Column: Naar een gezond geestelijk klimaat
Rond Kerst trekken Nederlanders van alles uit de kast om het gezellig te maken. Sfeerverlichting, kerststukjes en een kerstboom in huis of in de tuin. De een doet dat wat uitbundiger, de ander meer ingetogen. Maar gezelligheid staat hoe dan ook hoog in het vaandel. Ook in reformatorische kring.

Meer dan eens bekruipt mij de gedachte dat we met al die gezelligheid rond Kerst en de jaarwisseling iets willen compenseren van waarin we het afgelopen jaar tekort zijn geschoten. Of sla ik nu de plank mis? Want het ging er dit jaar best vaak heftig aan toe. Denk maar aan de protestacties van onderwijzers, boeren en bouwers. En natuurlijk de klimaatstakers, die zichzelf soms vastplakten aan het asfalt. Begin dit jaar was er brede ophef over de zogenoemde Nashvilleverklaring. Na de herfst verhitte Zwarte Piet de gemoederen. Het hele jaar door gaf de brexit veel gedoe alsook, niet te vergeten, president Trump. Over hem zijn maar twee meningen mogelijk: óf je steunt hem door dik en dun, óf je wenst hem subiet het Witte Huis uit.
Nu is politieke polarisatie van alle tijden. Zonder tegenstellingen geen debat. Maar verontrustend is dat veel politieke of maatschappelijke kwesties ook kerken en christenen onderling verdelen.
Zo laakt de ene christen het reizen per vliegtuig, een stukje vlees eten en een auto zonder stekker. Hij prijst de groene kerk aan. De andere vindt al die zorgen over het klimaat sterk overdreven, een veeg teken van wereldgelijkvormig ongeloof in Gods voorzienigheid. Nogal wat christenen vinden het onbarmhartig en ongastvrij om illegaal verblijvende migranten het land uit te sturen. Ze bieden desnoods kerkasiel aan een uitgeprocedeerde. Andere christenen benadrukken dat de overheid eerlijke en rechtvaardige asielprocedures moet volgen, zodat er voor ‘echte’ vluchtelingen wel opvang blijft in ons dichtbevolkte land.
De ene christen beschouwt het homohuwelijk als een vierkante cirkel en meent dat de overheid de samenleving moet ordenen op basis van huwelijk en gezin. De andere vindt dat alle individuen gelijk zijn, dat je over niemands seksuele voorkeur mag oordelen en dat in principe elke relatie van liefde en trouw steun verdient.
Op de Biblebelt kunnen we stevig polemiseren over een herziening van de Statenvertaling, over het al dan niet isoritmisch zingen van de psalmen, over de zin en betekenis van het dopen van kinderen, over wat te doen met evangelische invloeden, over hoe we moeten denken over vrouwen in de politiek en over wat je allemaal wel of juist niet mag doen op de zondag. Wat denkt u ervan?
Ik steek de spa wat dieper en werp de vraag op of het reformatorische klimaat gunstige randvoorwaarden biedt voor geestelijke groei. Of speelt een overmaat aan on-Bijbelse fijnstof ons parten? Mogelijk ook wat te veel moralistisch stikstof. Zijn onze visies vastgeroest door dogmatische dioxides? Verdraagzaamheid in bijzaken opbrengen, kost ons veel moeite, laat staan dat we echt willen veranderen. Een teken aan de wand. Want hoe deplorabel zal onze geestelijke toestand zijn als blijkt dat we ook in wezenlijke zaken op eigen gezag zijn gaan geloven!
Wanneer het niet lukt om kerkmuren te slechten, is het beter de ramen open te doen voor wat frisse lucht en een bredere blik. Iedere christen en elke kerk heeft telkens reformatie nodig om dicht bij Gods Woord te blijven, niet uit de lichtkring rond het Kruis weg te dwalen. We hebben de ander nodig om de waarheid te verstaan, juist als die met ons van mening verschilt. Om onszelf voor hoogmoed en eigengerechtigheid te behoeden. Want iedere christen blijft afhankelijk van Gods genade, die hij dankt aan die wonderlijke, vrolijke ruil met Christus (2 Korinthe 8:9). Om het met ds. H. G. Abma (1917-1992) te zeggen: „We moeten ons hoeden voor een ontwikkeling waarin het gereformeerdere het gereformeerde overtroeft, volgens de stelregel dat het betere de vijand is van het goede, want dan blijft uiteindelijk het meest gereformeerde als alleenzaligmakend over.”
Mijn wens voor 2020: een gezond geestelijk klimaat.
De auteur is directeur van de Guido de Brès-Stichting, het wetenschappelijk instituut voor de SGP.