Het kabinet heeft voor het invoeren van de avondklok de verkeerde wet gebruikt. Om die reden moet de regeling waarop de maatregel is gebaseerd, vervallen. Het paardenmiddel is daarmee vooralsnog van de baan.
Dat heeft de voorzieningenrechter in Den Haag dinsdagochtend geoordeeld, in een door actiegroep Viruswaarheid aangespannen, kort geding.
Het kabinet voerde de avondklok in op grond van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg). Fout, zegt de rechter. Die wet kan alleen worden gebruikt bij superspoed en daar was hier geen sprake van.
Een en ander blijkt al uit het feit dat er vóór de invoering van de avondklok al vaker over de mogelijkheid daarvan was gesproken, zo valt te lezen in de uitspraak. Daarbij kwam het instrument als een van de mogelijke opties naar voren. „Reeds dat maakt duidelijk dat niet aan de bijzondere eisen voor activering van de Wbbbg is voldaan. Die wet is immers slechts bedoeld voor situaties die letterlijk geen enkel uitstel kunnen dulden, omdat sprake is van een acute noodsituatie. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan een onverwachte dijkdoorbraak”, zo stelt de rechter vast.
De slotsom is dat de rechter de regeling waarop de avondklok is gebaseerd, beschouwt als niet legitiem. Extra pijnlijk voor het kabinet is de aanvulling in de uitspraak dat het kabinet voor de invoering van de avondklok een extra debat inlaste om te polsen hoe de Kamer over de maatregel dacht. Dat valt, zo vindt de rechter, totaal niet te rijmen met de urgentie waarop het kabinet zich zegt te beroepen.
De rechter werpt bovendien een vraag op die in het betreffende Kamerdebat ook aan de orde werd gesteld door SGP-fractievoorzitter Van der Staaij: waarom niet teruggegrepen op de tijdelijke coronawet? Die bevat nu nog geen grondslag voor de invoering van de avondklok, maar, zo concludeert de rechter, de wet had daar wel op aangepast kunnen worden. Onduidelijk is waarop justitieminister Grapperhaus daar niet voor koos.
Wanneer een kabinet teruggrijpt op de Wbbbg wordt de avondklok in eerste instantie van kracht op basis van een noodverordening. Het kabinet is gehouden meteen daarna een verlengingswet door de Tweede en de Eerste Kamer te loodsen. Deze Voortduringswet werd twee weken geleden al wel aanvaard door de Tweede Kamer, maar de Senaat moet er nog over stemmen.
Een en ander betekent echter niet dat de avondklok van kracht kan blijven als de Eerste Kamer instemt met deze Voortduringswet. Ook dan blijft volgens de rechtbank gewoon staan dat de Wbbbg „onder de gegeven omstandigheden” geen goede juridische basis kan vormen voor de voortzetting van het instrument.
In de uitspraak geeft de rechter ook het Outbreak Management Team (OMT), de belangrijkste raadgever van het kabinet, er stevig van langs. Die kritiek richt zich op het OMT-advies van twee weken geleden, voorafgaand aan het debat over de vraag of de avondklok wel of niet moest worden verlengd.
Het OMT, zo concludeert de rechter, maakte in haar prognoses over de te verwachte effecten geen onderscheid tussen de avondklok en de éénpersoons-bezoekregeling, die tegelijkertijd werd ingevoerd. Daardoor werd in de prognose gerekend met een groei van besmettingen van ongeveer 10 procent als de avondklok zou worden afgeschaft én gelijktijdig de éénpersoonsbezoekregeling. Dat vertekende het beeld met betrekking tot nut en noodzaak van de avondklok aanzienlijk, vindt de rechter. Én, het maakte de stelling van het kabinet dat de avondklok onvermijdelijk was op z’n minst discutabel „en ook niet erg overtuigend gemotiveerd.”
Extra streng
De uitspraak van de rechter zette het Haagse Binnenhof dinsdagochtend op zijn kop. De PVV stelde meteen voor het verkiezingsreces dat deze week was ingegaan te onderbreken voor een spoeddebat met het kabinet.
Verslaggevers verdrongen zich voor de deur van de werkkamer van Van der Staaij. Die beaamde dat hij het kabinet tot twee keer toe indringend waarschuwde dat de juridische basis voor de avondklok zijns inziens ondeugdelijk was. „Vorige week spraken we in het parlement al over verlenging van de avondklok, terwijl we eigenlijk hadden moeten debatteren over de wet die de avondklok invoert”, zo zei hij dinsdag desgevraagd tegenover het Reformatorisch Dagblad „Wij waren extra streng, mede vanwege het uitzonderlijke juridische kader waar het kabinet zich onzes inziens ten onrechte op beriep.”
Minister Dekker voor Rechtsbescherming, die dinsdagochtend de pech had enkele verslaggevers tegen het lijf te lopen, hield zich in een eerste reactie groot. „Dit is natuurlijk niet zo fraai”, zo luidde zijn eerste reactie. Hij gaf aan dat het kabinet de uitspraak gaat bestuderen, maar wilde ook gezegd hebben dat Rutte III niet over één nacht ijs was gegaan. „We deden die avondklok natuurlijk niet voor niets. We zien nog steeds dat de dreiging van het virus aanwezig is. Dat er heel veel nodig is om het aantal reizen en bewegingen te beperken”, aldus Dekker.
PVV wil spoeddebat
De PVV wil het reces onderbreken voor een spoeddebat met het kabinet nu de rechter een streep heeft gezet door de avondklok. Dat twitterde PVV-voorman Geert Wilders dinsdag. De grootste oppositiepartij was tegen de avondklok omdat die disproportioneel zou zijn. Ook onder meer SGP, DENK en Partij voor de Dieren keerden zich vorige week tegen verlenging van de avondklok.
SGP-leider Van der Staaij zei in een debat op 9 februari het volgende over de avondklok: