De 24-wekengrens bij abortus is onhoudbaar
Met de kennis dat een kindje bij 18 weken zo groot is als een paprika en kan zuigen en slikken, word je met je neus op de feiten gedrukt dat dit kind een wonder is. Dat inzicht moet leiden tot aanpassing van de abortusgrens van 24 weken.
Nog een keer! Nog een keer! Nog een keer! Wie kinderen heeft, herkent dit. Of het nu gaat om een wild spelletje of een verhaaltje: kinderen krijgen geen genoeg van de herhaling. Als volwassene word je dol van die herhaling. Wij kunnen niet tegen herhaling en die monotonie. Daar zijn we te oud voor. Bij God ligt dat anders, schrijft de Britse auteur G. K. Chesterton. Wij hebben gezondigd en zijn oud geworden, maar God is jonger dan wij en Hij blijft eeuwig jong. God wordt nooit moe van herhaling.
Misschien zegt God iedere ochtend opnieuw tegen de zon: „Nog een keer!” En de zon komt op. Misschien zegt God elke avond opnieuw tegen de maan: „Nog een keer!” En de maan verschijnt.
En dan al die miljoenen madeliefjes. Het is helemaal niet gezegd dat die in één voortdurend proces allemaal hetzelfde worden gemaakt. Misschien maakt God ze afzonderlijk. Eén voor één. En zegt Hij tegen ieder madeliefje apart: „Kom maar op.”
Als dit geldt voor madeliefjes, voor het opgaan van de zon en de maan, hoeveel te meer dan voor ieder nieuw leven! Elk nieuw leven is afzonderlijk door God gewild en gemaakt. Geen herhaling van een eindeloos, natuurlijk proces, maar een Goddelijke, afzonderlijke daad. „Nog een keer”, zegt God. En opnieuw ontstaat er een door Hem gewild mensje.
Om te huilen
Als we zó naar het leven kijken, dan is duidelijk hoe beschermwaardig dit door God gewilde leven is. Vanuit die verwondering wil de NPV opkomen voor het ongeboren leven. Geen klompje cellen, maar een uniek mensje, door God gewild. Daarom is de abortuswet om te huilen.
Ook de abortuswet koestert herhaling, op boosaardige wijze: „Nog een keer. Nog een keer. Nog een keer.” 30.000 keer per jaar, zonder moe te worden. En iedere keer wordt een afzonderlijk mensje met opzet gedood.
De NPV zet zich daarom met zoveel mogelijk organisaties in voor het behoud van de verplichte bedenktijd voor een abortus. En wij blijven rammelen aan die eindeloze 24-wekengrens.
Dat is hard nodig. De abortuswet stamt uit 1981 en de 24-wekengrens die toen is besloten, is vandaag de dag volstrekt onhoudbaar. Door vooruitgang in de medische wetenschap overleven er wereldwijd steeds meer kinderen die vóór 24 weken zwangerschap geboren worden. Met de kennis dat een kindje bij 18 weken zo groot is als een paprika en al kan zuigen, slikken en zijn vingers sturen, word je met je neus op het feit gedrukt dat dit kind een wonder is. En inzichten kunnen leiden tot verandering: In 1981 dachten we nog dat baby’s geen pijn voelden en opereerden we hen zonder narcose. Daar zijn we ook van teruggekomen.
Schrijnend genoeg kent Nederland als enige land binnen de Europese Unie zo’n hoge abortusgrens. Veel landen om ons heen hanteren een grens van 12 weken of laten de aard van de abortusvraag –medisch of sociaal– meespelen bij hun abortustermijn.
Recent voltrok zich in België een discussie over de verruiming van de abortusgrens. Het plan om de grens van 12 naar 18 weken op te rekken is –na felle oppositie van zowel christelijke als niet-christelijke partijen– in de ijskast gezet. Men betoogde dat een kind bij 18 weken al te ver ontwikkeld is. Daarnaast is bij een abortus na 13 weken geen abortuspil of curettage meer mogelijk, maar wordt een bevalling opgewekt of moet het lichaampje met instrumenten verknipt worden voordat het weggehaald wordt uit de baarmoeder.
Tijd voor verandering
Uit onderzoek blijkt dat veel Nederlanders helemaal niet weten dat de abortusgrens in ons land zo hoog ligt. Toch zijn abortussen ver in de zwangerschap realiteit. Jaarlijks wachten ruim 2500 vrouwen tot 18 weken of later met het afbreken van hun zwangerschap; voor meer dan 1300 van hen speelt de uitslag van prenatale diagnostiek hierbij geen rol.
Daarom startte de NPV de campagne ”#24wekengrens”. Hierin vertellen wij Nederlanders de feiten. Het is tijd voor verandering.
Staande blijft dat de beraadtermijn en wekengrens onderdelen zijn van een slechte wet. De abortuswet moet van tafel. Wie zich vergrijpt aan een mens, vergrijpt zich aan de Schepper.
De NPV wil alles op alles zetten om betere hulp te bieden aan onbedoeld zwangere vrouwen en hun kindje. Deze boodschap blijven we herhalen, met Gods hulp. Nog een keer, nog een keer en nog een keer. Tot het moment aanbreekt waarop abortus voor eeuwig ondenkbaar is.
Diederik van Dijk en Yvonne Geuze-van Horssen zijn respectievelijk directeur en beleidsadviseur bij NPV-Zorg voor het Leven.