Kabinet went snel aan vergaderen op zondag
Sommige dingen wennen snel. Vooral als ze een bedenkelijk karakter hebben. Wat in eerste instantie bijzonder is, raakt snel gewoon. Men doet het zonder er verder nog bij na te denken.
Tijdens de coronacrisis besloot het kabinet om vanwege de nood der tijden geregeld op zondagmiddag bijeen te komen in het Catshuis. Een belangrijke overweging was dat de bewindslieden dan geen andere verplichtingen hebben en evenmin gestoord worden door ambtenaren of Kamerleden die snel iets willen weten. Bovendien is het naar hun oordeel handig om –voordat de werkweek echt begint– de klokken voor de komende dagen gelijk te zetten.
Helemaal nieuw is dit niet. In de zeventiende eeuw, die in preken nog weleens de bloeitijd van de kerk in Nederland wordt genoemd, waarschuwden predikanten soms tegen de gewoonte van stadbestuurders om op zondag bijeen te komen om de stadszaken te bespreken. Met name de theologen van de Nadere Reformatie keurden dit af. Alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden, zoals in tijden van oorlog, hongersnoden, dijkdoorbraken of epidemieën, was het volgens hen toegestaan dat de overheden de meest noodzakelijke dingen deden omdat dan acuut ingrijpen vereist is.
Tegen die achtergrond zou men enige rechtvaardiging kunnen vinden in het besluit van premier Rutte om de meest betrokken ministers op zondag bijeen te roepen voor het bespreken van de aanpak van de coronacrisis. Tegelijk klemt de vraag waarom dit overleg per se op zondag moet worden gehouden. Zou de zaterdag geen alternatief kunnen zijn? Of is het belangrijker op zaterdag vrijaf te zijn dan op zondag te rusten van alle werk?
Inmiddels blijkt dat het kabinet de zondag niet alleen gebruikt om de acute problemen van de pandemie te bespreken, maar ook om uitgebreid te overleggen over andere politieke kwesties. Afgelopen zondag kwamen de ministers bijeen om een standpunt te bepalen over de toeslagenaffaire. Rond het schokkende rapport daarover hangt inderdaad een crisisachtige sfeer, maar er is geen enkele noodzaak om daarom speciaal op zondag te vergaderen. Bewijs? Het kabinet neemt zelf ruim de tijd voor het formuleren van een reactie op het rapport. Daarmee zegt het feitelijk dat het niet gaat om een probleem dat acuut moet worden opgelost.
De conclusie ligt voor de hand. De bewindslieden zijn er inmiddels aan gewend om op zondag te vergaderen over thema’s die uitgebreider bespreking vergen. Zo is er binnen enkele maanden een gewoonte ontstaan die strijdt met het Bijbelse gebod dat er een speciale dag in de week moet zijn waarop men rusten mag van alle werk. Zorgwekkend is dat deze gewoonte wordt gevolgd door een kabinet waarin twee partijen zitten die zich willen laten leiden door hetgeen de Bijbel leert. Misschien toch goed dat zij zich nog eens bezinnen.