Vertrek Omtzigt geeft veel stress en beetje opluchting
Een grotere klap dan het vertrek van Pieter Omtzigt uit de partij kon het CDA nauwelijks treffen. Toch heerst in de partijtop waarschijnlijk ook –hoe tegenstrijdig dat mag klinken– een klein beetje opluchting.
„Ontzettend teleurgesteld en geschrokken”, zijn CDA-leider Wopke Hoekstra en interim-partijvoorzitter Marnix van Rij. In een verklaring op Twitter schrijft het tweetal dat het had gehoopt op een andere uitkomst. „Het doet ons als partij veel pijn dat het op deze manier tot een einde moet komen.”
Die woorden zijn ongetwijfeld welgemeend. Want de impact van het vertrek van de prominente en bij velen zeer geliefde volksvertegenwoordiger Pieter Omtzigt uit de partij kan moeilijk overschat worden.
342.000 voorkeurstemmen kreeg de politicus uit Twente bij de laatste Kamerverkiezingen; goed voor bijna 1/3 van de vijftien Kamerzetels die het CDA op 17 maart behaalde. Bij de lijsttrekkersverkiezing, zondag precies een jaar geleden, behaalde Omtzigt maar liefst 49,3 procent van alle uitgebrachte stemmen; slecht 1,4 procent minder dan winnaar Hugo de Jonge.
Dat de in het christendemocratische gedachtengoed doorknede Omtzigt, al sinds 2003 Kamerlid, nu het CDA-schip verlaat, is voor de partij van Hoekstra en Van Rij dan ook een geweldige slag.
Dit temeer omdat de door de affaire van de kinderopvangtoeslagen razend populair geworden parlementariër heeft aangegeven het Binnenhof niet de rug toe te keren, maar als onafhankelijk volksvertegenwoordiger zijn zetel in de Kamer te zullen blijven bezetten. Dát betekent dat de kritische Tukker voortdurend bij de Nederlandse kiezer in beeld zal blijven. En dat de CDA-top (fractie en bewindslieden) blijvend geconfronteerd gaat worden met het pijnlijke echec van Omtzigts aftocht.
Op korte termijn kan dit muisje binnen het CDA als partij nóg een staartje krijgen. Eerder dit jaar betuigde immers al een dertigtal plaatselijke CDA-afdelingen in een brief aan de partijtop op bevlogen wijze haar steun aan Omtzigt. Het valt bijna niet voor te stellen dat zulke afdelingen nu zullen reageren met: „Tja, jammer hoor. Hij heeft hier zelf voor gekozen; over tot de orde van de dag.”
Veel meer ligt het voor de hand dat de Omtzigt-vleugel in het CDA haar woede over de ontknoping van zaterdag zal afreageren op de huidige partijleider, Hoekstra. Díé had toch moeten voorkomen dat deze breuk zijn beslag kreeg? Die had toch álles in het werk moeten stellen om, linksom of rechtsom, dit onbetwiste talent voor de Nederlandse christendemocratie te behouden? Je bent een leider of je bent het niet, Wopke!
Daarom valt de reactie van Hoekstra en Van Rij goed te begrijpen. Natuurlijk zijn zij „ontzettend teleurgesteld en geschrokken.” Wat anders? Toch is het geen gewaagde veronderstelling dat zij - al zullen zij het nooit zó naar buiten brengen - tegelijkertijd enigszins opgelucht zijn.
Dat RTL Nieuws vrijdagavond op basis van anonieme bronnen meldde dat de CDA-top zou zinspelen op een breuk met Omtzigt, hoefde insiders dan ook niet te verrassen. De wonden die in de relatie tussen Omtzigt en zijn partij geslagen waren, leken inmiddels te diep geworden en al te lang te etteren om nog, zelfs door de beste arts, genezen te kunnen worden.
Daarbij zal het ook wel niet erg geholpen hebben dat minister De Jonge vrijdag, na afloop van de ministerraad, tegen journalisten zei dat hij verwachtte dat de commissie-Spies de visie van Omtzigt, zoals neergelegd in diens document, niet zou delen en waarschijnlijk tot „andere conclusies” zou komen. Dat kan voor Omtzigt („Oh Hugo, denk jij er zo over? Dus ik heb in mijn memo maar wat zitten bazelen?”) zomaar de druppel zijn geweest die zijn toch al volle emmer met frustraties over zijn eigen partij op zaterdag onweerstaanbaar liet overlopen.