Coronawerkloosheid is misschien stilte voor de storm
Tijdens de coronacrisis worden aan de lopende band records gebroken. Zo ook in de maand juni: in een maand tijd kwamen er 74.000 werklozen bij. De werkloosheid steeg van 3,6 naar 4,3 procent.
Dat is een snellere stijging dan tijdens de vorige crisis. Toch waren er in juni juist iets méér mensen aan het werk dan in de maanden ervoor. Toen verloren veel mensen hun werk, maar dat bleef grotendeels verborgen in de werkloosheidsstatistieken. Dat is een definitiekwestie: alleen wie geen werk heeft, beschikbaar is voor werk en daar actief naar zoekt, telt mee als werkloos.
In de maanden maart, april, mei daalde de werkzame beroepsbevolking in totaal met 201.000 personen, terwijl het officiële werkloosheidscijfer in eerste instantie maar licht steeg. Een deel van hen ging pas in juni op zoek naar werk en telde vanaf dat moment pas mee als werkloos. In feite is de werkloosheid in juni niet groter, maar vooral zichtbaarder geworden.
Daarnaast is er een nog veel grotere groep die nog wel werkt, maar minder uren dan voorheen. Zij zijn dus niet werkloos. De cijfers over het gebruik van de steunpakketten laten zien dat het om veel mensen gaat. In de eerste ronde van de zogeheten NOW-regeling is circa 8 miljard euro verstrekt aan bijna 140.000 bedrijven, die hun omzet fors zagen dalen. Bij deze bedrijven werken in totaal 2,6 miljoen werknemers. Dankzij dit steunpakket bleef het aantal faillissementen in de eerste helft van dit jaar laag, zelfs lager dan in de eerste helft van 2019. Daarnaast deden 400.000 zelfstandigen dit voorjaar een beroep op de speciale TOZO-regeling omdat hun inkomen geheel of grotendeels wegviel.
Tweede golf
Of er nu wel of geen tweede corona-golf komt; ik verwacht dat de werkloosheid later dit jaar verder oploopt. Veel bedrijven hebben nog altijd te maken met beperkingen vanwege de anderhalvemeterregels, of verminderde vraag doordat hun klanten in de kosten snijden. Zo zijn er al reorganisaties aangekondigd door bedrijven in de reisbranche, congrescentra, horeca, catering, concertzalen, bioscopen en diverse industriebedrijven. Omdat reorganisaties gebonden zijn aan procedures en termijnen zullen boventallige medewerkers pas later dit jaar, of zelfs pas begin volgend jaar, werkloos raken.
Overigens gaan lang niet alle reorganisaties gepaard met gedwongen ontslagen, maar dat is vooral geruststellend voor de eigen medewerkers. Want het betekent dat vertrekkende medewerkers in principe niet vervangen worden, waardoor starters of mensen die elders hun baan verloren op hun beurt moeilijker werk vinden. Indirect zorgen ook deze reorganisaties dus wel degelijk voor een stijgende werkloosheid.
Toch zijn er nog altijd werkgevers die staan te springen om nieuwe mensen, vooral in de ICT, zorg en onderwijs en diverse technische beroepen. Wie in de eigen sector nog maar moeilijk aan de slag komt, krijgt daarom extra hulp om zich te laten bij- of omscholen, in het kader van het crisisprogramma NL Leert Door.
Om te beginnen kan vanaf augustus iedere werkende of werkzoekende gratis loopbaan- en ontwikkeladvies krijgen. Dit najaar volgen voorzieningen voor scholing. De coronacrisis biedt dus ook nieuwe kansen.
De auteur is econoom bij RaboResearch