„Coronavaccin voor kinderen met medisch risico verstandig”
Het coronavaccin van farmaceut Pfizer is veilig voor gebruik bij 12- tot 15-jarigen, oordeelde medicijnautoriteit EMA vrijdag. Hoe gewenst is het inenten van kinderen? Twee kinderartsen reageren.
Vaccineren van kinderen met een groot risico op ernstige klachten door Covid-19 is een goede zaak, vinden zowel kinderarts en OMT-lid dr. Károly Illy als kinderarts-epidemiologe dr. Patricia Bruijning. „Denk ook aan kinderen die samenwonen met iemand die heel kwetsbaar is en door vaccinatie niet goed beschermd kan worden”, zegt Bruijning, die werkzaam is aan het UMC Utrecht.
Jongeren van 16 en 17 jaar die in een hoog-risicogroep vallen, kunnen nu al een prik met het Pfizervaccin krijgen. Het gaat dan om jongeren met bijvoorbeeld een ernstig aangetast immuunsysteem, het syndroom van Down of ernstig overgewicht. „Dat is een heel kleine groep met een groter risico op ernstige Covid-19”, zegt Illy, die voorzitter is van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.
Wat hem betreft wordt de lijn doorgetrokken naar kinderen van 12 tot en met 15 jaar met een extra hoog medisch risico. De Gezondheidsraad beraadt zich daar momenteel op. „Een volgende stap is het vaccineren van jongeren die in aanmerking komen voor de griepprik vanwege bijvoorbeeld ernstige astma, suikerziekte of een hartaandoening. Maar zover is het nog niet; eerst zijn volwassenen aan de beurt.”
Illy sluit niet uit dat het coronavaccin over enkele maanden zal worden aangeboden aan kinderen onder de 12 jaar. „Als het bij die leeftijdsgroep is onderzocht en geregistreerd, kunnen we daarover gaan nadenken.”
Vaccinatiegraad
Beide kinderartsen betwijfelen of het vaccineren van gezonde jongeren nuttig en nodig is. Illy: „Dat weten we nog niet. De komende maanden zullen duidelijk maken of dat voor een optimale vaccinatiegraad noodzakelijk is. Stel dat er over een halfjaar veel besmettingen op scholen plaatsvinden en klassen naar huis moeten worden gestuurd, dan zou dat een reden kunnen zijn om te overwegen kinderen te vaccineren.”
Bruijning hoopt dat inenten van jongeren of kinderen zonder een medisch risico niet nodig zal zijn. Ze wijst op de situatie in het Verenigd Koninkrijk en Israël, waar het aantal coronabesmettingen –ook op scholen– flink aan het afnemen is. „Die signalen zijn heel hoopvol en vormen een aanwijzing dat kinderen niet de motor achter de verspreiding van het virus zijn. Eerdere studies suggereerden al dat kinderen corona minder makkelijk aan elkaar doorgeven dan volwassenen.”
Mogelijk is het inenten van volwassenen voldoende om het virus onder controle te krijgen, denkt de Utrechtse epidemiologe. „Als het aantal besmettingen heel laag is, heeft het weinig zin om ook gezonde kinderen te vaccineren.”
Het bereiken van groepsimmuniteit mag van Bruijning nooit de enige reden zijn om kinderen in te enten. „Ze moeten er zelf ook voordeel van hebben.”
Op dit moment is ze nog niet overtuigd van het nut van vaccinatie van gezonde jongeren. „Corona geeft bij de meeste tieners –op een enkele uitzondering na– geen erger ziektebeeld dan griep, en daar vaccineren we gezonde kinderen ook niet tegen.”
Nasleep
Kinderen hebben juist wel relatief veel last van de bijwerkingen van een prik. Bruijning: „Meer dan ouderen. Dat nadeel moet opwegen tegen de voordelen.” Van de 12- tot 15-jarigen krijgt 10 procent na de eerste prik koorts en 20 procent na de tweede prik. Voor de leeftijdsgroep 18 tot 55 jaar gaat het om respectievelijk 4 en 16 procent, en voor 55 jaar en ouder om 1 en 11 procent.
Jongeren krijgen na een coronabesmetting soms te maken met een lange nasleep, de zogenaamde long covid. Is dat een reden om hen te vaccineren? „Mogelijk”, zegt Bruijning. „We weten daar echter nog te weinig over. Vooralsnog lijkt long covid bij hen heel zeldzaam te zijn.”