Rechter Tsoka Banda stelde dat de zaak lang genoeg loopt om deze te seponeren, zoals Akster had verzocht. „De vertragingen door de staat om de zaak binnen een redelijke termijn te vervolgen, hebben het recht van Wim Akster op een eerlijk proces geschonden, zoals voorzien in de grondwet”, aldus Banda.

De rechter zei dat de zaak sinds 2018 loopt, wat betekent dat deze twee jaar aan de gang was tot september 2020, toen de staat een aanklacht indiende. Hij zei ook dat de staat na het indienen van de aanklacht in september niet tot daadwerkelijke vervolging is overgegaan. Dit zou te maken hebben met gebrek aan bewijs over wat er in 2017 met het meisje is gebeurd.

De uitspraak is controversieel omdat Akster in september 2020 werd gearresteerd en niet in 2018. De rechter zei echter dat de verdachte al in 2018 werd gewaarschuwd voor vervolging. Hij sprak overigens ook uit dat de staat vrij is om de zaak te heropenen wanneer het bewijsmateriaal beschikbaar is.

Advocaat Victor Jere van de destijds 19-jarige scholiere benadrukt dat de zaak tegen Akster pas sinds september 2020 loopt. Hij liet direct na de uitspraak vrijdag weten dat hij de zaak maandag opnieuw zal aanspannen bij een andere rechtbank. Volgens hem is er nieuw bewijsmateriaal.

Akster zei vrijdag na afloop van de rechtszitting tegen journalisten dat hij blij was dat „gerechtigheid heeft gezegevierd.”

Aanvankelijk zou de zaak woensdag voorkomen, maar deze werd op het laatste moment twee dagen uitgesteld. Er zou sprake zijn van een computercrash in de rechtbank.

Akster wordt ook verdacht van het verleiden en seksueel misbruiken van drie mannen en van zes studenten die door de Nederlandse Stichting Timotheos bekostigd onderwijs volgden. Deze zaak is op 10 mei doorverwezen naar het Constitutioneel Hof in Malawi.

Mensenrechtenorganisaties reageerden boos op die beslissing. Zij vrezen dat de verdachte de gelegenheid krijgt om de verklaringen van getuigen te beïnvloeden.