Kerk & religie
HHK en GG wijzen kerkenraden op verantwoordelijkheid

Vanwege de maandag afgekondigde lockdown hebben de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) en de Gereformeerde Gemeenten (GG) een aangescherpt advies verstuurd naar de kerkenraden van hun plaatselijke gemeenten.

Redactie kerk
18 December 2020 09:15
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

Het breed moderamen (bestuur) van de HHK adviseert alle kerkdiensten „digitaal uit te zenden". Het „overgrote deel” van de gemeenten volgt die thuis, in de diensten zijn maximaal dertig bezoekers aanwezig. „Met het oog op de afgekondigde lockdown” worden in dit aantal ook kinderen tot en met twaalf jaar meegerekend, in tegenstelling tot eerder advies van de HHK.

Het moderamen wijst kerkenraden op de mogelijkheid om voor het uitnodigen van bezoekers voor de diensten „in het bijzonder te denken aan eenzamen” voor wie december vaak een moeilijke maand is. „Dat gevoel wordt nog eens versterkt door het gemis van de onderlinge bijeenkomsten.”

In een begeleidende brief bij het advies aan de kerkenraden spreekt het moderamen over „een veelbewogen jaar", waarin de kerk en gemeenten „door een zware storm heengaan. Er zijn zorgen bij ouders die met lede ogen moeten aanzien dat hun kinderen vervreemden van de gemeente. Er zijn zorgen in kerkenraden over leden die digitaal wegzwerven. Er zijn spanningen binnen kerkenraden of tussen kerkenraden en kerkvoogdijen over het te voeren beleid. Er zijn coronacommissies die vermalen worden tussen gemeenteleden die verder willen gaan dan het plaatselijke beleid en die het plaatselijke beleid te ver vinden gaan."

In die omstandigheden wijst het moderamen op het belang van „verootmoediging en saamhorigheid." Het stelt de vraag of „wij het kerkelijke en gemeentelijke leven niet gewoon en vanzelfsprekend zijn gaan vinden. Als wij het coronavirus zien als het spreken van God, is dit één van de dingen waar Hij ons in deze tijden van coronacrisis indringend op wijst." Ook roept het moderamen op tot het zoeken van eenheid en vrede en om „de ander uitnemender te achten dan onszelf."

Andere adviezen van het moderamen zijn het stilleggen van kerstvieringen, catechisaties, kring- en verenigingswerk of daaraan een digitale invulling te geven. Bezoekwerk moet „zo veel als mogelijk” beperkt worden; crisispastoraat kan wel doorgang hebben.

Het moderamen schrijft met zijn advies niet in de verantwoordelijkheid van kerkenraden te willen treden. „De kerkenraden hebben zich allereerst te verantwoorden aan de Koning van de kerk, maar ook aan de gemeente en de samenleving.”

Afschaling

De deputaatschappen vertegenwoordiging en voorlichting, kerk en overheid en kerkelijke dienstverlening van de Gereformeerde Gemeenten verstuurden donderdag een brief aan alle kerkenraden. Er werd gehoopt dat aan het einde van het jaar de gevolgen van corona minder zouden zijn, schrijven de deputaten. „Maar de situatie is geheel anders. „En nog is het einde niet” is ook hier van toepassing, zo is te vrezen.”

De deputaten schrijven „onverminderd” te willen vasthouden aan de eigen verantwoordelijkheid van kerkenraden. Zij doen een dringend beroep op hen om hun verantwoordelijkheid te nemen, die „past bij de ernstvolle situatie en de genomen lockdownmaatregelen.” Ze adviseren kerkenraden opnieuw een „substantiële afschaling van het aantal kerkgangers per eredienst te overwegen” en om hierin „een duidelijke stap te zetten.” Als kerkenraden signaleren dat de situatie nog verder verslechtert vertrouwen de deputaten op vervolgstappen: „Dit kan betekenen dat u moet besluiten de erediensten te houden met een samenstelling zo klein als noodzakelijk wordt geacht.”

De deputaatschappen adviseren alle activiteiten tot een minimum te beperken en alle overige kerkelijke bijeenkomsten (als catechisaties, verenigingen en koren) niet fysiek maar uitsluitend digitaal te laten plaatsvinden.

De deputaten hebben de afgekondigde lockdown als „zeer ingrijpend” ervaren, en delen met de kerkenraden enkele overwegingen bij hun adviezen, zoals de „grote verantwoordelijkheid van kerken voor de volksgezondheid” en de dringende adviezen vanuit de overheid en het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO). Ook wijzen de deputaatschappen op de bijzondere positie van kerken in het kader van de godsdienstvrijheid en de „extra verantwoordelijkheid” die deze positie met zich meebrengt om voorzichtig te handelen. Een vierde overweging is het „grote belang van de voortgang van de erediensten.”

In het bijzonder wijzen de deputaten in hun brief op erediensten tijdens de naderende jaarwisseling. De oudjaarsdag zien zij als een „goede gelegenheid om vanuit Gods Woord stil te staan bij de ernstvolle tijdsomstandigheden”; op de eerste zondag van januari lijkt het de deputaten „zeer passend” om stil te staan bij de prediking van Johannes de Doper. „Hoe hij als de roepende in de woestijn in de geest en de kracht van Elia het volk aanzegt dat de bijl reeds aan de wortel van de boom ligt. Zijn uiterst ernstige prediking tot bekering mocht uitlopen op de aanwijzing van het Lam Gods, Wiens heraut hij mocht zijn. (…) Er is meer dan eens gesproken over het houden van bidstonden. Op de bovengenoemde dagen is er naar onze gedachten vanuit het Woord alle reden deze zaken aan de orde te doen komen. Dit verenigd met „gaat in uw binnenkamer” (Jesaja 26:20) en „vernedert u dan onder de krachtige hand Gods” (1 Petrus 5:6). De Heere mocht er genadig in mee komen met de onmisbare werkingen van Zijn Heilige Geest. Want alleen wat Hij werkt, zal bestaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Kerk en corona

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer