Hersenwetenschapper bepleit meer waardering voor het bejaarde brein
Als mensen ouder worden, takelen de hersenen alleen maar af. Toch? Mis. „Een hardnekkige misvatting”, stelt neuropsycholoog prof. Margriet Sitskoorn (55) van Tilburg University. Sommige functies van het brein gaan inderdaad achteruit, maar andere juist vóóruit.
Hersenen passen zich continu aan de veranderende buitenwereld aan. Sommige cognitieve vaardigheden verbeteren, andere verslechteren. Ook het oudere brein is flexibel –neuroplastisch, in vaktaal– en kan daardoor op bepaalde vlakken beter gaan functioneren. „Dat is het belangrijkste inzicht van het hersenonderzoek van de laatste jaren op dit gebied. Voorheen gingen we uitsluitend uit van verval van de hersenen. Onderzoek werd vanuit dat kader ingezet”, vertelt hersenonderzoeker Sitskoorn. Ze is auteur van het in 2019 verschenen boek ”Het 50+ brein. Ouder wordende hersenen in de moderne samenleving”. Daarin bundelt ze kennis van onderzoek van wetenschappers van over de hele wereld.
Welke hersenfuncties verbeteren bij het ouder worden?
„Ouderen kunnen hun emoties over het algemeen beter reguleren. Daardoor raken ze minder snel van streek bij een ingrijpende gebeurtenis en weten ze: dit hoort erbij. De reden is onder andere dat ze meer hebben meegemaakt in hun leven dan jongere mensen. Daardoor zijn bepaalde hersengebieden anders gaan functioneren en kunnen ze zaken beter relativeren.
Veel ouderen staan vrij optimistisch in het leven. De reden is dat zij zich meer richten op positieve informatie, terwijl jongeren vooral negatieve informatie oppikken.
Ook kunnen ouderen –uitzonderingen daargelaten– goed omgaan met interpersoonlijke problemen. Daardoor zijn ze beter in staat problemen op de werkvloer op te lossen, voordat er ruzies ontstaan.
Wie ouder wordt, handelt steeds meer vanuit eerder opgedane ervaringen. Wijsheid komt met de jaren, luidt het spreekwoord. Dat is wetenschappelijk aangetoond.
Mensen van 50 jaar en ouder kunnen zich langduriger concentreren op een lastige taak, ingewikkeld onderwerp of taai boek. Een belangrijke vaardigheid en heel zinvol voor het opnemen van complexe informatie.”
Ouderen kunnen zich beter concentreren op een bepaalde taak, zegt u. Ligt dat aan de leeftijd van hun brein, of doordat ze in een minder vluchtige tijd opgroeiden? Een tijd waarin een uur naar de predikant of meester luisteren heel normaal was.
„Beide. Het brein verandert met de leeftijd en wordt ook beïnvloed door de omgeving. Zo kan het grondig lezen van boeken het concentratievermogen helpen verbeteren.
Jongeren hebben vaak meer moeite om zich te concentreren. Daar staat tegenover dat ze hun aandacht beter kunnen verdelen over meerdere onderwerpen en taken. Dat heeft met hun leeftijd en hersenontwikkeling te maken, maar ook met het feit dat ze leven in een wereld vol prikkels. Denk aan de smartphone, die continu afleidt. Hun hersenen passen zich daarop aan.”
Waar zijn jongeren nog meer goed in?
„De jongere generatie is vaak creatiever; ze is er beter in om vanuit het niets nieuwe dingen te bedenken. Ook aanvaarden jongeren veranderingen makkelijker. Zij worden minder gehinderd door dingen die ze al weten en die zich in hun neurale netwerk hebben genesteld.”
Ouderen zijn minder welkom op de arbeidsmarkt of moeten ongewild met pensioen. Vindt u dat ouderen zouden moeten blijven werken?
