Opinie

Zorginstituut beschermt zorg niet maar bedreigt die

Een duur medicijn dat gezondheidsrisico’s voor patiënten eerder zal verhogen dan verlagen krijgt een plek in de basisverzekering. Goedkope afbouwmedicatie weigert het Zorginstituut op te nemen in het basispakket. De kosten van de zorg gaan hierdoor omhoog en de kwaliteit omlaag.

Peter Groot, Jim van Os, Pauline Dinkelberg
22 October 2020 10:45Gewijzigd op 17 November 2020 08:00
Minister Van Ark kreeg in juli Kamervragen over het uitblijven van vergoeding van taperingstrips met afbouwmedicatie
Minister Van Ark kreeg in juli Kamervragen over het uitblijven van vergoeding van taperingstrips met afbouwmedicatie

Uit de praktijk blijkt dat het Zorginstituut de taak die het is toebedeeld niet altijd goed vervult. Het Zorginstituut hoort erop toe te zien dat onbewezen en onzinnige zorg niet in het verzekerde basispakket komt. Twee weken geleden adviseerde het Zorginstituut de overheid positief over Espravato, een neusspray met esketamine. Die moet daarom vanaf nu uit het basispakket worden vergoed. De spray kost 10.175 euro per patiënt per jaar. Het Zorginstituut verwacht veel potentiële gebruikers en een stijging van de zorgkosten met 28 miljoen euro.

Wat biedt deze neusspray voor patiënten dat deze kostenstijging kan rechtvaardigen? Espravato bevat een al jaren bekend en goedkoop middel dat in een nieuwe verpakking is gestopt. Dat is gedaan om het als een ‘nieuw’ medicijn te kunnen registreren om er een zo hoog mogelijke prijs voor te kunnen vragen.

Die hoge prijs kan gerechtvaardigd zijn als het ‘nieuwe’ medicijn heel veel beter werkt dan de zorg die er al was. Maar is dat ook zo? De fabrikant laat weten dat in de verplichte registratiestudies depressieve klachten bij sommige patiënten binnen 24 uur werden verlicht en dat die klachtenverlichting bij sommige patiënten vier weken lang aanhield. Wat er daarna allemaal kan gebeuren werd niet onderzocht. De effectiviteit van de nieuwe neusspray kon in twee studies niet worden aangetoond en in de derde studie was het effect zo klein dat het klinisch niet relevant is.

Verkooppraat

Opmerkelijk is dat volgens de fabrikant de nieuwe neusspray kan worden ingezet voor de behandeling van mensen met acute suïcidale gedachten of suïcidaal gedrag, maar dat de werkzaamheid tegen die suïcidaliteit niet is aangetoond. Het noemen van die acute suïcidale gedachten en dat suïcidale gedrag is dus verkooppraat.

Wat deze verkooppraat nog erger maakt is dat in de uitgevoerde studies suïcides plaatsvonden onder gebruikers van de neusspray en niet onder niet-gebruikers: een sterke aanwijzing dat gebruik van de nieuwe neusspray niet tot minder maar juist tot meer suïcides kan leiden.

Het Zorginstituut heeft dus positief geoordeeld over een middel waarvoor vrijwel geen bewijs is en dat gezondheidsrisico’s voor patiënten eerder zal verhogen dan verlagen, en waarvan nog niets bekend is over effecten op lange termijn. Hoe kon dit gebeuren? En waarom kwam die goedkeuring zo onwaarschijnlijk snel?

Taperingstrips

Hoe merkwaardig dit allemaal is wordt nog duidelijker wanneer je kijkt naar het verzet van het Zorginstituut tegen de opname van psychiatrische afbouwmedicatie in het basispakket. Toen het Zorginstituut in 2016 werd gevraagd om hierover een oordeel te vellen was het Zorginstituut veel minder snel dan nu bij die nieuwe neusspray. Sterker nog, het Zorginstituut weigerde om een oordeel te vellen en wees naar andere partijen. Dat leidde tot een nu al bijna vijf jaar durende discussie waarbij steeds meer partijen betrokken zijn geraakt. De discussie wordt inmiddels zelfs tot in de Tweede Kamer en de rechtszaal gevoerd. Maar tot duidelijkheid heeft dit tot nog toe niet geleid. Terwijl het toch niet heel ingewikkeld is.

Mislukte stoppogingen

Afbouwmedicatie is de medicatie die in taperingstrips zit. Deze taperingstrips stellen artsen in staat om patiënten verantwoord te laten stoppen met medicijnen die onttrekkingsverschijnselen kunnen veroorzaken. Die onttrekkingsverschijnselen kunnen mild zijn maar ook heel ernstig, tot aan suïcidaliteit en suïcide toe. Onttrekkingsverschijnselen kunnen leiden tot mislukte stoppogingen die maken dat mensen jarenlang geneesmiddelen zoals antidepressiva blijven gebruiken. Ook als ze die niet meer nodig hebben. Medicijnen waar ze wel mee kunnen stoppen als hun artsen de gelegenheid hebben om afbouwmedicatie voor te schrijven. Want voor afbouwmedicatie is geen alternatief, farmaceutische bedrijven hebben daar nooit voor gezorgd.

Dat de kosten van taperingstrips een valide reden zouden zijn voor deze tegenwerking is een argument dat na de goedkeuring van de ‘nieuwe’ neusspray definitief de prullenmand in kan. Die neusspray kost meer dan 10.000 euro per jaar en kan leiden tot jarenlang gebruik waarvan de mogelijke schadelijke gevolgen nog niet zijn onderzocht. Afbouwmedicatie kost gemiddeld genomen ongeveer 85 euro per maand en gemiddeld genomen zullen mensen deze medicatie niet langer dan twee tot vier maanden nodig hebben. De kosten zijn daarmee dertig tot zestig keer lager dan de kosten van die nieuwe neusspray. Voor afbouwmedicatie die mensen helpt om een eind te maken aan onnodig langdurig medicijngebruik en waarvan de effectiviteit inmiddels in de praktijk wel bewezen is.

Met lichtsnelheid goedgekeurd

Dat het Zorginstituut die nieuwe neusspray zonder goed bewijs met lichtsnelheid goedkeurde en dat taperingstrips, waarvoor geen alternatief is, nu al vijf jaar lang worden tegengewerkt, laat zien dat het Zorginstituut niet optreedt als een bewaker van ons zorgsysteem maar als een bedreiging daarvan. Het is in ons aller belang dat hier iets aan wordt gedaan.

Dr. Peter C. Groot en prof. dr. Jim van Os zijn verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Pauline Dinkelberg is voorzitter van de Vereniging Afbouwmedicatie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer