ME’er mag er nooit alleen op af
Om relschoppers te verdrijven, rukte de mobiele eenheid (ME) de afgelopen dagen in tal van steden uit. Hoe gaat het eraan toe bij de mannen en vrouwen met de helmen en schilden?
Een groep ME’ers die meutes schreeuwende jongeren verdrijft. Of ME’ers die een amokmaker bij de kladden grijpen en in een busje stoppen. Het zijn de beelden die het nieuws deze dagen bepalen. Wat is de ME voor club?
Kenmerkend is dat ME’ers opereren in groepsverband, legt politiewetenschapper dr. Jaap Timmer uit. „Een ME’er tapt uit een ander vaatje dan een gewone wijkagent. Een ME’er mag nooit in zijn eentje ergens op af rennen.”
Nederland beschikt in totaal over zo’n 2000 tot 2500 ME’ers. De eenheid is opgebouwd uit pelotons van ongeveer 45 mannen dan wel vrouwen. Die pelotons kunnen optreden in kleinere verbanden. Het gros van de ME-inzet komt van de politie (32 pelotons). De Koninklijke Marechaussee levert een vijftal pelotons. De ME beschikt over 400 honden (en hun begeleiders) plus enkele honderden paarden (en hun ruiters).
Traangas
Om roerige mensenmassa’s te verdrijven dan wel te desoriënteren, heeft de ME acht waterkanonnen. In het ME-arsenaal zitten ook traangasgranaten. „Daar zijn speciale granaatwerpers voor. Soms proberen relschoppers zo’n granaat terug te gooien. Maar die dingen zijn erg heet.”
Onder de mobiele eenheid vallen ook aanhoudingseenheden. „Die groepjes ME’ers pikken er bijvoorbeeld een raddraaier uit die agenten heeft gemept. De specialiteit van zo’n eenheid is om iemand onopvallend te benaderen en vervolgens onderuit te schoffelen. De eenheid maakt zich dan onmiddellijk bekend als politie, bijvoorbeeld door een jack met het woord politie te tonen. En voert de arrestant snel weg.”
Het ME-werk is in alle gevallen een neventaak. Dus ME’ers werken normaal gesproken als bijvoorbeeld wijkagent. ME’ers kunnen ook ingezet worden voor het zoeken naar vermiste personen, bijvoorbeeld in een bosgebied.
Helmen
ME’ers zijn (bij rellen) uiteraard beter beschermd dan reguliere agenten. In een volksoproer dragen de ME’ers onder meer helmen, schilden en de zogeheten lange lat (dat is iets anders dan de reguliere wapenstok). Ook is de kleding van ME’ers brandwerend en verstevigd met arm- en beenbeschermers. Speciale vesten zijn steek- en kogelwerend. Voertuigen zijn niet kogelwerend, wel weer bestand tegen stenen. „In Nederland gaat de ME er nog altijd vanuit dat relschoppers geen kogels gebruiken. Al geeft het wel te denken dat relschoppers in Eindhoven zelfs messen naar de politie gooiden. Uiterst kwalijk.” Zelf trekken ME’ers alleen in uiterste noodzaak hun vuurwapen; dat gebeurt sporadisch.
Paarden
Tijdens een actie in Eindhoven viel een ME’er van een paard en ging het dier ervandoor. „Een griezelige situatie. Zoiets gebeurt bijna nooit”, reageert Timmer, die al jarenlang onderzoek doet naar geweldpleging door en tegen de politie. Hij benadrukt dat inzet van ME-paarden „een heel krachtig middel” kan zijn. „Ooit vlogen die paarden ongeveer letterlijk over voetbalhooligans heen en kon de ME zo voorkomen dat een gebouw van Feyenoord werd belegerd. Bij de strandrellen tijdens een dancefestival in Hoek van Holland in 2009 wist een groepje ME’ers te paard in het nauw gedreven collega’s te ontzetten.”
De vraag is of de ME genoeg capaciteit heeft om de rellen in diverse steden het hoofd te bieden. Wat als zich op pakweg tien plaatsen in Nederland ernstige rellen voordoen als afgelopen maandag in Den Bosch of Rotterdam? „Dat is een knelpunt”, reageert Timmer.
Leger
Maandag klaagde burgemeester Mikkers van Den Bosch dat het lang duurde voordat de ME ter plaatse was en relschoppers kon verjagen. Politiecommandant Willem Woelders zei dinsdag bij tv-programma Op1 dat de ME overweegt hulp in te roepen bij eenheden in Duitsland en België. Minister Grapperhaus wil voorlopig het leger niet inzetten. Voorzover bekend moest afgelopen decennia geen enkele ME’er zijn of haar inzet met de dood bekopen. In pakweg de afgelopen 75 jaar stierf door ME-inzet een hoogst enkele keer een raddraaier. Een ME’er prikte in de jaren vijftig met en soort sabel een relschopper in zijn onderlijf. De man liep een „vervelende infectie” op en overleed daar enkele dagen later aan.
Krakersrellen
Timmer wil de rellen van afgelopen dagen zeker niet bagatelliseren, maar wijst erop dat de ME voor hetere vuren heeft gestaan. „Vergeleken met bijvoorbeeld de kroningsrellen op 30 april 1980 en de latere krakersrellen in de jaren tachtig zijn de rellen van afgelopen dagen in zekere zin kinderspel. In de jaren tachtig organiseerden krakers veldslagen en ging het er zeer gewelddadig aan toe.”