„Het verschilt echt per beroep of het verstandig is om door te blijven werken. Een stratenmaker kan op de pensioengerechtigde leeftijd van 67 een versleten rug en knieën hebben. Maar veel andere functies kunnen ouderen nog uitstekend aan. Op veel punten zijn zij juist in de bloei van hun leven. Zo zijn ze vaak relatief stressbestendig; een ideale eigenschap voor veel functies. Anderen kennen de geschiedenis van een onderneming van haver tot gort. Deze diversiteit binnen een bedrijf is heel belangrijk. Werkgevers zouden daar veel meer oog voor moeten hebben.”
Klopt het dat het geheugen bij veroudering aftakelt?
„Specifieke geheugendelen, zoals het kortetermijngeheugen, worden inderdaad minder. Ouderen zijn bijvoorbeeld niet zo goed in het opslaan van allerlei feitjes. Daarentegen kunnen ze nieuwe kennis beter integreren in bestaande kennis. Het wiel hoeven ze niet opnieuw uit te vinden.
Ook het brongeheugen gaat achteruit. Daardoor kunnen ze zich moeilijker herinneren waar bepaalde informatie vandaan komt. Dat is best belangrijk: het maakt een verschil of iets uit de krant of van Facebook komt.
Het geheugen gaat bij het ouder worden meer in dienst staan van bepaalde doelen. Als het nut van bepaalde informatie niet duidelijk is, hebben ouderen veel moeite om die op te slaan. Maar nuttige informatie kunnen ze wel goed opslaan. Het geheugen wordt dus efficiënter. Een prachtig systeem.
Ouderen hebben een uitgebreider semantisch geheugen, wat betekent dat ze een grote woordenschat en feitenkennis hebben. Ook het langetermijngeheugen met informatie over vroeger is in gezonde oudere hersenen goed.
Daarnaast is het procedureel geheugen van ouderen beter. Dat wil zeggen dat ze meer kennis paraat hebben over hoe bepaalde handelingen te verrichten, zoals een cake bakken, banden plakken of andere, meer complexe taken.”
Zouden ouderen een taal kunnen leren?
„Dat kan zeker, mits ze nog een gezond brein hebben. Ouderen hebben gemiddeld een grotere woordenschat en kennen meer talen dan jongeren, waardoor ze makkelijker verbanden kunnen leggen. De kennis van bijvoorbeeld Latijn kan helpen bij het leren van Italiaans of Spaans.
Probleem bij ouderen is nogal eens dat ze niet meer zo gewend zijn veel tijd te steken in het leren van iets nieuws. Ook hebben ze over het algemeen minder energie. Een taal onder de knie krijgen, komt je niet zowaar aanwaaien. Daar moeten ouderen –net als jongeren– veel tijd en energie in steken.”
Bij het ouder worden sterven steeds meer hersencellen af.
„Klopt. Maar er komen ook weer nieuwe verbindingen bij.”
Toch gaan er ook functies achteruit naarmate de leeftijd vordert.
„Dat is waar. De tastzin en het reuk- en gezichtsvermogen worden minder. Ik heb nu een leesbril op; dat is geen ramp maar wel iets nieuws. Ook motorische vaardigheden, zoals kracht en reactievermogen, gaan achteruit. Hetzelfde geldt voor bepaalde cognitieve vaardigheden, zoals de snelheid van informatieverwerking.”
Wat kunnen ouderen doen om de hersenen zo fit mogelijk te houden?
„In mijn boek heb ik een ”Schijf van vijf voor vitaal ouder worden” opgenomen, met allerlei adviezen waarvan bewezen is dat ze het verval van de hersenen tegengaan.
Mijn eerste advies: verrijk uw omgeving en stel u bloot aan nieuwe dingen. Bezoek musea of leer iets nieuws, bijvoorbeeld kantklossen. De hersenen maken dan nieuwe verbindingen aan.
Twee: verhoog uw hartslag. Ga lekker wandelen of fietsen. Elke dag bewegen remt verval van de hersenen.
Drie: verbind u met anderen. Het aangaan van sociale contacten is zeer goed voor de hersenen. Ga bijvoorbeeld vrijwilligerswerk doen in de buurt. Dat versterkt de verbindingen, netwerken en flexibiliteit van de hersenen.
Vier: voed uw hersenen met gezonde voeding. Voedingswetenschappers denken dat een mediterraan dieet met olijfolie, vis en groente goed is voor de hersenen. Ze zien bijvoorbeeld dat in landen als Italië en Japan mensen ouder worden en minder vaak lijden aan kanker en hart- en vaatziekten.
Naar de rol van voeding bij de gezondheid van de hersenen moet nog wel meer onderzoek worden gedaan. Zo weten we niet goed of de gezondheidseffecten in de genoemde landen te maken hebben met de áánwezigheid van bijvoorbeeld de onverzadigde omega-3-vetzuren, of met de áfwezigheid van bewerkte producten met veel verzadigde vetten en suikers.
Mijn vijfde advies: probeer ziekten te voorkomen door gezond te leven. Vermijd alcohol, suiker en stress. Langdurige stress maakt hersenverbindingen kapot.”
Hebben deze tips ook zin als je daar pas op hogere leeftijd mee begint?
„Hoe eerder, hoe beter. Maar de adviezen hebben nut, hoe oud mensen ook zijn. Het effect zie je snel. Als ouderen sociale contacten aangaan, meer gaan bewegen en stress proberen te vermijden, merken ze de gunstige gevolgen vaak al na een week. Ze gaan zich fitter voelen en kunnen zich bijvoorbeeld beter concentreren op een boek.”
Het valt niet mee om als oudere in coronatijd nieuwe contacten aan te gaan.
„Klopt, hopelijk gaat dat over een paar maanden makkelijker. Probeer toch contacten aan te gaan, hetzij digitaal of fysiek. Via bepaalde netwerken als buurtverenigingen, hobbyclubs en verenigingswerk is er veel mogelijk.
Er zijn prachtige initiatieven in het land om ouderen met elkaar in contact te brengen. Denk aan samen wandelen, breiclubs, restaurants waar oma’s koken, uitzendbureaus voor ouderen en voetbalclubs waar oudere mannen aan loopvoetbal kunnen doen of over hun voetbalherinneringen kunnen praten.Het zijn nu vaak kleine organisaties die dit soort activiteiten organiseren. Liefst zou je dat op grote schaal zien.
Heel belangrijk is het om iets te gaan doen wat je leuk vindt. De een houdt van vissen, de ander van voorlezen op school. Probeer op die manier aansluiting te vinden bij mensen met dezelfde interesse.
Vooral het doen van vrijwilligerswerk is erg nuttig voor ouderen: het is goed voor hun sociale contacten, ze leveren daarmee een bijdrage aan de wereld en ze krijgen er waardering voor terug. Bovendien is het bevorderlijk voor hun hersenen. Het mes snijdt aan alle kanten.”
Welke boodschap wilt u met ”Het 50+ brein” meegeven?
„Ik wil de waardering voor ouderen vergroten. Er bestaan veel negatieve stereotyperingen. Mensen denken bij een oudere vaak aan een grijs, stram persoon. Maar kijk eens wat mensen van 50 of 80 jaar nog doen: ze zorgen voor hun kleinkinderen, ze zijn hoogleraar of ze besturen zelfs landen. Ouderen kunnen veel meer dan we denken.
Ook bepleit ik meer erkenning voor ouderen op de arbeidsmarkt. Nu is vaak nog de gedachte: ze zijn duur en ze kunnen niets meer leren. Onterecht. Op die manier gaat veel potentiële kennis en arbeid verloren.”
Het 50+ brein. Ouder wordende hersenen in de moderne maatschappij, Margriet Sitskoorn; uitg. Prometheus; 168 blz.; € 15,00