Politiek

CDA blikt bedrukt vooruit op verkiezingscongres

De stemming in het CDA is bedrukt aan de vooravond van het verkiezingscongres, eind deze week. Coronaminister De Jonge is de lijsttrekker, maar komt zijn leiderschap genoeg uit de verf? „Geef een klap op die lijst en ga aan de slag.”

9 December 2020 07:47
Hugo de Jonge. beeld ANP
Hugo de Jonge. beeld ANP

„Zonder een duidelijke stuurman is de eerste plaats ver buiten bereik”, somberde politicoloog dr. Gerrit Voerman eind september over het CDA. Daarmee raakte hij aan een open zenuw binnen de partij: de leiderschapskwestie.

Veel CDA’ers hadden hun hoop gevestigd op minister van Financiën Wopke Hoekstra: de razend intelligente bewindsman die gezag uitstraalt, onverstoorbaar zijn gang gaat en als het moet de Tweede Kamer om zijn vinger windt. Hij haakte op de valreep af, nota bene pas toen partijvoorzitter Ploum het startschot voor de leiderschapsstrijd al had gegeven, met uiteindelijk een in alle opzichten ongelukkig verlopen verkiezing als gevolg.

Zorgminister Hugo de Jonge kwam daar als winnaar uit naar voren, maar overtuigend bleek zijn draagvlak niet. Bijna de helft van de CDA-leden toonde zich medio juli minstens zo gecharmeerd van Kamerlid Pieter Omtzigt. De twee trekken nu samen op; althans: op papier. Want waar Omtzigt voldoende tijd heeft om (digitaal) campagne te voeren, wordt De Jonges aandacht volledig opgeslokt door de coronacrisis. Het levert, zoals Voerman constateerde, het verwarrende beeld op van twee roeiers „van wie niet duidelijk is of ze beiden dezelfde richting zullen aanhouden.”

ANP-418004966.jpg
Hoewel Hugo de Jonge de leiderschapsstrijd won, bleek zijn draagvlak niet overtuigend. beeld ANP, Sem van der Wal

Her en der leidt het tot gemor, ongetwijfeld versterkt door de manier waarop het CDA kwakkelt in de peilingen. In De Telegraaf van zaterdag werd door anonieme ‘partijprominenten’ zelfs volop aan De Jonges stoelpoten gezaagd.

Wasmachine

Het is geen vraag met welk verhaal Hoekstra de campagne was ingegaan als de leden hem hadden kunnen bekronen tot hun nummer 1: dan had hij de alledaagse zorgen van de middenklasse om het bestaan centraal gezet. In zijn H. J. Schoo­lezing van september 2019, alom gezien als het visitekaartje waarmee hij zich buiten zijn vaste portefeuilles wilde profileren, sprak hij die brede kiezersgroep nadrukkelijk aan. De politiek moest zich gaan richten op gezinnen die zelfs in tijden van economische hoogconjunctuur „maar één kapotte wasmachine waren verwijderd van financiële problemen”, op de burgers die zich afvroegen of de generatie na hen het nog wel automatisch beter zou krijgen dan zij.

Impliciet leek dat een goed getimede, strategische aanval op de VVD en het neoliberalisme: op de terreinen van wonen, werken, onderwijs en zorg moest de overheid de burger na tien jaar Rutte beter beschermen tegen de gesel van de markt.

„Maar in die lezing leunde Hoekstra ook heel erg op allerlei populistische sentimenten”, werpt Marcel ten Hooven tegen. Hij volgt het CDA al sinds 1986, eerst twee decennia als redacteur van dagblad Trouw en tegenwoordig als zelfstandig journalist. Dat Hoekstra de zorgen van mensen centraal wilde stellen, noemt Ten Hooven, vaste medewerker van De Groene Amsterdammer, terecht. „Maar wat weten we eigenlijk van zijn christendemocratische overtuigingen?”

ANP-425337243.jpg
Veel CDA’ers hadden hun hoop gevestigd op minister van Financiën Wopke Hoekstra. beeld ANP, Phil Nijhuis

Ten Hooven vindt dat Hoekstra migratie en sociaal-culturele tegenstellingen in zijn lezing te nadrukkelijk aanwees als bron voor de bestaansonzekerheid. „Een politiek antwoord geven aan mensen die het niet meer herkennen van de Nederlandse cultuur als de hunne als probleem ervaren, is voor CDA-politici altijd lastig. Dat zag je bij Buma. Hij begon over gezonde vaderlandsliefde en het Wilhelmus, maar liep daar uiteindelijk in vast.”

Visiedocument

De Jonges kandidatuur kwam het CDA eigenlijk prima uit als je bedenkt dat de partij kort daarvoor naar buiten was getreden met het nieuwe visiedocument ”Zij aan zij”, tekent hij aan. Centraal in dat rapport staat de vraag welke richting het op moet met Nederland. „De opstellers zetten de belangrijkste sociaaleconomische kwesties en sociale ordeningsvraagstukken op een rij, en dragen vervolgens oplossingen aan vanuit de CDA-kernbeginselen van solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid en publieke gerechtigheid. In mijn ogen gaf dat rapport woorden aan de nieuwe middenkoers waar de partij naar op zoek was en past De Jonge daar prima bij. De samenleving moet zichzelf regeren, de overheid is er vooral om de rechtsstaat te waarborgen; dat draagt hij zeker uit.” Dat de zorgminister in de campagne assistentie krijgt van Omtzigt doet daar naar de mening van Ten Hooven, anders dan die van Voerman, niets aan af. „In het verleden vond het CDA besturen soms net iets te belangrijk. Met Omtzigt op nummer 2 laat de partij zien even goed waardering te hebben voor parlementariërs die bewijzen hun controlerende taak serieus te nemen.”

Waarom het voorlopig toch aanmodderen blijft binnen de partij? Bij het opstellen van de kandidatenlijst had De Jonge zijn gezag meer moeten laten gelden, denkt Ten Hooven. Hij hekelt vooral de kandidatuur van Inge van Dijk, de Brabantse partijvoorzitter die verantwoordelijk wordt gehouden voor de CDA/FVD-coalitie in de zuidelijke provincie, op plek 3. „Tot die tijd was De Jonge heel helder. Samenwerking met rechts-radicalen? No way. Maar Van Dijks voordracht haalde weer heel veel oud zeer naar boven, wat voor een belangrijk deel nog is terug te voeren op het drama met de PVV in 2010. Dat gebrek aan fijnzinnigheid kun je De Jonge zeker aanrekenen. Als de leden dat zaterdag niet corrigeren, kan zoiets hem duur komen te staan.”

Coronamoe

Dat meerdere CDA’ers dezer dagen bezorgde blikken werpen op de keihard zwoegende De Jonge is natuurlijk geen geheim, zegt Wil van der Kruijs. Het voormalige boegbeeld van het CDA in Brabant –van 2011 tot 2015 was hij Van Dijks voorganger als voorzitter van de provinciale afdeling– is verdiept in de memoires van Barack Obama, maar schuift die even opzij om vooruit te blikken naar vrijdag en zaterdag. „Het land is coronamoe en de burger klampt zich aan iedere toezegging van De Jonge vast. Sneltests? Vaccins? De Jonge heeft af en toe veel woorden nodig en niet alles wat hij toezegt, kan hij meteen waarmaken. Maar hij doet wat hij kan.”

Van der Kruijs hoopt dat de bewindsman nog ruim voor de verkiezingen het startsein kan geven voor de landelijke vaccinatieronde. Hij vindt het logisch dat diverse afdelingen zich afvragen of de manier waarop de partij zich heeft voorbereid op de verkiezingen beter had gekund. Hij somt op: Hoekstra die in een wel erg laat stadium afhaakte („naar mijn mening té laat”), een onder tijdsdruk georganiseerde lijsttrekkersverkiezing die anders liep dan verwacht. „Heb je vervolgens drie kandidaten, De Jonge, Keijzer en Omtzigt, dan heb je ook drie standpunten over wel of niet samenwerken met Forum, hè.”

Wat Van der Kruijs maar wil zeggen: in de aanloop naar 17 maart leeft de discussie over de rechtse samenwerking toch wel op, ook zonder de derde plek van Van Dijk. Áls hij met het oog op het congres een statement moet maken, dan gaat dat derhalve over wat zijn partijgenoten zaterdag niet moeten doen: gaan morrelen aan de kandidatenlijst. „Dat heeft geen enkele zin.”

Van der Kruijs zag de voorbije weken diverse wijzigingsvoorstellen voorbijkomen, maar wil niet zeggen of die op Van Dijk betrekking hadden. „Ik zeg alleen: Geef een klap op die lijst en ga aan de slag.”

Vals zelfbeeld

Treurig en deloyaal vindt Ten Hooven het dat een aantal ‘partijprominenten’ anoniem vraagtekens plaatst bij De Jonges geschiktheid als partijleider, zoals zaterdag in De Telegraaf. „Blijkbaar dromen zij nog steeds van veel bestuursmacht en veel zetels, kortom van een CDA als de spil van de Nederlandse politiek.” Een vals zelfbeeld, benadrukt de publicist, om het CDA te blijven zien als dé bestuurderspartij. Hij vreest dat de loslippige oudgedienden daarmee niet alleen De Jonge maar ook de partij geen goed doen. „Een partij moet zich in de campagne ook neerzetten met een interessante visie op de samenleving. Na de verkiezingen moet je in de Tweede Kamer jouw politieke opvattingen over waar we met het land naartoe moeten ook weer kunnen laten botsen met die van anderen. Het risico lijkt mij groot dat er zich een zekere matheid meester gaat maken van je partij als te veel beeldbepalende leden maar blijven hunkeren naar het verleden. Met alleen lonken naar de macht of roepen dat het CDA nog altijd de tweede partij kan worden, kom je er niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer