Het zou erg zijn als we door de stortvloed van informatie over het coronavirus de indringende oproep tot verootmoediging en kerkelijke hereniging van ds. G. Hoogerland zouden vergeten. Het zou nog veel erger zijn als we daar wel aan denken, juist omdat het virus de kerken zwaar treft, maar niet van koers zouden veranderen.
Ik bedoel deze koers: praten met andere kerken, zelfs geestelijke herkenning ervaren, en tegelijk blijven vasthouden aan onze tradities en onze kerkelijke troeteldingetjes. Er worden al jaren verkennende gesprekken gevoerd over eenheid. Dit is heilloos gebleken. Het is tijd om ons te bekeren.
In de Stille Week die voor ons ligt, gedenken we hoe Jezus dit gebed uitsprak: „dat zij ook in Ons één zijn; opdat de wereld gelove dat Gij mij gezonden hebt” (Johannes 17:21). Laten we hoofd voor hoofd, welke positie in de kerk we ook hebben of niet hebben, de komende week dit gebed en dit verlangen van Christus biddend overdenken, in het licht van wat Hem Zijn Kerk heeft gekost.
De Nadere Reformatie kende de gewoonte van de verbondsinwilliging: eerst oprecht zonde belijden en dan plechtig en hartelijk beloven te doen wat de Heere welbehaaglijk is. Laten wij in gehoorzaamheid en geloof –„Ik geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp” (Markus 9:24)– ja zeggen. Niet beginnen met verkennen of het kan, maar beginnen met Jezus volgen. Als we zo dit liefdegebod inwilligen, dan kan het niet anders of er welt een belijdenis van schuld in ons hart op. Schuld tegenover God, tegenover elkaar, tegenover onze kinderen, tegenover de wereld.
Maar schuldbelijdenis is niet van betekenis als die niet gevolgd wordt door de oprechte keuze om het anders te doen. Om zich te bekeren. Bekering begint met het oude de rug toekeren. Als we willen volgen, vraagt dat om loslaten. Zelfopoffering. Dan moeten we onze eigen exclusieve kansels, ons kerkelijk materiaal, onze theologische stokpaardjes, onze posities, onze beeldvorming prijsgeven. De liefde voor ons eigen kerkverband moet verschuiven naar liefde voor het Lichaam van Christus. Dat valt niet mee. Het valt niet mee om Jezus gehoorzaam te volgen. Dan raken we veel kwijt. We zijn misschien bezorgd. „Maar niemand, die zijn hand aan de ploeg slaat, en ziet naar wat achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods” (Lukas 9:58-62).
Hier ligt de reden waarom na zoveel verkennende gesprekken en na een aantal kennelijke hemelse waarschuwingen het niet tot eenheid onder de bevindelijk gereformeerde kerken is gekomen. En als we niet bereid zijn onze binnenkerkelijke tradities, organisaties en vroegere uitspraken los te laten, in liefde tot elkaar en uit liefde verbonden aan het verlangen van Christus, gaan alle gesprekken tussen deputaten kerkelijke eenheid niet werken.
Paulus bidt dat de gemeente in Filippi op Jezus Christus mag lijken. „Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was” (Filippensen 2:5). Jezus was gehoorzaam, Hij heeft Zich vernietigd en vernederd en is door God bovenmate verhoogd. „Indien er dan enige vertroosting is in Christus, indien er enige troost is der liefde, indien er enige gemeenschap is des Geestes, indien er enige innerlijke bewegingen en ontfermingen zijn; zo vervult Zijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn (Filippensen 2:1-2, gewijzigd).
De auteur is mediator, coach en ondernemer.