Lot CDA én Omtzigt ongewis na breuk
Het is over en uit tussen Pieter Omtzigt en het CDA. Wat betekent dat voor de partij, voor het Kamerlid zelf en voor het formatieproces?
Voor het CDA
Dat het CDA dezer dagen in rep en roer is, komt echt niet alleen doordat de populaire Omtzigt is opgestapt. Minstens zo wezenlijk is de erfenis die hij achterlaat: zijn lijvige memo dat schetst in welke staat de partij zich in zijn ogen bevindt. Dat stuk zal de komende dagen uitvoerig worden bediscussieerd, al was het alleen maar vanwege de herkenning die het oproept. In het memo dat donderdag openbaar kwam, staat over het CDA: „De uitwerking van ideeën vindt nauwelijks of in ieder geval te weinig plaats. Het blijven grootse plannen, maar de concretisering ervan ontbreekt overal. Dat is problematisch. Zo verliezen we als partij de essentiële functie van het vormgeven van de maatschappijordening.”
Bij de campagne 2021 was het probleem van het CDA volgens Omtzigt dat de partij in Rutte III niets had binnengehaald. Niet één belofte werd waargemaakt; geen lager eigen risico voor de basiszorgverzekering, geen terugkeer van de studiebeurs, niet meer woningbouw en geen invoering van de maatschappelijke dienstplicht. De oplossing, of liever gezegd: de noodgreep in de campagne van 2021 is volgens hem geweest om dan bewust maar zo weinig mogelijk dingen voor te stellen, „zodat je er ook niet aan gehouden kunt worden.” Vooral die observatie is dodelijk: De Jonge en na hem Hoekstra moesten wel blijven hangen in vage en abstracte plannen, want de energie en de structuur die nodig zijn om die uit te werken in concrete actiepunten was er niet meer bij het CDA.
De onvrede over de campagne en de uitkomst van de verkiezingen binnen het CDA is groot. Op 5 juli doet een commissie onder leiding van CDA-burgemeester Liesbeth Spies uit de doeken wat er misging. Maar na Omtzigts memo is er geen CDA’er meer die nog gelooft dat het CDA stemmen verloor vanwege procedurele missers, zoals een slecht georganiseerde lijsttrekkersverkiezing. Het debat over het verloop van de laatste verkiezingscampagne is vanaf nu een discussie over het bestaansrecht van het CDA; de tweede na de roemruchte partijbijeenkomst in 2010 over de deelname aan een gedoogcoalitie met de PVV. De partij schudt dus opnieuw op haar grondvesten.
Voor de formatie
Bij de start van de formatie werd Hoekstra gezien als gewiekste onderhandelaar. Zijn onderhandelingsstijl trok de aandacht van de verkenners Ollongren en Jorritsma. Deze week moet blijken hoeveel gezag hij door Omtzigts memo, dat zonder twijfel is stukgelezen door de andere onderhandelaars, is kwijtgeraakt. In kringen rond Hamer zal men zich zeker afvragen of een partij die zo met zichzelf overhoop ligt nog een stabiele motor kan zijn van het landsbestuur. Verder zal de CDA-fractie, gealarmeerd door Omtzigts memo, nu nog meer op haar hoede zijn en nooit ofte nimmer willen tekenen voor een coalitieakkoord waarvan iedereen zich afvraagt: Wat heeft het CDA eigenlijk binnengehaald?
Voor Omtzigt
Ruim één dag nam Omtzigt de tijd voor hij besloot uit het CDA te stappen. Dat is kort voor zo’n ingrijpend besluit. De vraagt rijst of de parlementariër overziet wat het betekent om straks als eenpitter op één lijn te worden gezet met een Kamerlid als Caroline van der Plas (BBB), eenzaam ploeterend om aandacht. Bij de komende verkiezingen kan Omtzigt proberen zich te ontpoppen tot rivaal van het CDA, zoals Wilders in 2010 deed met de PVV. Wat echter blijft staan, is dat hij net zo’n onzekere toekomst tegemoet gaat als zijn oude partij.