, relativisme en tanend Godsgeloof.
Is Chesterton ondergewaardeerd?
„Ja, zijn bekendheid is snel afgenomen. Hij had niet het imago van een geleerde. Als journalist schreef hij veel bekende werken, die nooit een plek kregen in het reguliere onderwijs. Toch is hij de oorzaak geweest van de bekering van C. S. Lewis en had hij ook een grote invloed op het denken van J. R. R. Tolkien. Je ziet bij deze twee denkers duidelijke parallellen en verwantschap met Chesterton.”
Er wordt van Chesterton gezegd dat hij ketterij haatte, maar de ketter erg liefhad.
„Dat is hem ten voeten uit. Hij valt scherp de visies aan, maar nooit de mensen. Hij was zelfs bevriend met mensen die hij fel bestreed, zoals H. G. Wells. Daarin is hij ook actueel in het gesprek met de nieuwe atheïsten. Je moet hen recht doen en niet respectloos vanuit de hoogte benaderen. Dan is er sprake van een oneerlijk gesprek. Ik heb nooit de illusie dat ik de ander kan bekeren of overtuigen van het christelijk geloof. Maar ik kan wel laten zien dat het geloof niet achterhaald is en dat er goede argumenten voor te vinden zijn. En dat je daarbij ook rijk kunt putten uit de Bijbel en de traditie van de kerk.”