Ouderling J. B. Philibert (OGGiN) overleden
Wars was hij van interviews: „Dan komt de mens alleen maar in het middelpunt te staan.” Donderdag overleed in Geldermalsen J. B. Philibert, ouderling van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN), een gezien ambtsdrager binnen zijn kerkverband. Philibert werd 89 jaar.
Philibert bewoonde aan de Tielerweg in Geldermalsen een boerenvoorhuis. In het nieuw gebouwde achterhuis, waar ooit de koestal was, komt de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Geldermalsen bijeen. Philibert moet wel een paar duizend keer vanuit zijn woonkeuken de kerkzaal zijn binnengelopen om daar voor de gemeente een preek te lezen, tweemaal op zondag, en vaak ook op dinsdagavond. Altijd las hij een oudvader, bij voorkeur van Beukelman, Smijtegelt en Van der Groe, of van Engelsen en Schotten.
Joannes Baptista Philibert werd op 11 januari 1931 geboren te Sommelsdijk. In 1955 werd hij op 24-jarige leeftijd diaken in Papendrecht en was daar vanaf 1957 ouderling. In 1977 verhuisde hij naar Geldermalsen, waar hij sindsdien de enige ouderling was. De diakenen doen er het werk van een hulpouderling. Philibert las er op 15 januari 2017 zijn laatste preek.
In zijn tijd heeft de kerkenraad slechts eenmaal een beroep uitgebracht. Daarover zei hij in een interview in het Reformatorisch Dagblad van 22 april 2011: „Voordat je als gemeente kunt beroepen, moeten er werkzaamheden zijn aan de troon der genade. Als er geen werkzaamheden zijn, kun je niet beroepen. Ds. Joh. Van der Poel zei altijd: „Eerst roepen, dan beroepen.” Dat is vreemde taal aan het worden. (…) Als er werkzaamheden van boven zijn, komt er vervulling van de nood. Het een zit aan het andere vast. Maar er is geen nood. En daarom tobben we maar wat voort.”
De oud gereformeerde gemeente in Nederland te Geldermalsen bracht pas in augustus 2020 een beroep uit, op ds. R. Bakker te Kinderdijk. Deze bedankte echter. De gemeente telt zo’n duizend leden en zingt uit de psalmberijming van Petrus Datheen.
Philibert heeft in de OGGiN deel uit gemaakt van een groot aantal deputaatschappen, onder meer van de commissie van onderzoek. Jaarlijks besluit deze commissie wie er toegelaten worden tot de studie voor predikant.
Vele malen was hij scriba van het moderamen van de tweejaarlijkse synodevergaderingen. Jarenlang gaf hij catechisatie aan zo’n driehonderd jongeren. Vele begrafenissen heeft hij geleid.
Voor het Kerkblad van de OGGiN verzorgde Philibert de rubriek ”Daarvan zegt”. Daarin gaf hij meditaties door van oude schrijvers, die hij zelf met enkele woorden inleidde en besloot met een psalmvers van Datheen. In 2003 verscheen er een selectie van deze meditaties onder de titel ”Komen tot Christus”.
Philibert zag de OGGiN als „een noodverband”. Hij kende een „Ledeboeriaans heimwee” naar de vaderlandse kerk. Daarvan zei hij: „We zitten in de nood apart en kennen een heimwee naar de Hervormde Kerk van vóór 1816 in de hoop dat God nog eens terug zal komen. Maar dat is van lieverlee weggezakt.”