Gevoel van onmacht en frustratie leeft breed in landbouwsector
Op 17 november was er weer een grote boerendemonstratie. De RD-artikelen gingen meestal alleen over de verkeershinder. De krant schonk bijna geen aandacht aan de reden en directe aanleiding voor het protest. Waarom trokken zo’n tweeduizend trekkers met vele duizenden boeren en loonwerkers op naar de Hofstad?
Vooropgesteld: we zijn absoluut niet tegen de overheid. Er zijn verschillende politici, zoals in de Tweede Kamer Roelof Bisschop (SGP) en Jaco Geurts (CDA) en op provinciaal niveau Hermen Vreugdenhil (CU) en Gideon van Meijeren (FVD), die precies van de hoed en de rand weten en die net zo kritisch op het huidige beleid van minister Schouten zijn als wij. Alle lof voor hun vaak monnikenwerk.
Daartegenover is de eenzijdige, simplistische benadering van veel media van het stikstofprobleem tenenkrommend. Ze gaan voorbij aan de grote reductie-inspanningen die onze sector zich al getroost heeft. Aan de andere kant blijft het volgende bijzonder: De gemiddelde (berekende!) stikstofdepositie ligt in Nederland rond de 1730 mol N/ha (2018), met een foutmarge van tientallen procenten. Een vergunningverlening voor de bouwsector, met maar rond de 3 mol N/ha aan berekende depositie, is echter vreemd genoeg onmogelijk.
Omgevingswet
Er zijn het afgelopen jaar talloze rapporten van onderzoekers en juristen verschenen om uit de huidige impasse te komen. De landbouw heeft zelf panklare oplossingen aangedragen, maar de minister lijkt hoe dan ook haar eigen weg te willen gaan en daarom zijn we nu al anderhalf jaar aan het doormodderen. Al zou maar eens een fractie van de creativiteit die wordt ingezet om Lelystad Airport of de Amercentrale vergund te krijgen, worden ingezet op dit dossier, dan waren we er al uit. Maar zoals de Nederlandse Melkveehouders Vakbond verleden week schreef: Waar geen wil is, is blijkbaar ook geen weg. En dit zeg ik met pijn in het hart over een boerendochter van onze zusterpartij de ChristenUnie.
De directe reden voor de jongste demonstratie was dat het kabinet nog voor het kerstreces de nieuwe Omgevingswet door de Tweede Kamer wil loodsen. Een onderdeel hiervan betreft de Wet stikstofreductie en natuurverbetering. Zowel binnen als buiten de Tweede Kamer worden bij tal van zaken vraagtekens gezet. Ik wil twee belangrijke manco’s kort beschrijven.
PAS-boeren
Op 29 mei 2019 haalde de Raad van State de PAS-wetgeving onderuit. Hierdoor raakten zo’n 3500 bedrijven met een PAS-vergunning/melding van de ene op de andere dag hun vergunning kwijt. (PAS staat voor Programma Aanpak Stikstof, dat een drempelwaarde voor stikstofuitstoot bevatte. Onder die waarde was geen provinciale vergunning nodig.)
Minister Schouten stelde dat deze bedrijven niets verkeerd hadden gedaan en dat ze ervoor zou zorgen dat ze weer vergund zouden worden. We zijn nu echter anderhalf jaar verder en het einde van het ministerschap van Schouten is in zicht. En ook met die nieuwe wetgeving wordt het nog steeds niet geregeld voor deze grote groep boeren. Sommigen zijn al in de problemen gekomen toen ze bij de bank aanklopten voor een herfinanciering, omdat ze niet meer over een juiste vergunning beschikken. Daarnaast is er de angst dat een milieuclub, zoals Mobilisation for Environment (MOB), bij de gemeente gaat aandringen op handhaving. Dit zou voor die bedrijven ”einde oefening” betekenen. Maar belofte maakt schuld; deze bedrijven mogen niet aan hun lot overgelaten worden.
Onmacht en frustratie
In het kader van natuurherstel wil de minister bij wet vastleggen dat in 2030 in minimaal de helft van de Natura 2000-gebieden de Kritische Depositie Waarde qua stikstof wordt gehaald. Als dat niet lukt, volgen extra ingrepen boven op alle reductie- en opkoopregelingen die men nu al van plan is. Deskundigen hebben echter berekend dat deze doelstelling onhaalbaar is. Een ambitieuze doelstelling is leuk, maar niet over de rug van een ander. Op deze manier schept de overheid haar volgende Urgenda-zaak. (Urgenda is een actiegroep die in 2015, samen met andere eisers, de Klimaatzaak tegen de overheid won.)
In de media komen meestal de grote trekkers met de jonge gasten in beeld, maar buiten beeld stonden in Den Haag heel wat oudere boeren en boerinnen met kleine en gedateerde trekkers. Het gevoel van onmacht en frustratie leeft sectorbreed. Heel vervelend is het dat onze acties overlast geven. Maar de sector is het zo beu: ieder jaar opnieuw wordt een bak aan regels en bepalingen over ons uitgestort.
Wij leven op een van de vruchtbaarste rivierdelta’s van de wereld, met een ideaal klimaat. Dit gebied schrééuwt om landbouw. Zeker gezien de nog steeds doorgaande groei van de wereldbevolking.
De auteur is melkveehouder in Bergambacht en lid van de SGP.