PolitiekOnderwijsbeleid

Onderwijs oneens over geldstromen naar scholen

Belanghebbenden in het onderwijs zijn het oneens over de toekomstige financieringswijze van het basis- en voortgezet onderwijs.

Gerard Vroeginedeweij
16 January 2025 19:53
Staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs & Emancipatie) tijdens een bezoek aan een Friese basisschool. beeld ANP, Jilmer Postma
Staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs & Emancipatie) tijdens een bezoek aan een Friese basisschool. beeld ANP, Jilmer Postma

Dat bleek donderdag in de Tweede Kamer tijdens een rondetafelgesprek.

Ad Verbrugge van Beter Onderwijs Nederland (BON) stelde dat de huidige manier van financieren via de lumpsum-regeling (waarbij scholenbesturen een zak geld krijgen voor het onderwijs en het personeel) achterhaald is. „Die kwam voort vanuit een neoliberale filosofie die is mislukt”, zo betoogde hij.

Verbrugge vindt dat overheidsgeld rechtstreeks naar de schoollocatie moet en niet naar de besturen. Dan krijgen leerkrachten meer zeggenschap bij de besteding van de middelen.

Volgens de BON-vertegenwoordiger moet de overheid de scholen niet opzadelen met een overladen programma. Een betere route is volgens hem het verminderen van het aantal leerdoelen en het realiseren van een adequate overheidscontrole bij de realisering daarvan.

Marja Creemers die sprak namens de beroepsorganisatie voor schoolleiders in het primair onderwijs zei dat ze niet gelooft in structuurveranderingen. Zij pleitte voor een duidelijker plaats van schoolleiders in het onderwijsproces. Zij moeten meer doorzettingsmacht krijgen, zo betoogde Marieke Wisman, een schoolleider uit Den Bosch.

Henk Hagoort van de VO-raad, de belangenorganisatie van het voortgezet onderwijs, oordeelde dat geen enkel sturingsmodel het beste is. Hij zei dat het erom gaat dat de politiek het gekozen model zo goed mogelijk laat functioneren. „Het samenspel tussen overheid, bestuurders en leraren is doorslaggevend.” Er zou volgens Hagoort wel een landelijke beroepsgroep voor leraren moeten komen.

Hagoort ziet grote gevaren bij het plan om de financiering niet meer via schoolbesturen, maar rechtstreeks via de scholen te laten verlopen. „Dat betekent dat veel kleine scholen zullen verdwijnen. Het zijn de grote schoolbesturen die nu de kleine scholen in stand houden.”

Jasmijn Kester, een schoolbestuurder van 52 scholen in de regio Rotterdam, vindt dat leraren de eerstaangewezenen zijn om de onderwijskwaliteit te verbeteren. De overheid kan hen daarbij helpen door een duidelijke, langjarige visie op het onderwijs te formuleren en duidelijke onderwijsdoelen vast te stellen.

Ook Freddy Weima, voorzitter van de PO-raad, de belangenorganisatie van het primair onderwijs, is tegenstander van grote ingrepen in het huidige financieringsstelsel. Hij vindt wel dat diverse subsidies voor diverse doelen –die soms ook weer plotseling stoppen– omgezet dienen te worden in structurele geldstromen.

De Tweede Kamer debatteert over vier weken met staatssecretaris Paul over de toekomstige financieringswijze van het basis- en voortgezet onderwijs. De bewindsvrouw is voorstander van meer overheidsinvloed en -sturing in het basis- en voortgezet onderwijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer