Schoolbesturen moeten meer samenwerken
Reformatorische basisscholen zien samenwerking nogal eens als uiterste noodoplossing. Schoolbesturen beginnen daardoor vaak te laat met het nadenken over samenwerking. Vanwege de kwetsbaarheid van het reformatorisch onderwijs zou elke school samenwerking moeten verkennen.
Terecht is er in het RD de laatste weken aandacht voor reformatorische scholen die vanwege dalende leerlingenaantallen hun kwetsbaarheid ervaren. Deze scholen zoeken naar manieren om het hoofd boven water te houden. Samenwerking, fusie of vormen van herprofilering staan in zo’n situatie veelvuldig op de agenda. Terecht! De bijdragen wekken de indruk dat samenwerking nogal eens gezien wordt als een (uiterste) noodoplossing, als een ongewenst scenario of als een riskante bezigheid als je de identiteit van de school wilt borgen. Is dat terecht? Ik denk het niet.
Ik ben sinds tien jaar betrokken bij verschillende samenwerkingstrajecten tussen reformatorische scholen voor primair onderwijs, verspreid over het land. Al deze scholen(groepen) voelen de behoefte aan intensivering van de samenwerking. Dat laatste klinkt overigens een stuk veiliger dan (bestuurlijke) fusie of zelfs scholenfusie. De aanleiding om hierover na te denken was bijna nooit vrijwillig, maar noodgedwongen. En werd veelal niet gezien als een kans, maar als een onvermijdelijke situatie, met veel tijdsdruk.
Geforceerd
Wat valt op? De afgelopen jaren hebben mij laten zien dat schoolbesturen nogal eens (te) laat zijn begonnen met het nadenken over hun toekomstige positionering. Dit levert vaak veel tijdsdruk op en daardoor een geforceerd proces met veel belanghebbenden. Ook valt op dat de aanleiding tot zorgen met betrekking tot de continuïteit van het (zelfstandig) voortbestaan van de school terug te voeren is tot in ieder geval vier hoofdoorzaken: gebrek aan instabiliteit binnen de schoolleiding, problemen met de onderwijskwaliteit, financiële problemen en onvoldoende beschikbare en capabele bestuurders.
Daarnaast belandt het gesprek over dit thema vaak snel in uitersten. We zijn en blijven éénpitter óf we fuseren bestuurlijk. We borgen en bewaken de identiteit óf we geven deze op. De nuance en de nuchterheid ontbreken nogal eens tijdens bestuursvergaderingen of op ledenvergaderingen. Ten slotte valt het op dat we zo’n 175 reformatorische scholen in Nederland mogen hebben, maar zelfs binnen deze kleine denominatie een grote schakering ervaren wordt die (intensivering van de) samenwerking ronduit complex maakt. De artikelen ”vanuit het veld” in het RD (29-2) illustreerden dat.
Wat is, menselijkerwijs, nodig om reformatorisch onderwijs zo thuisnabij mogelijk te kunnen blijven aanbieden? Ik wil dat graag uitwerken in een aantal actiepunten:
1. Ontwikkel proactief een toekomstvisie inzake de strategische positionering van de school. En actualiseer deze jaarlijks als bestuur en/of toezichthouders. Durf daarbij, ook analyserend, zelfkritisch te zijn door kwetsbaarheden te onderkennen en te bespreken. En door na te denken over het verminderen van de kwetsbaarheid.
2. Redeneer vanuit de kernwaarde ”solidariteit”: het reformatorisch primair onderwijs is kwetsbaar in allerlei opzichten. Meer dan ooit zijn de handen ineenslaan, de krachten bundelen, elkaars kennis en ervaring benutten en elkaar tot een hand en een voet zijn vereisten waarvoor we dienen te staan. Niet alleen op directieniveau, waar al veel moois plaatsvindt, maar evengoed ook op bestuursniveau.
Nuchterheid
3. Behandel het thema samenwerking met gepaste nuchterheid. Nuchterheid in het inschatten van de eigen mogelijkheden en expertise. Er wordt meer en meer gevraagd van schoolbesturen, terwijl het moeilijker wordt ter zake kundige vrijwilligers te vinden. Dat maakt kwetsbaar.
Nuchterheid is ook nodig in het omgaan met verschillen op identiteitsgebied tussen de scholen. Er zijn mooie voorbeelden waarbij de ”couleur locale” ten volle gewaarborgd is en toch gekozen is voor bestuurlijke fusie. De theoloog Herman Witsius (1636-1708) schrijft het helder en nuchter: eenheid in het noodzakelijke, vrijheid in het niet-noodzakelijke. En in alles voorzichtigheid en liefde.
4. Wees creatief. Er is veel meer mogelijk dan doorgaan op de solistische lijn aan de ene kant óf bestuurlijke fusie aan de andere kant. Duik niet te snel in een model, maar onderzoek open verschillende vormen van samenwerking. Door vroegtijdig en zonder urgentie na te denken over de toekomstige positionering van de school en door te netwerken, is er ook meer rust en ruimte om een goede strategie uit te stippelen.
5. Toon leiderschap door het goede te zoeken voor de school en haar leerlingen. Elk traject van verandering kent schuurplekken. Leiderschap is nodig om uiteenlopende belangen, meningen en overtuigingen serieus te nemen. En tegelijkertijd tot handelen te komen. Dit vraagt in elke situatie om bestuursleden die hun nek uit durven steken.
Concessies
Ten slotte: Juist om te voorkomen dat onder (tijds)druk concessies gedaan moeten worden op identiteitsgebied of op het terrein van kwaliteit, continuïteit of stabiliteit, is intensivering van de samenwerking (en misschien wel bestuurlijke fusie met behoud van de couleur locale) meer dan ooit nodig. Daarom: zie intensivering van de samenwerking met collega-scholen die op hetzelfde Fundament staan als een opdracht én een kans!
De auteur is werkzaam in het christelijk/reformatorisch onderwijs vanuit het bureau Both & De Bruijn; leiderschap ontwikkelen.