Drie burgemeesters over het belang van dodenherdenking
Oorlogsslachtoffers herdenken, verhalen doorgeven aan de jongere generatie en stilstaan bij de vrijheid en democratie in ons land. Drie burgemeesters over het belang van dodenherdenking in hun gemeenten.
Stilte. Die twee minuten na acht uur zijn ieder jaar weer bijzonder voor Hans van der Pas, burgemeester van Rhenen. „Indrukwekkend, om met zo’n massa aan mensen stil te zijn en te herdenken.”
Ook dit jaar is hij aanwezig bij de Nationale Militaire Dodenherdenking op de Grebbeberg, de herdenking voor soldaten die sinds 1940 waar dan ook ter wereld voor Nederland zijn gesneuveld. „Het strakke, militaire protocol past bij de zwaarte van zo’n dag.”
Hoewel de nadruk nog steeds ligt op het herdenken van de oorlogsslachtoffers, ziet Van der Pas dat de dodenherdenking langzaam een wat algemener karakter krijgt. „Er is meer aandacht voor de soldaten die bij latere missies zijn omgekomen.”
Naast de plechtigheid op de Grebbeberg bezoekt de Rhenense burgemeester nog twee andere herdenkingen in zijn gemeente. Hij probeert daar bewust veel kinderen bij te betrekken. Juist omdat er steeds minder mensen overblijven die de Tweede Wereldoorlog nog hebben meegemaakt en daar verhalen over kunnen vertellen. „Je leeft al zo lang in vrijheid dat je niet meer weet hoe het is om de vrijheid te verliezen. Wij kunnen ons daar geen voorstelling bij maken. Daarom zijn en blijven die verhalen van ooggetuigen zo belangrijk.”
Meivakantie
Ook Arco Hofland, de burgemeester van Rijssen-Holten, is aanwezig bij drie dodenherdenkingen in zijn gemeente. Waaronder de herdenking op de Canadese begraafplaats in Holten. „In mijn toespraak probeer ik het gevoel te verwoorden dat na de Tweede Wereldoorlog ontstond: dit mag nooit meer gebeuren. Daarom moeten we ieder jaar, misschien zelfs iedere dag, stilstaan bij de vrijheid die we nu in ons land hebben, hoe moeizaam het soms ook gaat.”
In de media wordt bij de herdenking van de Tweede Wereldoorlog regelmatig een verband gelegd met de actuele vluchtelingenproblematiek. Hoe kijkt Hofland hier tegenaan? „Die stap vind ik te groot, al hoort het vluchtelingenvraagstuk zeker bij de discussie over de democratie. Maar voor mij is 4 mei in de eerste plaats een dag waarop we herdenken dat we een vrij en democratisch land zijn.”
De Rijssense burgemeester vindt het wel jammer dat 4 en 5 mei precies in de meivakantie van veel mensen vallen. „Iedereen gaat massaal weg, terwijl het juist zo belangrijk is dat we als Nederlanders samen deze dagen herdenken. Het zou mooier zijn als de schoolvakanties begin april of half mei plaatsvonden.”
Vluchtelingen
In de gemeente Amersfoort vindt op dodenherdenking ieder jaar een stille tocht plaats van Kamp Amersfoort naar de begraafplaats aan de Dodenweg. De gebeurtenissen in Kamp Amersfoort „vormen een zwarte bladzijde in de geschiedenis van onze stad”, aldus burgemeester Lucas Bolsius. „We mogen nooit vergeten wat daar is gebeurd.” De gemeente heeft de afgelopen periode het herdenkingscentrum bij het kamp uitgebouwd. Er ligt nu meer nadruk op de daders, de Duitsers. „We stellen de vragen: Waarom hebben ze zo gehandeld? Zou het weer kunnen gebeuren? En: welke impact heeft de oorlog gehad op ons huidige leven? Die vragen zijn belangrijk om het verhaal aan de jongere generatie door te geven.”
Is 4 mei alleen verbonden aan de Tweede Wereldoorlog? Of moeten we dodenherdenking in de toekomst breder trekken? Bolsius vindt dat een ingewikkeld vraagstuk, al moeten we daar volgens hem wel het gesprek over durven aangaan. „Geweld en oorlog komt ook nu veel voor. Luister maar naar de verhalen van vluchtelingen in ons land. Daar moeten we oog voor hebben. Tegelijkertijd vind ik dat 4 en 5 mei gekoppeld moeten blijven aan onze Nederlandse geschiedenis.”