Alister McGrath: Nieuwe atheïsme in verval geraakt door zijn simplisme
Een vrijdenker die christen werd en het opnam tegen prominente atheïsten. De Britse natuurwetenschapper en theoloog dr. Alister McGrath schreef zijn levensverhaal op. „Het nieuwe atheïsme is in verval geraakt door zijn simplisme.”
Evenals de Britse apologeet C. S. Lewis werd McGrath geboren in het Ierse Belfast. Hij noemt dit feit in zijn nieuw verschenen biografie ”Het raadsel van God. Mijn ontdekkingsreis langs wetenschap, geloof en twijfel” (KokBoekencentrum, Utrecht), omdat er duidelijke parallellen te trekken zijn tussen beide levens. Door het lezen van Lewis kwam McGrath tot acceptatie van het christelijk geloof. Beiden ontdekten het christendom als het meest aannemelijke antwoord op de schoonheid en het mysterie van de wereld.
McGrath (1953) groeide op in een protestants milieu, bezocht het Methodist College in Belfast en ging scheikunde in Oxford studeren. Als „sceptisch scheikundige” omarmde hij het atheïsme als het enige houdbare wetenschappelijke standpunt. Hij raakte echter in een geloofscrisis toen hij de grenzen van de wetenschap ontdekte.
McGrath ging theologie studeren en ontwikkelde zich gaandeweg tot deskundige op het punt van de dialoog tussen natuurwetenschap en theologie, verbonden aan gerenommeerde instituten in Oxford en Londen. Hij is momenteel hoogleraar religie en wetenschap aan de Universiteit van Oxford. Hij schreef tientallen werken (vaak in diverse talen vertaald), waaronder handboeken over de theologie en de Reformatie (de rechtvaardiging).
Apologetiek
McGrath ontwikkelde zich steeds meer op het punt van de apologetiek. Hij ontdekte dat mensen niet in God wíllen geloven omdat ze autonoom willen zijn. Als eerste theoloog in het Verenigd Koninkrijk kruiste hij de degens met de befaamde atheïst Richard Dawkins. „Atheïsme was een tijd in de mode”, zegt McGrath desgevraagd, „maar mensen liepen vast met het dogmatisme en de oppervlakkigheid van het nieuwe atheïsme van Dawkins en Hitchens. Veel voormalige leden hebben daarom gedesillusioneerd de beweging verlaten. In mijn laatste werken heb ik benadrukt dat we allemaal moeten leven met een graad van intellectuele onzekerheid over onze geloofsovertuigingen. Meer recente atheïstische schrijvers in Engeland knopen weer aan bij traditionele debatten over God en de zin van het leven, wat ik van harte toejuich en waarin ik ook actief participeer.”
U rust vooral intellectuelen toe in de Anglicaanse Kerk. Heeft uw werk, dat vooral gericht is op het brede publiek, geleid tot een hernieuwde interesse in het christelijk geloof?
„Ik zie mijn rol vooral in het bemoedigen en informeren van christenen over hun geloof. Ik heb mij daarbij laten inspireren door C. S. Lewis, als iemand die in staat is om zichzelf verstaanbaar uit te drukken voor een breed lezerspubliek. Omdat mijn achtergrond in de natuurwetenschappen ligt, heb ik vooral willen benadrukken dat de natuurwetenschappen de diepste levensvragen niet kunnen beantwoorden omdat ze maar een gedeelte van de menselijke kennis omvatten.”
Heeft de coronacrisis de geestelijke situatie in het Verenigd Koninkrijk veranderd?
„We zijn ons bewust geworden van onze kwetsbaarheid en velen hebben in deze crisis in het religieus geloof troost en zekerheid gevonden. Dat neemt niet weg dat het Verenigd Koninkrijk nog steeds even geseculariseerd is, in die zin dat godsdienst niet werkelijk verankerd is in het publieke leven, behalve dan de grotendeels nominale rol die de Church of England als de ”gevestigde kerk” speelt. Opvallend is het stijgende bezoek aan onlinekerkdiensten, vooral in kathedralen, met name door veel jongeren die normaal niet naar de kerk gaan. De vergrijzing van kerkleden en het ontbreken van een adequaat leiderschap in de kerk baart mij zorgen. De groei van de pinksterbeweging en vormen van christendom uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika markeert een belangrijke ontwikkeling, van een meer rationele naar een meer ervaringsgerichte geloofsbenadering. Klassieke vormen van het protestantisme hebben het moeilijk omdat ze geen verbinding leggen met de leefwereld van de nieuwe generatie en niet de vragen aan de orde stellen die deze bezighouden.”