Luther is er
Luthers sterfbed. Daarover gaat mijn afsluitende column. Iedereen weet van het briefje ”wij zijn bedelaars”, maar er zijn meer belangwekkende zaken over Luthers overlijden te melden.
Luther was op de terugweg, na een verzoeningspoging in Eisleben. De man die zoveel teweeggebracht had in de kerk, gaf zijn laatste krachten voor de vrede. Hij was slechts 62 jaar oud, maar volledig op. Jarenlang had hij roofbouw gepleegd, jarenlang ernstig geleden onder talloze ziekten. Zijn hart was zwak, Luther voelde zich een oude opgebrande man.
Zijn vrouw Käthe was bezorgd over zijn gezondheid. Onderweg stuurde Luther haar geruststellende brieven, maar haar bezorgdheid bleek terecht. In zijn geboortedorp Eisenach stierf Luther – zonder dat Käthe bij hem was. Haar wens om haar man te troosten in zijn sterven bleef onvervuld. Pas nadat de keurvorst en de professoren waren ingelicht, kreeg ook zij te horen dat Luther was heengegaan.
Letterlijk stonden slechts weinig mensen om Luthers sterfbed, maar figuurlijk keken kerk en wereld toe. Zelfs zijn sterven was publiekelijk. Zelfs toen droeg hij de last van reformator. Zou zijn Evangelie sterk genoeg blijken? Of zou hij herroepen? Zou de angst hem overweldigen? Zou ”alleen geloof” voldoende zijn bij de hemelpoort? Of zou de duivel hem komen halen?
Luther moet die druk hebben gevoeld. Als monnik was hij verschrikkelijk bang geweest voor de dood. De angst om met een ingebeelde hemel toch verloren te gaan, had hem panisch gemaakt. Maar de vrees was nu weg. Op de laatste zondag had hij nog het avondmaal ontvangen, en dat was voor hem voldoende. Het laatste oliesel hoefde hij niet, biechten deed hij niet. Wel dankte hij God dat deze de Zaligmaker Jezus had geopenbaard, „Die ik heb geloofd, bemind, gepredikt, beleden en geprezen.” Tenslotte zei hij Psalm 31:6 op: „In Uw hand beveel ik mijn geest. U hebt mij verlost, Heere, betrouwbare God!” En nog een keer sprak hij dezelfde Bijbeltekst. En nog een derde keer.
Dit waren zijn laatste woorden, dit was genoeg. Luther is er. Niet in het vagevuur, niet in de hel, maar bij Christus in de hemel. Na Luthers dood schreef zijn vriend Melanchthon onder een afbeelding van Luther: ”et mortuus vivit”. Gestorven, maar hij leeft.
Wij kunnen leren van Luthers leven. Wij kunnen ook leren van zijn sterven. Hij stierf als zondaar. Tegenover mensen was Luther soms zelfverzekerd geweest, hard, brutaal, lomp, tactloos. Tegenover God echter bleef hij de zondaar. Een zondaar met grote zonden, een schuldige die de dood verdiende. Maar Luther was een gelovige zondaar. Hij vertrouwde God in Zijn belofte, en hij geloofde in de Heere Jezus. En daarom geldt: Luther is er. Zult u er ook zijn? Beslist, als u uw geest in Zijn hand beveelt. Want niemand die gelooft, wordt beschaamd.
_Dr. G. A. van den Brink is vertaler bij de Luther Heritage Foundation in Veenendaal. In deze tweewekelijkse rubriek brengt hij Luther en zijn werk voor het voetlicht._