Een avondklok vanaf 21 uur levert kerken niet direct een probleem op. Kerkdiensten kunnen iets eerder beginnen, om op tijd uit te zijn. Lastiger is het voor ambtsdragers die op pad moeten. Wat moeten zij doen?
Het is verstandig dat kerkenraden zich voorbereiden op de situatie dat een ambtsdrager tijdens de avondklok op pad moet, bijvoorbeeld vanwege iemand die stervende is. Dat advies geeft Peter Schalk, SGP-senator en contactpersoon namens de reformatorische kerken met minister Grapperhaus. „Maar gebruik deze mogelijkheid alleen in echte noodsituaties na 21 uur. Kerkenraden hebben ook hun verantwoordelijkheid te nemen. Een gewoon, pastoraal bezoek kan op andere tijden plaatsvinden.”
Is er een noodsituatie, dan moet een predikant of ouderling papieren bij zich hebben om die te kunnen laten zien aan handhavers. „Een predikant heeft een eigen positie. Hij heeft geen werkgever en kan dus zijn eigen werkgeversverklaring invullen, net zoals een zzp’er dat moet doen. Daarnaast moet een predikant een brief kunnen tonen waarin staat waarom hij op pad is. Bijvoorbeeld: Ik ben geroepen om naar het ziekenhuis te komen vanwege…”, licht Schalk toe.
Formulier ‘werkgeversverklaring avondklok’
Formulier ‘eigen verklaring avondklok’
Het is verstandig om zo’n brief klaar te hebben liggen, adviseert hij. „Leg een eigen verklaring klaar, waarop alleen ingevuld hoeft te worden waarom de ambtsdrager op stap moet. Op het moment dat het nodig is, is er meestal niet de tijd om nog zo’n brief op te stellen.”
Ouderlingen moeten ook zo’n „eigen verklaring” op zak hebben én een werkgeversverklaring. Schalk: „Een werkgever is er echter niet voor ouderlingen. We adviseren kerkenraden om een werkgeversverklaring in te vullen, bijvoorbeeld ondertekend door de voorzitter van de kerkenraad. Gebruik daarbij de standaard werkgeversverklaring, zoals aangeleverd door de overheid. En zorg ook dat deze klaar ligt.”
Schalk adviseert het niet ingewikkelder te maken dan nodig is, maar wel alles goed geregeld te hebben voor de noodsituaties. „En gebruik het alleen voor bijzondere omstandigheden na 21 uur.”
Uitzonderlijke omstandigheden vragen om een uitzonderlijke toepassing van het recht, stelt mr. Dick Alblas in reactie op de nieuwe maatregelen. Tegelijk is hij blij dat afgelopen dagen aandacht is gevraagd voor de positie van geestelijk verzorgers en predikanten nu het noodrecht in werking wordt gesteld. „Zij kunnen met een eigen verklaring en, voor zover in loondienst, met een werkgeversverklaring tijdens de avondklok wel hun noodzakelijke werk verrichten”, zegt de medeoprichter van het Kenniscentrum voor Kerkrecht en advocaat bij Vos & De Lange Advocaten te Barendrecht.
Maar ouderlingen in vacante gemeenten vallen daar niet onder, constateert de jurist. Alblas ziet wel een oplossing. „Een begaanbare en verdedigbare weg is om vanuit de kerkenraad een ouderling specifiek te belasten met ziekenpastoraat. Op die wijze ontstaat een verdedigbare positie bij dringende pastorale werkzaamheden aan pastoranten in de laatste levensfase. Dergelijk pastoraat behoort immers tot de zogeheten ”supramurale zorg”, die naast andere zorg niet mag ontbreken. Dergelijke religieuze geestelijke zorg onthouden druist in tegen essentiële grondrechten.”
Mocht de overheid toch ingrijpen en een ambtsdrager vervolgd gaan worden, dan lijkt „een beroep op een rechtvaardigingsgrond en verwijzing naar het Huizer-veeartsarrest kans van slagen te hebben”, stelt Ablas. „Politie en justitie zouden uiterste terughoudendheid moeten betrachten bij beboeting en vervolging in zo’n geval.”
Huisbezoek
De gevolgen van de invoering van de avondklok vallen voor de kerken mee, constateert ds. P. Mulder. „Negen uur is een gunstige tijd voor de kerken. Daar kun je als kerk rekening mee houden”, zegt de preses van de laatstgehouden synode van de Gereformeerde Gemeenten.
Het dringend advies om maximaal één persoon te ontvangen, maakt het huisbezoek vrijwel onmogelijk, constateert hij. „Maar huisbezoek was toch al moeilijk” en ligt in veel gemeenten stil. „Het pastoraal bezoek kan natuurlijk wel doorgaan. Dat kan een ambtsdrager alleen afleggen. Maar officiële ambtelijke bezoeken waarin bijvoorbeeld iemand vermaand moet worden of censuur een rol speelt, moeten echt met twee ambtsdragers worden gedaan.”