Hoge vaccinatiebereidheid ouderen „heel positief”
De bereidheid om zich tegen corona te laten inenten is fors hoger onder ouderen dan jongeren, blijkt uit lezersonderzoek van het Reformatorisch Dagblad.
„Een hoopvolle uitkomst en heel positief vanuit het oogpunt van volksgezondheid”, reageert RIVM-arts infectieziektebestrijding dr. Helma Ruijs, die in 2012 promoveerde op vaccinatiebereidheid in de reformatorische gezindte. „Ouderen lopen immers het grootste risico op een ernstig ziektebeloop.”
Weloverwogen
Het viel Ruijs op dat 60 procent van de respondenten zegt de keuze rond vaccinatie het liefst zonder beïnvloeding van buitenaf te maken. „Dat beeld herkennen we uit eerder onderzoek. Mensen uit de reformatorische gezindte voelen zich vaak heel verantwoordelijk en willen zelf een weloverwogen en goed onderbouwde keuze maken.” Onder meer uit recent onderzoek naar kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap bleek dat reformatorische vrouwen daar een bewuste keuze over willen maken.
Slechts 18 procent zegt zich te laten beïnvloeden door de predikant. Ruijs, die eerder onderzoek deed naar de invloed van religieuze leiders op vaccinatiebereidheid: „Buitenstaanders denken vaak dat gemeenteleden altijd de predikant volgen. Zelf ben ik dat niet zo tegengekomen. Wel zie je dat de gemeente een predikant kiest die bij haar past, ook wat betreft zijn visie op vaccinatie. In geval hij zijn opvatting 180 graden draait en ineens van de kansel gaat verkondigen dat vaccinatie geoorloofd is, zullen gemeenteleden hem niet klakkeloos volgen.”Onder de twijfelaars noemt 65 procent als belangrijkste reden niet zeker te zijn van de veiligheid van de coronavaccins. „In eerder onderzoek bij kindervaccins en kinkhoestvaccinatie speelt dat bezwaar minder. Vermoedelijk omdat coronavaccins nieuw zijn.”
Embryonaal weefsel
Van de weigeraars zegt 30 procent moeite te hebben met het gebruik van embryonaal weefsel voor de ontwikkeling van vaccins. „Voorheen zagen we dat bezwaar zelden, hoewel ook voor het rodehondvaccin een cellijn wordt gebruikt die oorspronkelijk afkomstig is uit embryonaal weefsel”, zegt Ruijs. „Er lijkt sprake van een wisselwerking. Mensen stellen er vragen over, waarna het in de NPV-brochure en de krant aan de orde komt. Daardoor wordt het bekender en stellen mensen er meer vragen over.”