Voor het tweede jaar op rij zal vanavond de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam gehouden worden zonder publiek. Normaal gesproken staan bij het nationaal monument vele duizenden mensen om met elkaar de slachtoffers te herdenken die gevallen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog en in vredesoperaties daarna. Verleden jaar accentueerde het lege plein de bijzondere en sombere tijd waarin ons land verkeerde.
Vandaag is dat niet anders. Volgens sommigen had de jaarlijkse herdenking op de Dam vanavond een ‘evenement’ moeten zijn waarbij wél publiek werd toegelaten. Had er een fieldlab van gemaakt, zo is de redenering. Waarom gebeurt dat namelijk bij een sportevenement wel en bij zoiets belangrijks als een nationale herdenking niet?
Voor die redenering is zeker wat te zeggen. Er wordt alom gehunkerd en gesnakt naar het drinken van een biertje op een terras, naar het vrij kunnen winkelen, naar het bezoeken van een sportwedstrijd en naar het gaan op vakantie. Voor deze hunkerende mensen is er in de samenleving alle begrip. Een illegale viering van het kampioenschap van voetbalclub Ajax, waarbij zondagmiddag bij het stadion in Amsterdam meer dan 10.000 juichende mensen bij elkaar waren, levert, op een enkele kritische noot na, vooral vergoelijkende reacties op. Maar als er enkele honderden mensen een kerkdienst bezoeken, is de wereld te klein. Blijkbaar is de ene ‘bijeenkomst’ toch echt belangrijker dan de andere.
Toch zou het geen goede zaak zijn geweest om van het gebeuren op de avond van 4 mei een testevenement te maken. De rompslomp die het testen en alle anderen maatregelen met zich mee zouden brengen, doet afbreuk aan het karakter van deze plechtigheid. De leegheid van de Dam en de soberheid van de herdenking vormen daarbij opnieuw een markering van de bizarre tijd waarin we leven.
Hoewel de Nationale Dodenherdenking feitelijk niets met corona van doen heeft, zullen velen bij het zien van de sobere plechtigheid denken aan dat wat er de afgelopen maanden door Covid-19 gebeurde met hun man of vrouw, vader of moeder, vriend of vriendin, familielid of bekende. De kracht van een gemeenschappelijke herdenking is namelijk ook dat ieder individu kan denken aan de eigen pijn en het eigen verdriet.
De Bijbel spreekt over oorlogen en wereldwijde ziekten als een duidelijk teken van de eindtijd. En de eindtijd is die periode in de wereldgeschiedenis die ligt tussen de hemelvaart en de wederkomst van Jezus Christus.
Bij de pijn en het verdriet dat juist tijdens het herdenken mensen kan overmannen, blijft het woord van Jezus klinken dat Hij sprak bij Zijn hemelvaart: „Ik ben met u, al de dagen, tot de voleinding der wereld.” Die wetenschap neemt de pijn van het gemis, door welke oorzaak dan ook, niet weg. Maar voor allen die in Jezus geloven, geeft het wel een diepe troost in grondeloos verdriet.