Een aanzienlijk gedeelte van de Nederlandse binnenvaartvloot maakt gebruik van vervuilende dieselgeneratoren. Het bedrijf Wattlab werkt aan een oplossing. Met speciaal ontwikkelde zonnepanelen wil de Rotterdamse onderneming de sector vergroenen.
Qua uitstoot van schadelijke stoffen –zoals CO2, stikstof en fijnstof– kan er in de binnenvaartsector nog een hele wereld worden gewonnen, vertelt Kasper Keizer, projectingenieur bij Wattlab. Volledig emissieloos varen zal nog lang gaan duren, maar met de speciaal ontworpen zonnepanelen kan een gemiddeld schip op jaarbasis toch al zo’n 100.000 kilogram aan CO2-uitstoot besparen. „Dat staat gelijk aan 700 vliegreizen van Amsterdam naar Parijs”, aldus Keizer.
Deze zonnepanelen worden op luiken gemonteerd, die vervolgens op het schip kunnen worden geplaatst. Hierdoor wordt vrijwel de hele oppervlakte van het schip bedekt, waardoor elk zonnestraaltje wordt opgevangen. Op een gemiddeld binnenvaartschip kunnen zo ongeveer 22 luiken met zonnepanelen worden geplaatst. Keizer: „Maar omdat de precieze afmetingen per luik per schip verschillen, kan ook het aantal luiken per schip variëren.”
Maar omdat ieder schip ook weleens moet worden geladen of gelost, moeten deze zogeheten solarluiken makkelijk kunnen worden opgestapeld. Daarom zijn de zonnepanelen zo licht mogelijk gemaakt. Ze zijn slechts enkele millimeters dun en bestaan uit hoogwaardige kunststoffen. Daardoor zijn deze zonnepanelen zelfs 20 keer lichter dan traditionele zonnepanelen die doorgaans van glas zijn gemaakt.
Brandstofbesparing
De solarluiken zorgen niet alleen voor een vermindering van de luchtvervuiling en geluidsoverlast in de havens, ze pakken ook gunstig uit voor de portemonnee van de schipper. De opgewekte energie kan 10 procent van de aandrijving van het schip overnemen. Per schip scheelt dat 35.000 liter brandstof per jaar, weet Keizer.
Het Rotterdamse bedrijf droomt van uitstootloze binnenvaartschepen die, als ze stilliggen, zelfs groene stroom kunnen leveren aan huizen en bedrijven in de omgeving. „Je zou dus kunnen zeggen dat we van binnenvaartschepen varende zonneparken willen maken”, legt Keizer uit. „Met deze solarluiken is de eerste stap naar een duurzame binnenvaart in ieder geval gezet.”
Maar zover is het nog lang niet. Om te beginnen moet eerst nog het nodige onderzoek worden gedaan. Daarom vaart het schip Oleander bij wijze van proef sinds november vorig jaar met de solarluiken door de Europese wateren. Na een jaar wordt de balans opgemaakt. Op basis van de aangeleverde data worden de zonnepanelen verbeterd.
De kapitein-eigenaar van Oleander doet niet zonder reden mee aan het proeftraject. „Ik wil al jaren de energie van de zon die op mijn schip valt benutten. De voordelen zijn talrijk: minder uitstoot, minder slijtage van generatoren en minder brandstofverbruik, wat de exploitatiekosten drukt”, legt hij uit.
Doorontwikkeling
„Voor de pilot gebruiken we luiken die optimaal zijn voor het vergaren van zoveel mogelijk data”, aldus Keizer. „Hierdoor zijn de huidige luiken niet volledig hetzelfde als het eindproduct. Momenteel zijn we bezig met de doorontwikkeling van een volgende generatie luiken.” Dit proces wordt gesubsidieerd door CityLab010, een ondersteuningsprogramma van de gemeente Rotterdam voor groene en duurzame initiatieven.
Het is de bedoeling dat in de loop van dit jaar het eerste solarluikensysteem de markt op komt. Keizer verwacht niet dat de coronacrisis voor vertraging zal zorgen. „Natuurlijk maakt de pandemie ons werk een stuk lastiger, maar ik ga ervan uit dat het er dit kalenderjaar echt van gaat komen.”